skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Vincent van de Griend
Vincent van de Griend Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Vincent van de Griend
Vincent van de Griend Bhic

Archieven

245 Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
245   Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)
Inleiding
Historisch overzicht
Het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
926 beschreven archiefstukken
287 gedigitaliseerd
totaal 2.135 bestanden
Inventaris
Relatie met de wereldlijke overheid
Relatie met de geestelijke overheid
Verwerving en beheer van goederen en rechten
Stukken waarvan het verband met het archief niet duidelijk is
Regesten
Records 1 t/m 100
Records 101 t/m 200
Records 201 t/m 300
Records 301 t/m 400
Records 401 t/m 500
500 1488-04-25.
Johan van Haefften, ridder, oorkondt dat zijn vader Walraven van Haefften, ridder, vroeger bepaalde akten gegeven heeft aan vrouwe Aleyt Pieck, weduwe van heer Arnt van Herlar, ridder, betreffende de goederen van Ranst, die hij vaak tevergeefs opgeëist heeft van prior en convent van de kartuizers in Vught. De voormalige procurator broeder Thomas van Dryell heeft gezworen bij de eed die hij zijn orde gedaan heeft, dat hij deze akten gegeven heeft aan heer Sayman Joestenzoen, kanunnik in Haaften. Johan belooft nu de kartuizers er niet meer mee lastig te vallen, ook niet meer in hun goederen in Herwijnen, in ruil waarvoor ze hem en zijn vrouw deelgenoot maken van hun goede werken en getijden en hen zullen noemen in hun dagelijkse gebeden.
501 1488-06-09.
Lambrecht Myllinck, onderschout van 's-Hertogenbosch, Berthout Back, heer van Asten, Henrick Heym, schout van Maasland, Jan van Vladeracken, Jan Monix Martenszoen en Michalet Laby, rentmeester van heer Cornelis van Bergen, ridder, oorkonden dat er al lang geprocedeerd wordt tussen de ingezetenen van Sint-Oedenrode en de kartuizers bij 's-Hertogenbosch over het recht op belastingvrijdom van laatstgenoemden en insereren op verzoek van de procurator van het klooster, een akte van 1488-01-21 en passages van die van 1479-07-13 en 1477-04-02.
502 1488-07-26.
Schepenen van Zuilichem oorkonden dat Arnt Dirck Sceynerssoin beloofd heeft aan broeder Cyriaeck, procurator van de kartuizers buiten 's-Hertogenbosch, 4 witte stuiver erfcijns uit 12 roeden dijk in Zuilichem boven Den Hollansschen Dijck.
503 1489-01-28.
Johannes, zoon van Godefridus van der Stappen heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Franco de Langel ten behoeve van de kartuizers in Vught een stukje hei met houtopstand in Sint-Oedenrode in Vroelaers, grenzend aan goed van de kartuizers in Vught.
504 1489-01-28.
Johannes, zoon van Godefridus van der Stappen, heeft erkend voor schepenen van 's-Hertogenbosch ontvangen te hebben van de kartuizers in Vught 34 rijnsgulden wegens aankoop van een stukje hei met houtopstand in Sint-Oedenrode in Vroelaers, grenzend aan goed van de kartuizers in Vught.
505 1489-04-09.
Eymbertus, zoon van Gerardus Smelter, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan zijn kinderen Elizabet en Bela het vruchtgebruik in een kamp land van 1 bunder in Sint-Oedenrode int Florijssen, grenzend aan goed van het kartuizerklooster bij 's-Hertogenbosch.
506 1489-04-09.
Elizabeth en Bela, dochters van Eymbertus, zoon van Gerardus Smelter, hebben verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan meester Godefridus de Dommelen ten behoeve van het kartuizerklooster bij 's-Hertogenbosch een kamp land van 1 bunder in Sint-Oedenrode int Florijssen, grenzend aan goed van het klooster.
507 1489-04-09.
Judocus die Necker heeft erkend voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan meester Godefridus de Dommelen ten behoeve van het kartuizerklooster bij 's-Hertogenbosch dat hij bepaalde lasten zal betalen uit een hoeve geheten Den Leemputt in Liempde onder Boxtel en vooral uit een kamp land van 1 bunder in Sint-Oedenrode int Florijssen, vandaag verkocht aan meester Godefridus ten behoeve van het klooster.
508 1490-01-12.
Schepenen van Tuil oorkonden dat Ott van Vuern Herberenszoen beloofd heeft aan Dierck Aerntszoen 5 rijnsgulden erfcijns uit 6 morgen land in Herwijnen.
509 1490-01-13.
Schepenen van Tuil oorkonden dat Dierck Aerntszoen verkocht heeft aan broeder Cyrianus , priester, kloosterling en procurator van het nieuwe klooster van Sint- Sophia in Vught, de akte waaraan deze akte bevestigd is.
510 1490-07-30.
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat broeder Tyman Croock, prior, en broeder Cyriaeck van Alckmaer, procurator van de kartuizers van Sint-Sophie in Vught Sint-Lambertus, enerzijds en de schepenen, kerkmeesters, heiligegeestmeesters en geburen van Vught anderzijs wegens langlopende conflicten over het aandeel van het klooster in de belastingen een nieuwe overeenkomst gesloten hebben: van al hun belastbaar goed in stad en Meierij betalen ze 3% van de geschatte waarde; in Vught mogen ze slechts belastbaar goed kopen tot een waarde van 6 mud rogge erfpacht, die ook met deze 3% belast wordt; schenkingen onder voorwaarden van geestelijke werken vallen hier ook onder; voor aankoop van nieuw belastbaar goed in Vught is toestemming nodig van het dorpsbestuur; grotere aankopen of schenkingen worden aangeslagen volgens taxatie van de bedezetters van Vught; als de Staten van Brabant verordenenen dat alle belastbare gronden moeten bijdragen in de bede, dan hoeve ze alleen van de goederen in Vught te betalen; ten slotte vervallen de oude contracten en worden arbiters benoemd en een strafsom bepaald in geval van niet nakomen van dit contract.
511 1491-07-13.
Notaris Johannes Amelrici de Buscodicis oorkondt dat heer Tymannus Croeck, prior, en broeder Cyriacus de Alcmaria, procurator van het kartuizerklooster bij Constantinopel in Vught Sint-Lambertus, enerzijds en meester Ghiselbertus Bye, deken van de Sint-Jan in Den Bosch, en de executeurs-testamentair van Ghiselbertus Haeck, raadsheer in Den Bosch, anderzijds overeengekomen zijn de testamentaire schenking van Ghiselbertus van het derde deel in 20 mud graan erfpacht, deels rogge, deels gerst, uit onderpanden in Son, het derde deel in 5 mud rogge erfpacht uit goederen in Rosmalen en het derde deel in twee derde delen van 3 kampen van 8 morgen land in Hijnen in Rosmalen, onder voorwaarde van 2 wekelijkse missen om te zetten omdat dat statutair voor de kartuizers verboden is, zoals al eerder gebeurd is bij de schenking van Hermannus Coenen aan de kartuizers, die omgezet is in een participatio. In plaats daarvan zal jaarlijks een jaargetijde gehouden worden voor Ghiselbertus, zijn zoon Arnoldus, zijn broer meester Arnoldus, schrijver van apostolische brieven en kanunnik van de Sint-Jan, en hun ouders en weldoeners rond de geboorte van Sint-Jan de Doper, en een jaargetijde voor zijn vrouw jonkvrouwe Johanna de Derenther, haar broer Willelmus en hun ouders en weldoeners in de buurt van 22 november, en worden ze deelgenoot aan alle goede werken van de kartuizers in Vught. Gedaan in de gastenkamer tegenover de kloosterkerk van de kartuizers langs het water, met als getuigen Hermannus Pieck en Theodericus Spisse, beneficiaten van de Sint-Jan.
