skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic

Archieven

286 Heerlijkheid Oijen, 1550 - 1899

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De voormalige heerlijkheid Oijen is gelegen op de linkeroever van de Maas en behoort sinds 1939 tot de gemeente Lith. Daarvoor vormde zij met Teeffelen één gemeente na eerst een zelfstandige gemeente te zijn geweest. Hoewel Oijen sinds 20 september 1814 tot de provincie Noord-Brabant behoort, was dit eeuwenlang anders. Maria van Brabant, door koop vrouwe van Oijen geworden in 1361, bracht de heerlijkheid door haar huwelijk met Reinald III van Gelre in Gelderse handen en bij haar overlijden in 1399 werd Oijen leenroerig aan Gelre. Op het schepenzegel en in het eerste gemeentewapen vindt men dan ook de Gelderse leeuwen terug. De heerlijkheid behoorde tot het kwartier van Nijmegen. Zij was een vrije heerlijkheid, maar de meeste heren noemen zich gewoon heer en niet vrijheer.
In 1594 en 1682 werd de heerlijkheid uitgebreid door het leenverhef van allodiale goederen en rechten (zie R. 12 en 35) * 
Archief
286 Heerlijkheid Oijen, 1550 - 1899
Inleiding
Archief
In juni 1956 werd het archief, bestaande uit veertig portefeuilles met losse stukken en deeltjes en een losse kaart, naar de bewaarplaats van het Rijksarchief in Noord-Brabant overgebracht. De bijbehorende charters werden in juni 1966 aan de rijksarchivaris in Noord-Brabant in bewaring gegeven. Bij de inventarisatie bleek dat er tussen 1916, toen mr. Smit een inventaris van de charters heeft gemaakt, en 1966 een charter verloren is gegaan. Het totaal aantal blijft echter gelijk, omdat tussen de overige stukken nog een charter werd aangetroffen. Uit de inleiding van mr. Smit op de beschrijving van de charters blijkt dat hij van het bestaan van het andere gedeelte van het archief niet op de hoogte was. Waarschijnlijk werden charters en portefeuilles in 1916 al op een afzonderlijke plaats bewaard.
Van de tijd voor 1550 is nauwelijks iets bewaard gebleven. Voor een deel is dit vermoedelijk te wijten aan de nogal bewogen geschiedenis van Oijen in de oorlogen tussen Gelre en Brabant, die tot gevolg had dat de stadsregering van 's-Hertogenbosch het kasteel van Oijen, waar wellicht het archief bewaard werd, liet slopen *  . Een tweede oorzaak kan hierin gelegen zijn, dat de heerlijkheid door verschillende geslachten in bezit is gehouden en de stukken allemaal of voor een deel in de verschillende familie-archieven opgenomen zijn of zijn geweest. Wat er allemaal verloren is gegaan, is niet na te gaan. Er is, voor zover bekend, slechts een oude inventaris bewaard gebleven, in het familie-archief Mackay-van Ophemert (nr. 994). Deze dateert uit het eerste kwart van de 17e eeuw en betreft stukken van de heren van Gent. Walraven van Gent verkocht de heerlijkheid Oijen in 1620. Deze inventaris geeft meestal slechts summiere beschrijvingen. Bovendien betreft slechts een klein deel van de beschreven stukken Oijen. Enkele van deze stukken zijn tot nu toe in het archief bewaard gebleven. Onder de jongere stukken die in de loop der tijden verloren zijn gegaan behoren een aantal tolrekeningen.
De heren van Oijen hebben hun archief in een vrij ongeordende staat achtergelaten. De herhaalde verkoop van de heerlijkheid en het feit dat de meeste heren door hun andere bezigheden vaak buiten Oijen verbleven zullen dit zeker in de hand gewerkt hebben. De laatste familie die de heerlijkheid bezeten heeft, de familie Smits, heeft nooit in Oijen gewoond. Toen Joseph Smits in 1837 het (tweede) kasteel vrijwel geheel liet afbreken, heeft hij het archief over laten brengen naar zijn woning "Huize Soeterbeek" bij Eindhoven. Hier zijn er een groot aantal stukken van particuliere aard bijgekomen, vooral correspondentie.
Bij de overdracht werden in de portefeuilles verschillende rubrieken aangetroffen, die inwendig chronologisch geordend waren. Van wie deze indeling afkomstig is, is niet bekend, misschien van een van de heren Smits van Oyen. De rubrieken zijn, voor zover bruikbaar, gehandhaafd en in de eerste afdeling geplaatst naast enige nieuwgevormde rubrieken. De strikt chronologische ordening heeft plaats gemaakt voor een meer onderwerpsgewijze ordening. In enkele gevallen zijn aan de bestaande rubrieken stukken toegevoegd of daarentegen eruit verwijderd. Van de volledig ongeordend gebleven stukken is een deel in de eerste afdeling en een deel in de tweede afdeling en de daarachter volgende rubrieken opgenomen. Bij de tolrekeningen zijn enkele rendantsexemplaren aangetroffen, die tussen de andere gevoegd zijn vanwege hun geringe aantal en omdat er in tenminste één geval een lacune mee wordt opgevuld. De tolrekeningen der vrije schippers en die der onvrije zijn meestal apart, maar het sluiten van de rekening gebeurt voor beide rekeningen meestal in de "onvrije" tolrekening en daarom zijn zij verenigd tot een serie.
