Lenart Cottreau, raadsheer, Jan van Baex, ridder, laagschout van 's-Hertogenbosch, Victor van der Moelen, rentmeester van 's-Hertogenbosch, en Jan van Kessel, schout van Boxtel, gecommitteerden, verklaren dat ze op basis van de aangifte van prior Hubert van Loen, prior van de kartuizers in Vught, de jaarlijkse opbrengst van hun goederen, verkregen van de dood van Karel de Stoute, schatten op 22 pond 16 schelling artois, het pond voor 40 groten Vlaams gerekend (afgezien van een aantal goederen die het klooster verkregen had krachtens akte van amortisatie door de hertog), de jaarlijke inkomsten aan erfrenten, verrekend met het koren, 248 pond 16 schelling 2 penning, het jaarlijkse inkomen aan losrenten, gerekend met de penning 25, 92 pond. Al deze inkomsten worden niet belast. Alleen de achterlenen worden belast voor 45 pond 12 schelling.
Lenart Cottreau, raadsheer, Jan van Baex, ridder, laagschout van 's-Hertogenbosch, Victor van der Moelen, rentmeester van 's-Hertogenbosch, en Jan van Kessel, schout van Boxtel, gecommitteerden, verklaren dat ze op basis van de aangifte van prior Hubert van Loen, prior van de kartuizers in Vught, de jaarlijkse opbrengst van hun goederen, verkregen van de dood van Karel de Stoute, schatten op 22 pond 16 schelling artois, het pond voor 40 groten Vlaams gerekend (afgezien van een aantal goederen die het klooster verkregen had krachtens akte van amortisatie door de hertog), de jaarlijke inkomsten aan erfrenten, verrekend met het koren, 248 pond 16 schelling 2 penning, het jaarlijkse inkomen aan losrenten, gerekend met de penning 25, 92 pond. Al deze inkomsten worden niet belast. Alleen de achterlenen worden belast voor 45 pond 12 schelling.