512 1491-10-22.
Rodolphus, zoon van Mathias die Bever, heeft erkend voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Franco de Langhel ten behoeve van de kartuizers in Vught, dat hij, als er meer betaald zou moeten uit een kamp land over een water geheten Die Meer, geschonken door priester Willelmus Hals aan de kartuizers, dan 4 pond jaarlijks aan Henricus de Macharen, priester in de Sint-Jan in Den Bosch, dit meerdere zal afdragen aan de kartuizers. Daarna hebben de broeders Tymannus Croeck, prior, en Cyroacus de Alcmaria, procurator van de kartuizers, beloofd aan Rodolphus genoemde cijns van 4 pond samen met het achterstallige te zullen betalen zonder schade voor Rodolphus.
513 1494-05-23.
Ghiselbertus Bye, deken van de Sint-Jan in Den Bosch, geeft vidimus van de akte van 1481-06-08.
514 1494-10-22.
Marcelius die Lu, prior, Lambert Vilt, supprior en Nicolaus Houtappel, kelwerder van het klooster van de Hemelse Poort of Bazeldonk bij 's-Hertogenbosch, draagt over aan de kartuizers te Vught een erfpacht van 2 mud en 2 zester rogge uit een kamp van 3½ bunder in Boxtel in Zavendonk en andere onderpanden, een erfpacht van 1½ mud rogge uit een half mudzaad land in Houthem onder Sint-Oedenrode, een erfcijns van 3 kapoenen en een erfpacht van 1 mud gerst in Houthem onder Sint-Oedenrode, alle te betalen door de kartuizers, in ruil waarvoor broeder Tymannus Croeck, prior, Jan van Meeuwen, vicarius, Cyriacus van Alckmar, procurator, en Petrus van Westerscouwen, koster van het kartuizerklooster overdraagt aan het klooster van de Bazeldonk een erfpacht van 2 mud rogge, een erfpacht van 1 mud rogge uit een hoeve, vroeger van Jan van den Velde, in Liempde, en een erfpacht van 1 mud rogge in Oisterwijk. De kartuizers nemen bovendien de betaling over van 2½ pond aan het kapittel van Sint-Oedenrode uit bepaalde gronden daar.
515 1494-12-27.
Broeders Tyman Croeck, prior, Jan van Meeuwen, vicaris, Cyriacus van Alckmaer, procurator, en Peter van Westerscouwen, koster van de kartuizers in Vught Sint-Lambertus, broeders Jan Bem, prior, Jan van der Grave, supprior, Ghijsbert Toelinck, procurator, Adam van Rees, Henrick van Udem, Alart van der Horst en Engel van der Goes, kruisbroeders in 's-Hertogenbosch, en heer Jan van Brede, pater, Henrick van Brede, procurator, en Henrick van Diest, priesters van het Sint-Gregoriushuis in 's-Hertogenbosch in de Hinthamerstraat over de Geerlinkse Brug komen overeen de goederen die hun ten deel zijn gevallen krachtens het testament van Willem Haeck te verdelen, zodat de kartuizers 2 derde delen van 3 kampen van totaal 8 morgen in Hijnen in Rosmalen krijgen, de kruisbroeders 20 mud koren erfpacht uit goederen in Son en het Gregoriushuis 5 mud rogge erfpacht uit goederen in Rosmalen. Omdat de kruisbroeders zoveel meer krijgen dragen ze aan de kartuizers de helft van een kamp van 8 kampen van totaal 10 morgen, geheten Den Havercamp, in Vught-Sint-Lambertus in 't Vuchterbroeck over, welke hele kamp de kruisbroeders en de kartuizers samen in testament hadden gekregen van Ludolph Buck en jonkvrouwe Aleit, dochter van Loenis van Erpe, en aan de kruisbroeders 5 mud rogge erfpacht uit goed in Boxtel in Lennisheuvel en 1 malder rogge erfpacht uit goed in Tilburg.
516 1496-05-04.
Filips, hertog van Brabant, draagt zijn dienaren op meester Alaert Bailliaert en andere betrokkenen voor zijn gerecht te dagen wegens een klacht van de kartuizers in Vught, op wier goederen beslag gelegd is in opdracht van Alaert door bode Jan van IJssche, omdat ze weigerden een belasting te betalen aangezien zij niet onderhorig zijn aan de bisschop van Luik, noch de 'middelen ende gemeynen state van der clergien' van Brabant of Luik en daardoor niet belast kunnen worden en zij altijd meebetalen aan de belastingen van de wereldlijke staten.
517 1496-05-16.
Henricus Bredebairt heeft verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Herbertus Hals een huis, erf, tuin en aanliggend goed van 11 lopenzaad land in Zochel in Heesch, 1½ lopenzaad land daar, een streep hei in Heesch in Die Raect en een zesterzaad roggeland in Heesch, opgewonnen wegens wanbetaling van 1 mud rogge erfpacht.
518 1496-09-01.
Peter Pels, plaatsvervanger van de onderschout van 's-Hertogenbosch Lambrecht Millinck, verklaart aan kanselier en Raad van Brabant dat hij op verzoek van prior en convent van de kartuizers in Vught Jan van IJssche, bode, meester Alaerd Baliaert op de Papenhuls, heer Jan van Peer, pater van de bogarden, en Yewaen Kuyst in de Hinthamerstraat voor de raad gedaagd heeft op 18 september over de belasting 'metten middelen ende gemeynen clergien', opgelegd aan de kartuizers, waarbij meester Alaert gevraagd had om een notariële akte daarvoor, omdat de kartuizers hem als geestelijke voor het wereldlijk gerecht daagden.
519 1496-11-06.
Johannes de Hezebeen uit naam van jonkheer Gerardus de Strijen, broeder van Zevenbergen, heeft erkend voor schepenen van 's-Hertogenbosch ontvangen te hebben uit handen van Daniel van Vlierden van het kartuizerklooster in Vught 81 rijnsgulden en 5 stuiver en verleent het klooster, Daniel en alle anderen kwijtschelding daarvoor.
520 1497-03-02.
Arnoldus, zoon van Johannes Emontssoen, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Johannes, zoon van Arnoldus, zoon van Arnoldus Emontssoen, het vierde deel van een aantal goederen in Sint-Oedenrode, namelijk 8 lopenzaad land in Houthem, twee stukjes grond daar, een geheten Den Scerpecker en het ander van 1½ lopenzaad geheten Den Ruyter, een zesterzaad land daar, een wei geheten Peggen Hoeve en 2 stukjes wei daar, alles belast met diverse lasten.
521 1497-03-02.
Nadat Arnoldus, zoon van Johannes Emontssoen, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch het vierde deel van een aantal goederen in Sint-Oedenrode, namelijk 8 lopenzaad land in Houthem, twee stukjes grond daar, een geheten Den Scerpecker en het ander van 1½ lopenzaad geheten Den Ruyter, 1 zesterzaad land daar, een wei geheten Peggen Hoeve en 2 stukjes wei daar, alles belast met diverse lasten, hebben hij en Arnoldus Janssoen beloofd aan Johannes Arnts bepaalde lasten hiervan voor hun rekening te nemen.
