Vincentius Knibbe, procurator van de kartuizers van Vught, bij machtiging van 4 september 1640 van Agathangelus le Clerc, prior van Brussel, visitator, Christophorus van Heetvelde, prior van Leuven, convisitator, en broeder Daems, prior van de kartuizers van Antwerpen, en met toestemming van het Landschap van het vorstendom Gelre van 30 december 1617, heeft verkocht aan kolonel Jacob van Randwijck, heer van Rossum en Gameren, een tiende in Nieuwaal, landerijen in Hellouw, Herwijnen, Rhenoy en Beesd, erfcijnzen in Zuilichem, Nieuwaal en Herwijnen en alle andere landerijen, cijnzen en rechten van de kartuizers in de Bommeler- en Tielerwaard, Beesd en Rhenoy voor 15.500 gulden, de helft contant te betalen en de andere helft op 22 februari 1642.
Vincentius Knibbe, procurator van de kartuizers van Vught, bij machtiging van 4 september 1640 van Agathangelus le Clerc, prior van Brussel, visitator, Christophorus van Heetvelde, prior van Leuven, convisitator, en broeder Daems, prior van de kartuizers van Antwerpen, en met toestemming van het Landschap van het vorstendom Gelre van 30 december 1617, heeft verkocht aan kolonel Jacob van Randwijck, heer van Rossum en Gameren, een tiende in Nieuwaal, landerijen in Hellouw, Herwijnen, Rhenoy en Beesd, erfcijnzen in Zuilichem, Nieuwaal en Herwijnen en alle andere landerijen, cijnzen en rechten van de kartuizers in de Bommeler- en Tielerwaard, Beesd en Rhenoy voor 15.500 gulden, de helft contant te betalen en de andere helft op 22 februari 1642.