Keizer Karel V, hertog van Brabant, oorkondt dat hij op verzoek van prior en convent van de kartuizers bij 's-Hertogenbosch de akten van Karel de Stoute van 1471-09-00 en 1474-11-18 en die van Maria van Bourgondië van 1477-04-02 bevestigt en staat hun toe erfgoederen (geen leengoed) te verwerven tot een bedrag van 1000 rijnsgulden per jaar, waarvan ze op dat moment ruim 770 rijnsgulden verworven hebben.
Keizer Karel V, hertog van Brabant, oorkondt dat hij op verzoek van prior en convent van de kartuizers bij 's-Hertogenbosch de akten van Karel de Stoute van 1471-09-00 en 1474-11-18 en die van Maria van Bourgondië van 1477-04-02 bevestigt en staat hun toe erfgoederen (geen leengoed) te verwerven tot een bedrag van 1000 rijnsgulden per jaar, waarvan ze op dat moment ruim 770 rijnsgulden verworven hebben.