Achter de eerste afdeling is het (restant van ?) archief van de secretaris, ietwat ruim opgevat, opgenomen. De volgorde der rubrieken in de eerste afdeling is ten dele bepaald door de volgorde van vergelijkbare rubrieken in de enige bewaard gebleven legger (I.5).
In de tweede afdeling is de indeling gerangschikt volgens de familie waartoe de heren van Oijen behoren. De ordening per heer is in hoofdzaak chronologisch, behalve bij de familie Smits van Oyen. Hierbij is de bestaande ordening in series van de correspondentie ongewijzigd gebleven. De enkele stukken die overbleven zijn daarachter geplaatst.
Daarnaast bleven er nog een aantal stukken over, waarvan het verband met een van de beide hoofdafdelingen niet duidelijk blijkt. Er bevinden zich met name schepenakten onder. Het rechterlijk archief van voor 1672 is in datzelfde jaar door brand vernield. Enige oudere stukken, bewaard gebleven in het heerlijkheidsarchief, zullen overgebracht worden, met enkele jongere stukken, naar het rechterlijk archief. Verder worden er enkele stukken betreffende Oijen en Lithoijen overgedragen aan de gemeente Lith en wordt er een stuk overgebracht naar de collectie Ragay, die hier gedeponeerd is.
Toen de inventaris al ver gereed was, werden van het archief van de Nederlands Hervormde Kerk twee portefeuilles in bewaring ontvangen, die stukken bevatten betreffende de Oijense hervormde gemeente en andere Oijense aangelegenheden, maar die archivistisch gezien tot het heerlijkheidsarchief behoren. Omdat de stukken duidelijk te onderscheiden moeten zijn van de andere en verwerking door de hele inventaris ook al om die reden niet wenselijk was, werd besloten om van de stukken een chronologische lijst te maken. Hierbij is dankbaar gebruik gemaakt van de beschrijving van de stukken uit portefeuille 2 door mr. J.H. de Vey Mestdag. Indien nodig is verwezen naar andere inventarisnummers.
Later nog werd het bestaan bekend van twee stukken die resp. tot het heerlijkheidsarchief en het kerkeraadsarchief behoren en in het bezit waren van de pastoor te Oijen. Omdat deze ze voor het parochiearchief wilde behouden, zijn fotokopieën ervan in deze inventaris opgenomen in de hoop op een latere overdracht (I 714a en 724a).
De regestenlijst is beperkt tot de veertig charters waarover in deze inleiding al iets gezegd is. Wel is er een regest van een akte aan toegevoegd waarbij de heerlijkheid in leen uitgegeven wordt. Alle andere akten die in het archief voorkomen zijn, vanwege hun aantal en het late tijdstip van ontstaan (bijna allemaal van na 1600), niet erin opgenomen. Dat van de charters van na 1600 wel een regest is opgenomen, hangt samen met de daardoor geboden mogelijkheid enkele beschrijvingen in de inventaris beknopt te houden.
De lijst met stukken waarvan het verband met het archief niet duidelijk gebleken is, de lijst van aanwezige inventarissen, en de lijsten van over te brengen, over te dragen, te vernietigen stukken en aanwezige kaarten zijn achter de lijst van stukken afkomstig uit het archief van de Nederlands Hervormde Kerk opgenomen, gevolgd door de regestenlijst en de index, over de inventarisnummers 1 - 752 en de regestenlijst. Hierin is het trefwoord Oijen niet opgenomen, behalve de burgerlijke gemeente Oijen.
Deze inventaris is tot stand gekomen onder toezicht van dr. L.P.L. Pirenne tijdens mijn stage aan het Rijksarchief in Noord-Brabant en gedurende de tijd, dat ik als werkstudente aan dit archief werkzaam ben geweest.

H.M.M. Kollenburg, 's-Hertogenbosch, 18 oktober 1968
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlage: lijst van heren van Oijen (die in het archief voorkomen)
Regesten
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1550-1899
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch