Maria, dochter van Baudewinus zoon van Gerardus Willegemans, tevens vervangend haar zuster Berta, en Lambertus, zoon van Boudewinus Paymans zoon van meester Ghijsbertus, hebben erkend dat heer Melchior Charles, procurator van de kartuizers, vroeger in Vught, nu in 's-Hertogenbosch wonend, als eigenaars van de te noemde onderpanden, gelost heeft bij Maria de helft van een erfpacht van 3 mud gerst en bij Lambertus het vierde deel van een erfpacht van 3 mud gerst en de helft van 3 steen vlas. Het nog niet geloste kwart van de 3 mud gerst en de helft van de 3 steen vlas worden nog geheven door Lambertus en zijn kinderen. De onderpanden zijn volgens de beschrijving van 1385-01-04 goederen in Kasteren onder Boxtel: twee kampen aan de Dommel, Die Wedehage en Die Nieubuenre geheten; vier stukjes land, waarvan er twee grenzen aan een straat, Die Hoogestraet, daar, en de andere twee aan Die Wedehage; 1½ streep land in Die Nijeubuenre (de hele streep ervan grenst aan voornoemde straat); Die Dorenacker en de wei ernaast aan de Boxtelse kant en de wei aan het eind ervan in westelijke richting; een streep land naast Die Dorenacker, namelijk aan het eind ervan in oostelijke richting; een akker land gelegen Op die Brake aan een gemeenschappelijke steeg; een stuk land geheten Dat Boertken; een stukje roggeland; de helft van reedsgenoemde wei, grenzend aan laatstgenoemd stukje land en de Dommel; en de helft, toebehorend aan Laurentius, zoon van Gijbo de Zandoerle, echtgenoot van Aleydis dochter van Johannes Zelen, in een hoeve in Boxtel in Zavendonk.
Maria, dochter van Baudewinus zoon van Gerardus Willegemans, tevens vervangend haar zuster Berta, en Lambertus, zoon van Boudewinus Paymans zoon van meester Ghijsbertus, hebben erkend dat heer Melchior Charles, procurator van de kartuizers, vroeger in Vught, nu in 's-Hertogenbosch wonend, als eigenaars van de te noemde onderpanden, gelost heeft bij Maria de helft van een erfpacht van 3 mud gerst en bij Lambertus het vierde deel van een erfpacht van 3 mud gerst en de helft van 3 steen vlas. Het nog niet geloste kwart van de 3 mud gerst en de helft van de 3 steen vlas worden nog geheven door Lambertus en zijn kinderen. De onderpanden zijn volgens de beschrijving van 1385-01-04 goederen in Kasteren onder Boxtel: twee kampen aan de Dommel, Die Wedehage en Die Nieubuenre geheten; vier stukjes land, waarvan er twee grenzen aan een straat, Die Hoogestraet, daar, en de andere twee aan Die Wedehage; 1½ streep land in Die Nijeubuenre (de hele streep ervan grenst aan voornoemde straat); Die Dorenacker en de wei ernaast aan de Boxtelse kant en de wei aan het eind ervan in westelijke richting; een streep land naast Die Dorenacker, namelijk aan het eind ervan in oostelijke richting; een akker land gelegen Op die Brake aan een gemeenschappelijke steeg; een stuk land geheten Dat Boertken; een stukje roggeland; de helft van reedsgenoemde wei, grenzend aan laatstgenoemd stukje land en de Dommel; en de helft, toebehorend aan Laurentius, zoon van Gijbo de Zandoerle, echtgenoot van Aleydis dochter van Johannes Zelen, in een hoeve in Boxtel in Zavendonk.