522 1497-03-10.
Henricus Bredebairt heeft verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Arnoldus, zoon van Everardus Ghijsbrechssoen, een opgewonnen huis, hof en tuin in Houthem aent Doerken in Sint-Oedenrode.
523 1497-07-21.
Jonkheer Gerardus de Strijen, zoon van jonkheer Arnoldus de Sevenbergen, heeft erkend voor schepenen van 's-Hertogenbosch ontvangen te hebben van Daniel de Vlyerden en broeder Theodericus de Dynther, procuratoren van het kartuizerklooster in Vught, 81 rijnsgulden en 5 stuiver als aflossing van een schuld.
524 1498-01-14.
Notaris Johannes Arnoldi de Ghemert oorkondt dat Elisabeth, dochter van Heynrus de Oerscot, begijn in het Groot Begijnhof in 's-Hertogenbosch, haar testament gemaakt heeft waarin zij onder meer legateert aan de kerkfabriek van Sint-Lambertus in Luik 1 stuiver en een erfcijns van 3 pond uit een beemd in Berlicum, ter plaatse geheten Braecveen, voor haar jaargetijde in de kerk van het Groot Begijnhof met nadere bepalingen.
525 1498-04-22.
Schepenen van Sint-Oedenrode oorkonden dat Jan Jans [...]lserssoen verkocht heeft aan Andries Korstens een stuk beemd in Sint-Oedenrode in Houthem in Den Reeck(?).
526 1499-01-03.
Johannes, zoon van Arnoldus Emonts, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan broeder Cyriacus de Alcmaria, procurator van de kartuizers bij 's-Hertogenbosch, ten behoeve van het convent het vierde deel in de volgende goederen: 8 lopenzaad land, een stuk land geheten Den Scerpecker, een stuk land geheten Den Ruyter van 1½ lopenzaad land, 1 zesterzaad land, een wei geheten Peggen Hoeve en 2 stukjes wei, alle gelegen in Houthem onder Sint-Oedenrode.
527 1499-03-27.
Elisabeth, weduwe van Arnoldus zoon van Everardus Ghijsbrechtssoen, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan haar kinderen het vruchtgebruik van een huis, erf en tuin in Sint-Oedenrode in Houthem aent Doerken.
528 1499-03-27.
Elisabeth, weduwe van Arnoldus zoon van Everardus Ghijsbrechtssoen, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan haar kinderen het vruchtgebruik van 1 mud rogge erfpacht uit een huis, erf en tuin in Sint-Oedenrode in Houthem aent Doerken.
529 1499-03-27.
Kinderen van Elisabeth en Arnoldus, zoon van Everardus Ghijsbrechtssoen, hebben overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan hun zwager Egidius, zoon van Mathias Gielissoen, al hun rechten die zij hadden op een huis, erf en tuin in Sint-Oedenrode in Houthem aent Doerken.
530 1499-04-24.
Gerardus, zoon van Gerardus de Rode, en zijn zoon Gerardus hebben overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Johannes, zoon van Arnoldus van den Steen, de helft van een stukje bouwland in Sint-Michielsgestel in Die Dungen op Die [L]ocht met de gebouwen en met als last een erfcijns van 5 pond.
531 1499-05-10.
Egidius, zoon van Mathias Gielissoen, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Petrus de Os ten behoeve van de kartuizers in Vught een huis, erf en tuin in Sint-Oedenrode in Houthem aent Doerken.
532 1499-10-07.
Notaris Jacobus de Fine oorkondt dat Herbertus Hals, raadsheer en inwoner van 's-Hertogenbosch, een schenking onder de levenden gedaan heeft aan broeder Daniel de Hildernissen, prior, ten behoeve van het klooster van de kartuizers in Vught, te weten: een huis met toebehoren bij de Peperstraat in 's-Hertogenbosch; een huis met toebehoren in Gemonde onder Sint-Michielsgestel; een heiveld in Schijndel in Holler; een huis met toebehoren in Heesch in Zochel; een stuk grond van 1½ lopenzaad daar; een streep wei daar in Die Raect; 1 zesterzaad roggeland, ook in Heesch; ½ mud rogge erfpacht uit een huis met toebehoren in Heesch aan Die Raect; 15 lopenzaad rogge erfpacht uit een stukje bouwland in Heesch in Runnen; 3 pond 10 schelling erfcijns uit 1½ morgen land Opte Hogevieshare bij Galgenberch, liggend in een kamp van 5 morgen aan 't Slyck; 5 pond erfcijns uit een huis met toebehoren in Berlicum, ter plaatse Den Veedijck; 1 malderzaad land in Heesch op Zochel; 4 hond land in Rosmalen in Heze; 2 gulden erfcijns uit een huis met toebehoren in Heesch. Gedaan in de gastenkamer van het klooster.
533 1500-04-19.
Schepenen van Sint-Oedenrode oorkonden dat Henrick Wouters, gemachtigd door prior en convent van de kartuizers in Vught, gedaagd heeft Arnt Emont Arntssoen omdat hij gebruikt of laat gebruiken een stuk land in Sint-Oedenrode in Houthem aan de hei, waaruit aan het klooster een malder gerst erfpacht toekomt die voordien altijd betaald zijn. Jan antwoordt dat zijn vader deze grond gekocht heeft en dat er toen een huis op stond met enkele lasten. Schepenen vonnissen dat Jan de grond moet laten liggen voor het klooster of de malder gerst erfpacht betalen.
534 1500-09-17.
Schepenen van Sint-Oedenrode oorkonden dat Peter Jans Pulserssoen overgedragen heeft aan Andries Korstens een stuk beemd geheten Dat Rexken in Houthem onder Sint-Oedenrode.
535 1500-10-22.
Notaris Johannes Bacx oorkondt dat Willelmus, zoon van Johannes zoon van Willelmus Jacop Keympssoen, leek, geschonken heeft als schenking onder de levenden aan zijn vader Johannes een erfpacht van ½ mud rogge, maat van Oirschot, en op gelijke wijze aan het kartuizerklooster in Vught ten behoeve van de bouw daar en het herstel een stukje land geheten Die Rust (of Riist?) in Verrenbest in Oirschot, een stukje land geheten Die Myspelteren, een stukje land geheten Den Brakenbeemt en al zijn andere goederen die hij nu bezit of in de toekomst zal krijgen, onder voorwaarde dat het convent en de monniken jaarlijks op Sint-Hubertus een jaargetijde vieren voor de zielen van de schenker, zijn ouders en alle christenen. Gedaan in 's-Hertogenbosch in Zijle.
536 1501-05-14.
Broeders Daniel van Hildernisse, prior, Jan van Meeuwen, vicaris, en Cornelis Weyns, procurator van de kartuizers in Vught, enerzijds en zusters Johanna Hoernkens, priorin, Katherijn van Eyck, suppriorin, en Hadewich van Brecht, procuratrix van het klooster van Sint-Geertui in 's-Hertogenbosch, met toestemming van hun rector broeder Gerit van Greeffroede anderzijds oorkonden dat ze een verdeling overeengekomen zijn van de goederen van broeder Jan, zoon van wijlen Thijs Janszoen, kartuizer, en zijn zuster, zuster Sophie, kloosterlinge in Sint-Geertrui: 8 pond erfcijns uit een huis, hof en lopenzaad aanliggend land in Breugel, ½ mud rogge erfpacht uit een huis, hof en aanliggend stuk land van 20 lopenzaad in Helvoirt, ½ mud rogge erfpacht uit goederen in Geffen, een beemd en een akker aanliggend land, geheten tVenne, in Son en 3 lopenzaad land daar en een stuk beemd in Udenhout in Die Ryedonck onder Oisterwijk komen aan de kartuizers; 3 mud rogge erfpacht uit twee huizen met toebehoren in Moergestel aan Den Hoevel komt aan de zusters. De 24 rijnsgulden lijfrente die Jan en Sophie van de stad 's-Hertogenbosch hebben, ontvangen ze samen, totdat een van hen overleden is waarna de partij van de langstlevende alles ontvangt.
537 1501-07-24.
Schepenen van Antwerpen oorkonden dat Juete Cornelis Adriaenszoens dochter, weduwe van Peter Daneels, enerzijds en haar kinderen Cornelis en Margriet, Barbele Daneels en de geprofeste broeder Daneel, vervangen door broeder Dierick van Dinther, namens rector, vicarius, procurator, koster en conventualen van de kartuizers in Vught volgens machtiging van 17 juli 1501, anderzijds een erfdeling maken van de goederen, hun aanbestorven van haar man en hun vader Peter Daneels.
538 1502-01-20.
Jacobus Hack, zoon van Mercelius, als echtgenoot van Elisabeth, dochter van Petrus zoon van Johannes Zommans, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan meester Nycolaus Kuyst ten behoeve van de kartuizers in Vught Sint-Lambertus 1 mud rogge erfpacht uit de helft van 6 morgen land in Rosmalen in Die Hoeven.
539 1502-02-10.
Henricus, zoon van Henricus Wijten, en zijn zuster Elizabeth hebben verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Wolterus, zoon van Andreas van Essche, een stukje wei in Tilburg aan Die Veedijck.
540 1504-03-08.
Schepenen van Antwerpen oorkonden, dat Huibrecht van Loon, prior van de kartuizers in Vught, in naam van broeder Daneel Peter Daneelszone, een scheiding is aangegaan met diens zuster Barbele Daneels, echtgenote van Jan Adriaenssen Corencooper, van de goederen van hun moederlijke grootouders Peter Muyl en Anthonie Swolfs en van hun vader Peter Daneels, waarbij aan het kartuizerklooster komt, naast de helft van de roerende goederen, de inboedel en de juwelen: een erfrente van 3 pond 17 schelling en 9 penning groten Brabants op de stad Antwerpen; een erfrente van 4 pond 14 schelling en 10½ penning Brabants; een hoeve met toebehoren, geheten Bouckenborch, groot 5 gemet en 1 vierdeel land, gelegen buiten t Cruyxhol in de vrijheid van Antwerpen in Merksem; een erfrente van 30 schelling uit een huis geheten De Gulden Lelye op 't Sant; een erfrente van 2 pond 11 schelling 3 penningen Brabants uit een huis geheten Den Horen; en een erfrente van 24 schelling Brabants uit een smoutmolen met toebehoren op Sinte Willeboorts Velt.
541 1504-07-05.
Broeder Hubertus de Loen, prior van de kartuizers in Vught, en Alardus Balyart, deken van Boxtel, Gerardus de Eyck en meester Petrus de Busco, kanunniken van de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, zijn een ruil aangegaan voor schepenen van 's-Hertogenbosch. De kartuizers hebben overgedragen aan het kapittel 20 schelling erfcijns uit een goed in 's-Hertogenbosch in Zijle, 10 pond erfcijns uit een goed in 's-Hertogenbosch bij de Korenbrug, 11 pond erfcijns uit een goed in 's-Hertogenbosch in Dat Ridderstraetken en uit een hoeve in Tilburg in Westilborch, 5 pond erfcijns uit een goed in de Ridderstraat in 's-Hertogenbosch en uit een huis in Tilburg. Het kapittel heeft overgedragen aan de kartuizers een erfcijns van 6 pond uit een huis in Den Dungen aan Den Yevelairschen Dijck, 6 pond erfcijns uit een huis van wijlen Wellinus Roever in Den Dungen op die Poeldonck, 4 pond erfcijns uit een huis in Den Dungen, 2 pond erfcijns uit 4 lopenzaad land in Boxtel in Liempde in Kasteren in 't Broeck, 2 pond erfcijns uit het derde deel van 9 pond erfcijns uit goederen aan het Ortheneind in 's-Hertogenbosch voorbij de Vismarkt tegenover de Mandenmakers, 39 schelling erfcijns uit Everaest Hoeve in Vught, 44 schelling erfcijns van 5 pond erfcijns uit 5 bunder land in Boxtel in Liempde in De Weehage(?) en uit een wei in Lennisheuvel, 4 oude penningen erfcijns, die het kapittel moest betalen uit een wei van de kartuizers in Vught naast het klooster, 33 cijnshoenderen erfcijns uit diverse goederen. Alle onderpanden waarop deze cijnzen rusten zijn eigendom van de kartuizers. Met nog 3 cijnshoenderen erfcijns die het kapittel moest betalen uit een huis in Vught naast het kartuizerklooster.
542 1504-11-10.
Notaris Johannes Bax (de Herentals) oorkondt dat broeder Johannes, zoon van Gerardus de Harlem alias de Traiecto, uit het bisdom Utrecht, nog niet geprofeste kloosterling in het kartuizerklooster van Sint-Sophia in Vught, zijn testament gemaakt heeft, waarbij hij na zijn dood een kerkelijke begrafenis wenst en aan de Sint-Lambertuskerk in Luik 1 stuiver legateert. Hij schenkt onmiddellijk na zijn professie aan het kartuizerklooster in Vught een lijfrente van 200 pond Utrechts op de stad Utrecht en enkele boeken namelijk kardinaal Hugo in zes banden over de Bijbel, de Relevatio Brigitte, het Corpus Iuris Canonici in vier delen met Johannes Faber en de instituties en vele andere boeken over diverse onderwerpen, die echter in gebruik zullen blijven bij zijn broer meester Bernardus, doctor in het kerkelijk recht en kanunnik van het grote kapittel van Utrecht, zolang deze leeft. Hij legateert 5 rijnsgulden aan door hem met name te noemen personen, te betalen door het klooster. De rest van zijn goederen die hem zullen toevallen krachtens erfrecht geeft hij als schenking onder de levenden aan zijn moeder. Gedaan in het klooster in een kamer.
543 1507-06-01.
Notaris Ghijsbertus Ludovici die Hollander oorkondt dat Arnoldus die Groote, zoon van Henricus, een akte van Filips, hertog van Brabant, van 1506-08-22 getoond heeft met toestemming testamentair te mogen beschikken over zijn goederen in het hertogdom Brabant en de heerlijkheid Cuijk en dat hij daana zijn testament gemaakt heeft waarbij hij onder de levenden legateert aan het kartuizerklooster van Sint-Sophia buiten 's-Hertogenbosch de Hoef Eeschoren in Escharen, onlangs geërfd van zijn vader, samen met alle huizen, gebouwen, kampen, landerijen, weilanden, bomen, vijvers, wateren en waterlopen en andere toebehoren, alsmede het recht en de opvolging van de hofstad of het deel van genoemde hof met enkele goederen dat aan zijn broer meester Henricus die Groot is toegevallen, welke hofstad met toebehoren, behalve een kamp geheten Die Hegghe van 3½ morgen, na de dood van meester Henricus toevalt aan deze Arnoldus of zijn erfgenamen, op voorwaarde dat Arnoldus zolang hij leeft deze hof met dit deel kan gebruiken als meester Henricus eerder overlijdt (met de later toegevoegde voorwaarde dat de kartuizers een jaargetijde moeten houden voor hem, voor zijn vrouw jonkvrouw Maria en hun verwanten en vrienden). Gedaan in de kapittelzaal van de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch.
