Notaris Walter de Eymerijck de Heze verklaart dat Johannes die Rijck, als man van jonkvrouwe Elizabeth Pieck, bekent volledig voldaan te zijn van alle aanspraken, die hij had op goederen van Arnoldus de Herlair, ridder, en vrouwe Aleid Pieck, zijn vrouw, door deze aan het kartuizerklooster Sint-Sophia in Vught vermaakt en gelegen in Zuilichem en in de Tieler- en Bommelerwaard en dat hij voor schepenen van Zuilichem daarvan heeft afgezien blijkens een daarvan opgemaakte akte, die hij hiervan overlegt. Gedaan in Grave in het huis van de schout Petrus de Holt, met als getuigen heer Walter Heysen, deken van het kapittel van Sint-Victor, Gerardus Conen, kapelaan van de kapel van Sint-Gregorius in Grave, schout Petrus de Holt en schepen Petrus de Werkin.
Notaris Walter de Eymerijck de Heze verklaart dat Johannes die Rijck, als man van jonkvrouwe Elizabeth Pieck, bekent volledig voldaan te zijn van alle aanspraken, die hij had op goederen van Arnoldus de Herlair, ridder, en vrouwe Aleid Pieck, zijn vrouw, door deze aan het kartuizerklooster Sint-Sophia in Vught vermaakt en gelegen in Zuilichem en in de Tieler- en Bommelerwaard en dat hij voor schepenen van Zuilichem daarvan heeft afgezien blijkens een daarvan opgemaakte akte, die hij hiervan overlegt. Gedaan in Grave in het huis van de schout Petrus de Holt, met als getuigen heer Walter Heysen, deken van het kapittel van Sint-Victor, Gerardus Conen, kapelaan van de kapel van Sint-Gregorius in Grave, schout Petrus de Holt en schepen Petrus de Werkin.