skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Archieven

334 Jan Baars en J.P.C. Kleijn, 1927 - 1972

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Ten geleide

Het uitkomen van deze inventaris vraagt om een toelichting. De verwerving en bewerking van de archieven van Zwart Front en Nationaal Front leidde tot contact met de geboren en getogen Amsterdammer Jan Baars, in die tijd woonachtig te Blaricum. Deze contacten hadden tot gevolg, dat de heer Baars aanbood zijn collectie archivalia, zijn bibliotheek en de verzameling voorwerpen, die op zijn politieke verleden betrekking hebben, aan het Rijksarchief in Noord-Brabant af te staan.

Ik heb deze schenking dankbaar aanvaard omdat dit archiefmateriaal het inzicht verbetert in een zeer belangrijke periode van onze geschiedenis. Dubbel waardevol is deze schenking door de schaarsheid aan documentatie uit de kringen van het verzet. Tijdens de bezetting was het immers levensgevaarlijk afspraken en handelingen schriftelijk vast te leggen. De inleiding op deze inventaris gaat in op de politieke loopbaan van de heer Baars, die via het fascisme, mede uit een grondige afkeer voor het anti-semitisme, in het verzet terecht kwam.

Dr. L.P.L. Pirenne, Rijksarchivaris in Noord Brabant, 1979
Historisch overzicht
Inleiding
Jan Baars en het fascisme
Jan Baars vóór en gedurende de oorlogsdagen
Jan Baars ná de oorlogsdagen
De Haagse Illegaliteit en Haagse Marechaussee gedurende de oorlogsjaren
334 Jan Baars en J.P.C. Kleijn, 1927 - 1972
Inleiding
Historisch overzicht
De Haagse Illegaliteit en Haagse Marechaussee gedurende de oorlogsjaren
Een apart geheel in de Collectie Baars-Kleijn vormen de foto-dossiers over de Haagse Marechaussee en Haagse Illegaliteit gedurende de oorlogsjaren.
In 1972 schonk Baars aan het Rijksarchief een groot aantal filmpositieven waarvan de inhoud direkt of indirekt betrekking heeft op de handel en wandel van leden van de Haagse verkeersbrigade van het Corps Marechaussee. De hier beschreven stukken zijn kennelijk bedoeld geweest om tegen leden van de Haagse verkeersbrigade en een aantal mensen uit de Haagse burgerij een vervolging in te stellen. * 
Om de privacy van belanghebbenden te waarborgen zijn de namen van Nederlandse gedetineerden in de beschrijving van de dossiers niet genoemd. Meestal zijn de namen van getuigen overgenomen. Vermeld worden ook de namen van de ambtenaren tegenover wie de verklaring wordt afgelegd of die het verhoor voeren. Daarnaast treft men een summiere opgave aan van het voornaamste wat in het verbaal of rapport wordt behandeld. De datum van de stukken is meestal die van het sluiten van het procesverbaal. Indien tussen het opmaken en sluiten een aantal dagen verliepen zijn beide data opgenomen.
In de beschrijving volgt dan het aantal fotobladen en de vermelding of het dossier kompleet is. Wanneer dat mogelijk was, werden bij inkomplete dossiers ook de nummers vermeld van de fotobladen die vermist worden. Het is niet altijd zeker of bepaalde fotobladen die bij elkaar gevoegd zijn ook werkelijk tot een en hetzelfde dossier behoren. Bij twijfel is dat in een noot vermeld. Namen van personen worden in de beschrijving bijna niet vermeld. Zij zijn echter wel in de index opgenomen.
Erfgoedstuk
Het ineenzetten van deze dossiers en het ordenen van de fotobladen was moeilijk; in de loop der jaren waren de filmpositieven, circa 650 opnamen, door elkaar geraakt. Omdat het formaat van de filmpositieven niet meer bedraagt dan 20 bij 15 mm. was dit practisch een onuitvoerbare zaak. De fotograaf van het Rijksarchief in Noord-Brabant vervaardigde van de filmpositieven eerst filmnegatieven die enigszins vergroot werden tot het normale kleinbeeld formaat. Van het nu ontstane negatief maakte hij twee afdrukken van het formaat 30 bij 24 cm. Een afdruk is bestemd voor het Rijksarchief en de andere afdruk is voor de heer Baars. De fotobladen worden bewaard in verzegelde dozen.
Bij het fotograferen indertijd van de originele stukken - dat vermoedelijk is geschied met een mikro-kamera - werden het bovenste en het onderste deel van het origineel apart op de gevoelige plaat vastgelegd. De bladen van de dossiers raakten daardoor verdeeld over een "bovenste" en "onderste" helft. Gelukkig overlappen de onderkant van het bovenste deel van een blad en de bovenkant van het onderste deel van hetzelfde blad tekstueel elkaar enigszins. Het wordt een soort van chirograaf. Op onderstaande manieren heeft de bewerker gepoogd de bovenste en onderste helften van een blad bijeen te brengen en van deze fotobladen dossiers samen te stellen.
Er werd gelet op:
1. de datering;
2. de in de kop van het verbaal genoemde namen van de verbalisanten die het verbaal meestal aan het einde ook bekrachtigen met hun handtekening waarbij hun naam bovendien tussen haakjes ook nog getypt is;
3. het machineschrift;
4. de regelafstand;
5. de persoonlijke eigenaardigheden van de steller in stijl en interpunktie;
6. de grootte van de marge;
7. de inhoud;
8. het oorspronkelijk papiermerk of papiergetal;
9. de helderheid van het filmpositief;
10. de verkeerde spelling van namen van personen en plaatsen, die soms gedurende een bepaald proces-verbaal konsekwent wordt volgehouden.
Met deze hulpmiddelen, die meestal in kombinatie gebruikt werden, konden de meeste dossiers hersteld worden. De fotobladen werden van een nummer voorzien en er werden lijnen getrokken op de foto's waar de teksten van het bovenste en onderste deel elkaar overlappen. Op deze manier ontstonden er 100 dossiers. Hiervan zijn er 24 min of meer inkompleet doordat een aantal filmpositieven in de loop der tijden verdwenen is of zoekgeraakt.
Er worden 14 vakante dossiers opgegeven. Deze zijn toch vermeld omdat zekerheid bestaat dat deze dossiers ook werkelijk bestaan of bestaan hebben. Dit is namelijk af te leiden uit de indices die de opsporingsambtenaren hebben gemaakt op de dossiers. * 
Het onderzoek naar de gedragingen van de Haagse marechaussee en derden gedurende het laatste oorlogsjaar werd gevoerd door drie instanties: de Rijksrecherche te 's-Gravenhage; de Politieke Opsporingsdienst te 's-Gravenhage en het Bureau Nationale Veiligheid, hoofdkwartier Scheveningen. Eenmaal werd proces-verbaal opgemaakt door de Kamer van Onderzoek van de Adviescommissie voor de Zuivering van de Koninklijke Marechaussee en eenmaal op last van de Militaire Commissaris van 's-Gravenhage. *  Het tijdsbestek van deze onderzoeken ligt tussen juni 1945 en april 1946. Op vele van de dossiers werden indices gemaakt. Deze indices zijn het richtsnoer geweest voor het op nummer brengen van de verschillende dossiers. Het onderzoek van de opsporingsambtenaren naar de Haagse verkeersbrigade en anderen richtte zich in grote lijnen op de volgende zaken:
1. het transporteren van personen die door de Duitse instanties bij razzia's of anderszins waren gearresteerd, naar concentratiekampen en/of werkkampen.
2. de affaire Simon Willem den Held;
3. de handelingen van marechaussees van de Haagse verkeersbrigade;
4. verklaringen van getuigen en/of gedetineerden over verschillende zaken;
5. de financiële transakties van oorlogsaannemers;
6. de vergaderingen van de Haagse Illegaliteit met de SD;
7. de affaire Jan Haakman;
8. de arrestatie van Henk Alsem;
9. de jacht op Fritz Rudolf Hillesheim, zijn arrestatie en terechtstelling.
Al de genoemde dossiers zijn met een asterix in de inventaris gekenmerkt en zijn slechts in bijzondere omstandigheden ter inzage. Al de namen die worden genoemd in de processen-verbaal zijn in de index op de namen van personen opgenomen.
Het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlage: register van persoonsnamen
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1927-1972
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Openbaarheid:
Deze toegang bevat een of meer stukken die tot 1 januari 2099 niet zonder meer openbaar zijn.
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.

Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.