544 1507-06-01.
Adrianus, zoon van Zegerus Pauwelssoen geheten die Ruyter, rector van het altaar van Sint-Willebrordus van de tweede stichting in de kerk van het begijnhof in 's-Hertogenbosch, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch met toestemming van heer Gerardus de Beest, kanunnik van de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, als pastoor van eerstgenoemde kerk, aan broeder Hubertus de Loen, prior van de kartuizers, in Vught een erfpacht van 7 zester rogge uit een huis en tuin in de parochie Eerschot in Olland en uit 8 lopenzaad gerstland en 8 lopenzaad wei hierbij liggend.
545 1508-04-12.
Broeder Hubertus de Loen, prior van de kartuizers in Vught, en Nicolaus Colen, gebeneficieerd priester in de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch en rector van het altaar van Sint-Michael, Maria Magdalena en Sint-Johannes de Doper in die kerk, zijn voor schepenen van 's-Hertogenbosch een ruil aangegaan, waarbij een erfcijns van 4 pond uit een huis met toebehoren in de Hinthamerstraat over de Geerlinkse Brug in 's-Hertogenbosch, de kartuizers toegevallen door het testament van Ludophus van de Water, overgaat naar Nicolaus Colen en een erfcijns van 4 pond uit een erfcijns van 8 pond uit goederen in 's-Hertogenbosch aan een straat geheten Huls en uit 5 morgen land bij Die Gelendonc aan Die Strome overgaat naar de kartuizers.
546 1509-04-02.
Schepenen van Beesd oorkonden dat Ghijsbert die Groot verkocht heeft aan Dirck Spirinck ten behoeve van de kartuizers in Vught 5½ morgen in Den Riddersclag in Beesd.
547 1509-06-28.
Schepenen van Zuilichem oorkonden dat voor hen en de gezworen rechter in de Bommelerwaard in het gerecht gekomen zijn de rentmeester van de kartuizers buiten 's-Hertogenbosch enerzijds en Ghijsbert van Oirde, Henrick Geritsoen, Jacop Airtssoen, Jacop Pelgrumssoen, Zweer Henrickssoen, de erfgenamen van Arien Henrickssoen en van Gerit Eijkenssoen anderzijds en vonnissen dat de genoemde naburen de smaltiende te Nieuwaal met uitzondering van het varken moeten betalen aan de kartuizers.
548 1509-11-08.
Laurencius, zoon van Weltkinus tsGreven, zoon van Ghijselbertus, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan broeder Hubertus de Loen, prior van de kartuizers in Vught Sint-Lambertus, een erfcijns van 5 pond uit een huis, erf en 2 bunder aanliggende grond in Gemonde onder Schijndel op Berzelair en uit een akker bouwland van 3 lopenzaad daar op Die Puth.
549 1510-02-05.
Burgemeesters, schepenen en raad van Zaltbommel en dijkheemraden van Bommelerwaard vonnissen op verzoek van Jan van der A, vrijheer van Bokhoven en ambtman in de Bommel- en Tielerwaard, en prior en convent van de kartuizers in Vught, allen aanwezig in het nonnenklooster in Zaltbommel wegens een geschil onlangs in Hellouw over de dijklasten, in het bijzonder van 4 morgen land waarvan de kartuizers jaarlijks 2 rijnsgulden heffen, dat de kartuizers niet meer zullen verliezen dan deze 4 morgen land, omdat deze indertijd door heer Arnt van Herlaer zonder dijk overgedragen zijn.
550 1510-07-20.
Na overleg tussen Hubertus van Loen, prior van de kartuizers in Vught, en deken en kapittel van de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch over een erfcijns van 10 pond uit een goed bij de Korenbrug buiten de oude stadsmuur, welke cijns Ludolphus van den Water overgedragen had aan het kapittel, die dit door ruiling overgedragen hebben aan de kartuizers onder voorwaarde deze cijns en voldoende onderpanden te bewaren en welke cijns nu gelost is, heeft prior Hubertus overgedragen aan het kapittel ter compensatie van deze geloste cijns een andere erfcijns van 10 pond uit een stuk land geheten Die Aude Hoff en uit een stukje aanliggend bouwland in Schijndel in Die Hautert.
551 1510-10-29.
Broeder Gerardus, zoon van wijlen Gerardus de Rode, zoon van wijlen Gerardus, convers en conventuaal in het huis van de Heilige Bartholomeus bij Delft van de orde der kartuizers, heeft verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan meester Petrus de Oss ten behoeve van de kartuizers van Sint-Sophia van Constantinopel in Vught Sint-Lambertus een huis, erf, tuin en 2 bunder aanliggend goed, deels akkerland, deels wei, deels hei met het opstaande hout, gelegen in Schijndel op Bersselaer, onlangs aan hem verkocht door Maria, weduwe van Johannes de Vucht, en haar kinderen.
552 1513-10-14.
Heemraden van de Tielerwaard oorkonden dat Andries Vos, dijkschrijver, verkocht heeft aan Henrick van Brienen, dijkgraaf, ten behoeve van prior en convent van de kartuizers in Vught de akte waaraan deze akte bevestigd is.
553 1513-10-16.
Heemraden van de Tielerwaard oorkonden dat dijkschrijver en dijkgraaf van de Tielrewaard beslag gelegd hebben op alle goederen van de kartuizers van Vught, gelegen in Tuil, Herwijnen, Hellouw en Haaften, wegens een bij vonnis van 1506 opgelegde boete van 95 gulden, 14 stuiver en 1 oord op twee stukken land van gezamenlijk 12 roeden in Hellouw en een bij vonnis van 1511 opgelegde boete van 76 gulden, en dat daarna Henrick van Brienen, dijkgraaf, alle goederen van de kartuizers in Herwijnen, Hellouw en Haaften verkocht heeft aan Andries Vos, dijkschrijver, voor het bedrag van de openstaande boetes.
554 1514-04-06.
Zuster Johanna Wannen, procuratrix van de zusters van Sint-Agnes in Zaltbommel, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan heer en broeder Hubertus, zoon van wijlen Johannes geheten Moelengraefs alias de Loen, prior van de kartuizers in Vught, een erfpacht van 1 mud rogge uit een huis, erf, tuin en aanliggend stukje land van 12 lopen in Schijndel, ter plaatse geheten Lutteleynde, in Vertruyden Hoeve.
555 1514-07-25.
Dijkheemraden van de Bommelerwaard oorkonden dat Aert Roelofssoen die Jonge en Ot die Ryck als buurmeesters van Nieuwaal hun belofte gedaan hebben voor de dorpsdijk van Nieuwaal en voor de dijk in de Nyde Zijlagen in Nieuwaal en maken een vonnis bekend dat degene die buiten zijn plicht een dijk van een ander onderhoudt, deze kosten terug kan vorderen van degene wiens plicht het is.
556 1515-01-24.
Heemraden van de Tielerwaard oorkonden dat Robbe van Huesden verklaard heeft dat Jasper van Baex hem 71 gulden schuldig is, die de dijkgraaf en heemraden bij hem verteerd hebben, bij Jan Berntsoen 10 gulden Hollands, bij Bouwen de Vaecht 10 gulden Hollands, en bij Gerit Holl 35 Hollandse stuiver, hetgeen de kartuizers bij 's-Hertogenbosch voor Jasper zullen betalen.
557 1515-07-05.
Dijkheemraden van de Bommelerwaard oorkonden dat Jan Aertssoen als principaal en Ghijsbert Marceliszoen als borg het eeuwigdurend onderhoud aangenomen hebben van 5 roeden en 5 voeten dijk in Nieuwaal in de elleboog aan de kerkdijk van Nieuwaal met 1 morgen land in Nieuwaal opte Haren, 1 morgen in Zuilichem en een hofstad in Nieuwaal bij de kerk, en dat ze ieder jaar 14 dagen voor Sint-Victor de dijk hersteld zullen hebben met genoemde goederen als onderpand.
558 1516-04-01.
Lenart Cottreau, raadsheer, Jan van Baex, ridder, laagschout van 's-Hertogenbosch, Victor van der Moelen, rentmeester van 's-Hertogenbosch, en Jan van Kessel, schout van Boxtel, gecommitteerden, verklaren dat ze op basis van de aangifte van prior Hubert van Loen, prior van de kartuizers in Vught, de jaarlijkse opbrengst van hun goederen, verkregen van de dood van Karel de Stoute, schatten op 22 pond 16 schelling artois, het pond voor 40 groten Vlaams gerekend (afgezien van een aantal goederen die het klooster verkregen had krachtens akte van amortisatie door de hertog), de jaarlijke inkomsten aan erfrenten, verrekend met het koren, 248 pond 16 schelling 2 penning, het jaarlijkse inkomen aan losrenten, gerekend met de penning 25, 92 pond. Al deze inkomsten worden niet belast. Alleen de achterlenen worden belast voor 45 pond 12 schelling.
559 1516-04-01.
Victor van der Moelen, raad en rentmeester van 's-Hertogenbosch, verklaard ontvangen te hebben van prior Hubert van Loen, prior van de kartuizers bij 's-Hertogenbosch in Vught, wegens de belasting op hun goederen, verkregen van de dood van Karel de Stoute, 45 pond 12 schelling artois, per pond 40 groten Vlaams gerekend.
560 1516-07-24.
Notaris Henricus Ancelmi oorkondt dat Hubertus de Loen, prior van de kartuizers in Vught, en meester Nicolaus de Nispen, secretaris van de bisschop van Kamerijk, onderling enkele pachten en cijnzen geruild hebben. Hubertus draagt over 1 mud rogge erfpacht uit 2 stukjes in 'pachtland' in Sint-Oedenrode, waarvan een van 5 lopen rogge en de ander van 3 lopen, verkregen via notarieel instrument van de Bosschenaar Franciscus de Elmpt, zoon van Martinus. Nicolaus draagt over een erfcijns van 50 schelling uit een cijns van 55 schelling uit de helft van een stukje land in Sint-Oedenrode in Olland, geheten 't Hoge Heynsselt, aan de Dommel; en de helft van een erfpacht van 2 mud gerst uit een huis, erf en tuin en een aanliggend goed, 'geloect' geheten, 11 lopen in zaad van gerst bevattend, in Houthem in de parochie Eerschot. Hubertus geeft Nicolaus nog 8 filippussgulden erbij.
561 1517-01-05.
Heemraden van de Tielerwaard oorkonden dat heer Bouwen, procurator van de kartuizers van Vught, op donderdag na Sint-Victor 1516 bij de schouw met betrekking tot dijkgraaf Henrick van Brienen te Hellouw op een stuk dijk een uitspraak vroeg van de dijkgraaf en heemraden, omdat de dijkgraaf ten onrechte een dijk aangelegd had zonder aandeel van de nieuw ingedijkten. De nieuw ingedijkten zouden ieder hun aandeel moeten aanvaarden en aan de procurator het te veel berekende deel van 4 roede en 2 voet moeten betalen op 6 januari van het volgend jaar. Nu oorkonden de nieuwe heemraden dat heer Bouwen, de procurator, in bezit genomen heeft een roede dijk van 14 voet met 11 voet dijk daar beneden aan en dat de nieuw ingedijkten van Hellouw de 4 roede en 2 voet dijk in bezit genomen hebben.
562 1517-04-28.
Schepenen van Sint-Oedenrode oorkonden dat Aert Mathijssoen van Hermalen en zijn broer Hendrik, mede namens hun broer Willem, overgedragen hebben aan Mathijs Jan Mychielssoen al hun aanspraken op een stuk akkerland van 4 lopenzaad in Houthem in Sint-Oedenrode.
563 1517-11-26.
Notaris Johannes Bax (de Herentals) oorkondt dat broeder Hubertus de Loen, prior van de kartuizers in Vught, wegens tenietdoening van ½ mud rogge erfpacht die het klooster uit zijn goederen in Sint-Oedenrode moest betalen aan de Tafel van de Heilige Geest in Sint-Michielsgestel en betaling van 23 gulden van 20 stuiver aan prior en convent, heeft overgedragen aan Willelmus de Beeck, rector van genoemde Tafel, een erfpacht van 1 mud rogge uit huis, erf, tuin en toebehoren in Sint-Michielsgestel in Thede en uit een wei geheten Die Rietbeempt, vroeger overgedragen aan het klooster door broeder Gerardus, zoon van Gerardus de Rode (convers van het kartuizerklooster bij Delft).
564 1518-04-17.
Schepenen van Sint-Oedenrode oorkonden dat Mathijs Jan Mijchgielssoen overgedragen heeft aan broeder Baldewijn van Cluytingen, procurator van de kartuizers in Vught, een stuk akkerland van 4 lopenzaad in Houthem in Sint-Oedenrode.
565 1518-07-01.
Fissia, weduwe van Arnoldus Weels, krachtens het testament van haar man daartoe bevoegd, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Aleydis, dochter van Theodericus Wychens alias de Os, de helft van een huis, erf, tuin en goed, waar nu Johannes Houwer de Vucht woont, in Vught, grenzend aan goed van de kartuizers tussen de straat en een water dat daar stroomt.
566 1518-07-06.
Heemraden van de Tielerwaard oorkonden dat Dirck van Haeften, ambtman van de Tieler- en Bommelerwaard, verkocht heeft aan broeder Bouwen, procurator van de kartuizers in Vught, twee stukken land van ieder 1½ morgen in het gerecht van Herwijnen (in Hellouw) met een verklaring over de dijklasten voor de kartuizers.
567 1519-03-07.
Schepenen van Liempde oorkonden dat Jan, zoon van Henrick Cremers, en Peter, zoon van Jan van der Veken, verkocht hebben aan Anthonijs Henrickssoen, schepen, ten behoeve van de kartuizers in Vught een stuk beemd van 2 dagmaten in de parochie Boxtel, dingbank Liempde, geheten Pekels Wyel met een daaraan gelegen 'vischgrave', liggende enerzijds aan de Dommel, anderzijds aan het klooster, strekkende van de Dommel tot goed van Jan Aert Hoerkenssoen.
568 1520-09-28.
Karel, hertog van Gelre en Gulik, graaf van Zutphen, geeft vidimus van de akte van 1434-07-29 betreffende een waard bij Nieuwaal in de Waal, geheten Nieuwen Zande, die heer Arnt van Herler overgedragen heeft tot stichting van het kartuizerklooster bij 's-Hertogenbosch.
569 1521-01-29.
Schepenen van Boxtel oorkonden dat Dirck en Lambrecht, kinderen van Aert Lambrechtssoen, gedeeld hebben de goederen die ze geërfd hebben van hun vader en zijn eerste vrouw Mechtelt. Lambrecht krijgt huis, hofstad en hof in Boxtel in Tongeren; een stuk zaailand geheten Boeven Roeij; de helft van de daaraan gelegen Loobruicks Bempt; het vierde deel van een beemd die rijdt tegen Peter van den Loo; een stuk goed aan Die Loebrugs Dijck; een stuk beemd geheten Den Wijltbempt in Die Reut; een daaraan gelegen beemd over vier jaar; anderhalf ploegrecht op de gemeint van Kempen; in Tongeren twee stukken land geheten Die Dondel, een stuk land geheten Den Vlaestuijn, een stuk land geheten Den Derpschen Acker en een stuk wei geheten Die Hoeve; een stuk beemd geheten Die Doeleggen; een stuk beemd geheten Den Enden Bempt; 1 malder rogge erfpacht in Gemonde; een stuk beemd geheten Den Langbempt onder Lennisheuvel met enkele lasten; het tweede deel aan Dat Derpsche Hecken en nog een hek achter de schuur met uitzondering van de achterste post. Hij moet een schuldbrief van 70 rijnsgulden aflossen aan het convent van Hulsbergen.
570 1521-09-22.
Keizer Karel V, hertog van Brabant, oorkondt dat hij op verzoek van prior en convent van de kartuizers bij 's-Hertogenbosch de akten van Karel de Stoute van 1471-09-00 en 1474-11-18 en die van Maria van Bourgondië van 1477-04-02 bevestigt en staat hun toe erfgoederen (geen leengoed) te verwerven tot een bedrag van 1000 rijnsgulden per jaar, waarvan ze op dat moment ruim 770 rijnsgulden verworven hebben.
571 1523-06-17.
Schepenen van 's-Hertogenbosch geven vidimus van de akte van 1481-07-17.
572 1523-08-02.
Schepenen van Vught oorkonden dat Willem Gerit Witloxsoen verkocht heeft aan Aert Berkelmanssoen een stuk hooibeemd in Vught Sint-Lambertus in Cromvoirt naast goed van de kartuizers.
573 1524-05-04.
Meester Judocus en Johannes, zonen van Gerardus de Wijck en Henrica, hebben mede voor hun zuster Willelma overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Johannes van den Wyel, zoon van Mathias, een hoeve in Vught Sint-Petrus in Werkenhuysen met toebehoren, nu bewoond door de pachter Martinus Jacopssoen, belast met 28 stuiver grondcijns, 4½ en 1 zester roggepachten en 3½ peter erfcijns.
574 1527-10-02.
Keizer Karel V, hertog van Brabant, draagt zijn eerste deurwaarder op meester Dierick van Baren en de kinderen van Henrick van Zeyst voor de Raad van Brabant te dagen op verzoek van de kartuizers van Vught, die aanspraak maken op de goederen die ze geërfd hebben via broeder Henrick Bouwenssoen, geprofeste van hun klooster en enige zoon van Barbeel van Zeyst, die onlangs in Antwerpen overleden is.
575 1527-10-05.
Bernaert van den Berge, bode van de Raad van Brabant, verklaart dat hij op verzoek van de kartuizers in Vught meester Dierick van Baren en de kinderen van Heynrick van Zeyst voor de raad gedaagd heeft op 16 oktober aanstaande.
576 1528-07-05.
Jasper van Esch, stadhouder van de lenen van de abt van Echternach in Luxemburg, verklaart ontvangen te hebben van de kartuizers in Vught wegens een deel van de tiende Ten Heytraeck onder Deurne, leengoed van de abt, 6 rijnsgulden van 20 stuiver ieder voor heergewaden-, stadhouders-, 'camerlinck'- en klerkenrecht en de rest 'van gratien' kwijtgescholden te hebben.
577 1529-01-20.
Anthonius, zoon van Henricus Voegels, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan Laurentius de Sprangh Matheeussoen een stukje wei in Die Reeck in Houthem in Sint-Oedenrode met een recht van overpad.
578 1529-01-27.
Laurentius van den Sprangh Matheeussoen heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan frater Hubertus de Loen, prior van de kartuizer in Vught, een stukje wei in Den Reek in Houthem in Sint-Oedenrode met recht van overpad.
579 1530-02-04.
Everardus, natuurlijke zoon van Andreas Corstiaenssoen, heeft overgedragen voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan broeder Hubertus de Loen, prior van de kartuizers in Vught, een stukje wei in Sint-Oedenrode in Houthem in Den Reeck aan de Dommel krachtens een keizerlijke brief.
580 1530-01-05.
Omdat Cornelis Florissen, Jan Derickssen en Jacop Cockenzoen als voogden van hun vrouwen, erfgenamen van jonkvrouwe Korstijn, weduwe van Willem van Haeften, pretendeerden recht te hebben op 3½ morgen land of 20 hond in Hellouw, geheten den Hoevel of Joffrouw Stijnen Camp, omdat ze daarvan een eigendomsbewijs hadden, heeft de procurator van de kartuizers te Vught bewijzen getoond dat het klooster dit land al meer dan 40 jaar bezit en dat voordien Korstijn aan het klooster al twee erfcijnzen, te weten van 3½ en van 3 rijnsgulden, eruit verkocht had, hebben partijen hun geschil bijgelegd door de uitspraak van vier keerslieden dat de kartuizers hun eigendom behouden en de andere partij de oude akte aan het klooster overdraagt voor schepenen van Tuil, waarvoor de procurator hun 6 gulden Brabants betaalt.
581 1530-03-15.
Schepenen van Tuil oorkonden dat Cornelis Florisssen, Jan Dirckssen en Jacop Jan Cockzoen als voogden van hun vrouwen verkocht hebben aan broeder Mathijs Herberen ten behoeve van de kartuizers in Vught de akte waardoor deze akte gestoken is.
582 1530-05-22.
Schepenen van Sint-Oedenrode oorkonden dat Goyart Wouters, ingezetene van Sint-Oedenrode, als gemachtigde van broeder Huybrecht van Loen ten behoeve van de kartuizers in Vught, afgelost heeft bij de kerkmeesters, te weten heer Jan van Esch als vicaris van Eerschot, Arnt van den Laeck en Lambrecht Peters als kerkmeesters van deze parochie Eerschot, een erfpacht van 1½ lopen rogge en een kwart kan wijn, die de kartuizers aan de kerkfabriek moesten betalen uit een hoeve in Sint-Oedenrode, geheten Die Hove tot Houthem, ter reparatie van de kerk. Als de kerkmeesters later het aflossingsbedrag van 6 gulden en 10 stuiver teruggeven, zullen de kartuizers de oude erfpacht weer moeten betalen.
583 1530-12-10.
Joris Martens, bode van de Raad van Brabant, verklaart dat hij op verzoek van de kartuizers in Vught de weduwe en kinderen van Jan Hermanssoen van Os behalve Floris van Os voor de raad gedaagd heeft op 22 december aanstaande en dat hij hen tevens in het huis van meester Meerten de Greve voor commissarissen in 's-Hertogenbosch gedaagd heeft op vrijdag na Kerstmis, maar dat zij zich niet zullen verzetten tegen de kartuizers 'want henluyden te mechtig was'.
584 1531-10-27.
Everit van Doern en zijn kinderen enderzijds en de geërfden van Zuilichem anderzijds zijn overeengekomen wegens toenemend gevaar van de Waal een schip te kopen, Ghysbert van Doern zal 2500 wilgen op het hoofd van zijn uiterwaard planten en ze vier jaar lang laten groeien en de geërfden geven de komende drie jaar 10 stuiver van elke morgen, te beheren door twee personen uit de geërfden onder een nadere regeling. Ondertekend door de geërfden, onder andere broeder Badewijn, procurator van de kartuizers in Vught.
585 1532- 03-27.
Ludovicus, zoon van Johannes Goessenssoen, heeft verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan meester Willelmus Moel, priester, een erfcijns van 4 karolusgulden uit een wei van 3 lopen groot in Blaarthem Sint-Lambertus onder Gestel.
586 1534-09-26.
Wolterus, zoon van Nicolaus Wouterssoen en Johanna dochter van Jacobus Janssoen, heeft verkocht voor schepenen van 's-Hertogenbosch aan broeder Balduwinus de Clootingen, procurator van de kartuizers in Vught, een erfpacht van 7 zester rogge uit een huis, erf, tuin en 3 morgen aanliggend goed in Nieuwkuijk onder Drunen, losbaar met 43 karolusgulden en 15 stuiver, met als last 1 mud en 3 zester rogge erfpacht die vroeger aan de kartuizers betaald moesten worden.
587 1534-10-24.
De stad 's-Hertogenbosch oorkondt dat ze verkocht heeft aan Jacob, zoon van meester Peter Wyfletz en Lysbet dochter van Arnt Willemssoen, oud 21 jaar, een lijfrente van 5 karolusgulden per jaar, losbaar door de stad met het negenvoudige.
588 1535-06-29.
Schepenen van Zuilichem oorkonden dat Arien Janssen, deken van Sint-Anna te Gameren, kwijtschelding verleend heeft aan heer Baudewijn, procurator van de kartuizers in Vught, van eventuele verplichtingen jegens Sint-Anna.
589 1537-02-08.
Schepenen van Zuilichem oorkonden dat Ghijsbert van Doern, ambtman van Beesd en Rhenoy, aan de ingezetenen van Zuilichem beloofd heeft het 'opperste hoeft' in Zuilichem, tegen zijn uiterwaard gelegen, te onderhouden en geven vidimus van de overeenkomst van 1531-10-27.
590 1539-05-14.
Mathijs, zoon van Jan Michiels, heeft verklaard voor schepenen van 's-Hertogenbosch ontvangen te hebben van broeder Balduwijn van Cloetingen, procurator van de kartuizers in Vught, 144 gulden wegens verkoop van 4 lopenzaad akkerland en en nog een stuk land in Sint-Oedenrode in Houthem.
591 1540-04-03.
Schepenen van Nuenen oorkonden dat Dirck Gerit Snoxssoen verkocht heeft aan Joest Jan Goeylosensoen een erfpacht van 6 lopen rogge uit een huis met toebehoren in Someren.
592 1540-05-04.
Schepenen van 's-Hertogenbosch geven vidimus van de akte van 1521-01-29
593 1541-02-04.
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat ze op verzoek van broeder Boudewijn van Cloetinghen, prior van de kartuizers in Vught, een protocol van 1499 gevisiteerd hebben, waarin een gecancelleerd contract stond van 1499-04-24 en geven vidimus hiervan.
594 1541-05-29.
Willem van Herwijnen oorkondt dat hij in bijzijn van zijn leenmannen in leen geeft aan broeder Henrick van Mirlo, procurator van de kartuizers van Vught, 3 morgen land in Herwijnen in Buytenberch, Zutphens leenrecht, te verheergewaden met 1 pond goed geld, hetgeen gebeurt door Henrick dye Groet.
595 1541-07-02.
Deken en kanunniken van Sint-Maarten in Zaltbommel oorkonden ontvangen te hebben van heer Baldewino, prior van de kartuizers in Vught, 10 gouden Gelderse rijder en van Corsten Jacopszoen 5, waarmee ze een erfcijns afgelost hebben van 30 schelling, die toebehoorde aan de vicaris van het altaar van Petrus en Paulus, nieuwe fundatie, in Zaltbommel en die betaald werd uit een goed in Nieuwaal op Nollant, eigendom van de kartuizers en Corstiaen.
596 1545-09-16.
Schepenen en raad van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Jan Martensse van Loen, kleermaker, Bosschenaar, 34 jaar oud, en meester Henrick van Uden, klerk in de schrijfkamer, oud 28 jaar, voor de schepenbank gedaagd door de kartuizers in Vught, verklaard hebben dat Joostken, dochter van Jan van Loon, in haar testament aan de kartuizers een erfpacht van 1 mud rogge gegeven heeft in ruil voor een door de kartuizers afgeloste erfcijns van 2 gulden en 10 stuiver.
597 1547-04-20.
Schepenen van 's-Hertogenbosch oorkonden dat Laureijns Pelgrum, zoon van Henrick, eigenaar van een huis, erf, hof en aanliggend goed, en Seijnsken, dochter van Bernaert Janssen van Overmeer, eigenares van een huis, erf, hof en achterhuis, aan elkaar liggend in de Sint-Jorisstraat tegenover de Sint-Joriskapel, overeenkomen dat Laureijns een stenen tussenmuur van een steen dik tussen hun goederen laat maken van het woonhuis van Seijnsken tot het woonhuis van Laureijns toe, waarbij de pilaren van die muur in zijn hof komen. Sijnsken levert er 5000 stenen voor. De muur wordt hun beider eigendom.
598 1547-07-12.
Schepenen van Velp oorkonden dat Derick Stevenssen, oud tussen 60 en 70 jaar, en zijn broer Theeuwen Stevenssen, verklaren op verzoek van Henrick Claessen, gemachtigde van de kartuizers in Vught, dat Derick 36 jaar lang gewoond heeft op de hoeve van de kartuizers op Hall en dat broeder Derick, een lekebroeder van het convent, vier boeren gehuurd heeft 14 dagen lang om plaggen te steken op de Padbroixe Heyde, die op een mijt te zetten en daarna met hun eigen wagen naar de hoeve te voeren. Theeuwen verklaart dat hij genoemde broeder Derick vaak heeft horen zeggen dat de helft van de Padbroixe Heyde van het klooster is en geeft de omtrek ervan aan. Beiden verklaren dat de schapen van de hoeve altijd zonder probleem op de hei geweid hebben, dat ze eenmaal door de inwoners van Velp geschut zijn, maar dat prior Hubert rechtsbewijzen getoond heeft aan meester Joest, drossaard van Ravenstein, waarna de schapen teruggegeven zijn.
599 1550-09-17.
Schepenen van Boxtel oorkonden dat Dirck Bartholomeus Zuetrinxzoen verkocht heeft aan broeder Dirck van Meuwen, prior van de kartuizers in Vught, een stuk land in Boxtel in Cleynder Lyemd.
245 Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653)
Inventaris
Regesten
599
1550-09-17.
Schepenen van Boxtel oorkonden dat Dirck Bartholomeus Zuetrinxzoen verkocht heeft aan broeder Dirck van Meuwen, prior van de kartuizers in Vught, een stuk land in Boxtel in Cleynder Lyemd.
Ontwikkelingsstadium:
oorspronkelijk inv.nr. 94
Zie ook:
Records 601 t/m 629
926 beschreven archiefstukken
287 gedigitaliseerd
totaal 2.135 bestanden

Kenmerken

Datering:
(1303) 1465-1641 (1653)
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Categorie:
926 beschreven archiefstukken
287 gedigitaliseerd
totaal 2.135 bestanden