skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Archieven

5001 Dorpsbestuur Esch, 1301-1810

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
5001   Dorpsbestuur Esch, 1301-1810
Inleiding
Historisch overzicht
Geschiedenis en inventarisatie van het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
709 beschreven archiefstukken
66 gedigitaliseerd
totaal 1.762 bestanden
Inventaris
Resoluties
Correspondentie
Organisatie van het bestuur
Personeel
Bevolking
Grondgebied en Eigendommen
Openbare werken
Financiën
Justitie en Politie
Kerkelijke Zaken
Militaire Zaken
Kerkelijke Zaken
Tafel van de H. Geest
Regesten
Regesten Van De Belangrijkste Stukken In Het Archief Van Het Dorpsbestuur van Esch
1 1301, april 30 (in sente Philips ende sente Jacobsavende).
Laurens Volckart, ridder, schout en rentmeester van 's-Hertogenbosch, oorkondt, dat die van Esch verklaard hebben dat zij van oude tijden af hebben gehouden een wildernis geheten Craiebroec, Ashbroec, Spanckelberghe en Coie tegen 10 stuivers per jaar, waarvan zij geen akte van kunnen tonen. Hij verkoopt hun deze wildernis met daarbij Dulselt, groot omtrent 2½ bunder, gelegen tussen Craiebroec en Ashbroec, en stelt de cijns vast op 42 stuivers per jaar, origineel ontbreekt; authentiek afschrift van 31 augustus 1622
2 1301, mei 23 (martis post Penthecostes).
Johannes, hertog van Brabant, bevestigt de verkoop door Laurencius Volckarts, ridder, schout en rentmeester van 's-Hertogenbosch, aan zijn mannen in de parochie Esch, van de heiden en wildernissen die Craiebrouck, Ashbrouck, Spanckelbergh en Coye worden genoemd, alsmede de overdracht van 2½ bunder wildernis, geheten Dulselt, gelegen tussen Craiebrouck en Asghbrouck en stelt de cijns op 42 stuivers per jaar.
3 1314, juni 23 (opten avont van St. Jans baptisten geboirten dach).
Henrick Lombarts, rentmeester van Brabant, verkoopt aan de naburen van Esch een stuk gemeint tussen de volgende limieten: beginnende van het dorp Esch recht op de Helvoirtsche dijk, vandaar met een gemene weg naar Borcmans hoeve, vandaar tot de uiterste gracht van Amelis van der Hoeve, vandaar tot de paal bij Ghysebert Batensoen, vandaar tot de weide van Reyner van Eenhoede, tegen een cijns van 15 oude franse tournooisen per jaar, met de bepaling dat zij de beesten van niet-gerechtigden mogen schutten en beboeten met 5 schellingen, dat men hei mag maaien tussen St. Maarten in de Winter en Pinksteren, dat men geen turf buiten de parochie mag verkopen, maar dat men alleen voor eigen gebruik zal turven, dat degene, die zijn deel van de koopsom niet betaalt, geen deel zal hebben in deze verkoping of eeuwige vercijnsing, welke de binnen-naburen van Esch gedaan hebben ten behoeve van de mede-kopers die buiten het dorp wonen.
4 1336, juni 23 (in vigilia Johannis baptiste).
Alardus de Os, rentmeester van de hertog van Brabant, verklaart, dat Laurencius Volkart, ridder, schout en ontvanger van 's-Hertogenbosch, zekere gemeenten, heiden en wildernissen, genaamd Crayenbroec, Aschebroec, Spankelberghe, Coye en Dulselt aan de inwoners van Esch heeft uitgegeven tegen een cijns van 42 schellingen hetgeen door de hertog werd bevestigd. Hij staat toe, dat zij gronden in cijns uitgeven, onder voorbehoud van de hertog zijn recht.
5 1407, november 12 (altera die beati Martini episcopi hyemalis).
Egidius de Dusel, priester en officiant in de parochiekerk van Haaren, geeft vidimus van de bevestingsakte hertog Jan van Brabant van 23 mei 1301, (reg. nr. 2).
6 1483, mei 6.
Henrick van Ranst, ridder, heer van Boxtel, Kessel en Kedigem, gezien hebbende dat alom in de baronie de houtwas vermindert, geeft toestemming aan allen die gerechtigd zijn in de gemeint van Zelissel, om de gemeint te bepoten tot veertig voeten van hun erf, houdende aan zich de houtschat en onder voorwaarde, dat niemand zal poten in de "hoege van Hoelt", gelijk omschreven is in de pootkaart van Allerheiligen 1325. Tevens bepaalt hij, dat de wegen niet belemmerd mogen worden en dat degene, die geen nabuur is en een hofstede verwerft, het hout binnen het jaar zal ruimen of met de naburen zal contribueren, gevende de gezworenen van de gemeint de macht hen te beboeten. Voorts zullen de beesten van de gerechtigden in de voorpotingen mogen grazen, zonder dat men ze mag verjagen of schutten.
7 1554, juni 21.
Karel, rooms keizer, vernomen hebbende van regenten en gemene naburen van Esch dat enige inwoners van Wargashuysen onder de parochie van St. Pieter te Vught getracht hebben de verkoop van 4 bunder gemeen land te beletten, in weerwil van het octrooi, dat hij in 1553 aan die van Esch heeft verleend, beveelt de onwilligen hun tegenstand te staken en zich voor kanselier en raden te verantwoorden.
8 1554, november 27.
Johannes de Valckener, executeur van de Raad van Brabant, rapporteert aan kanselier en raden, dat hij zich naar Wargashuysen onder Vught heeft begeven en Ghysbrecht Eliass, Maes Anthoniss, laat van Matthys Lambrechtss, en Eerbert Loy Eerbertss voorlezing heeft gedaan van de keizerlijke brief van 21 juni 1554 (reg. nr. 7), waarna deze personen enige dagen beraad namen en toen verklaarden zich tegen de verkoop van bedoelde grond niet te zullen verzetten.
9 1556, april 12.
Regenten en ingezetenen van Esch sluiten een accoord met regenten en ingezetenen van Boxtel ten aanzien van de gemeente tussen beide dorpen, waarover proces is voor de Raad van Brabant te Brussel. Zij komen overeen, dat zij over en weer het vee niet zullen schutten dat over de limieten gaat. De grenspalen van Esch worden vastgesteld als volgt: te beginnen aan zeker steegje achter het huis van Peter Theyssen, welk steegje strekt van de gemeint van Zelissel tot op de rivier de A, tot waar Esch altijd schouw heeft gehad, vandaar lijnrecht tot het erf die Braecke, vandaar lijnrecht tot de Paesberch of Verrenberch, vandaar nagenoeg recht langs het erf Gelsvoirt tot aan het huis den Putte, waarvan het woonhuis onder Boxtel is gelegen en het bakhuis onder Esch, toebehorende aan Luytken Laureys Jan Peters weduwe. Tevens zullen die van Boxtel over deze limieten turf mogen steken, zonder dat hun enig verder recht binnen de Essche palen toekomt.
10 (ca. 1580?).
Corpus en gemene naburen van Esch verzoeken de landsheer om de gemeint 50 voeten landinwaarts te mogen bepoten. Hun vorige pootkaart, die door Maarten van Rossem is gestolen, sprak van 40 voeten. Voorts verzoeken zij enig land te mogen verkopen en het strooisel en hout op de gemeint te verhuren, aangezien zij zeer verarmd zijn en hun kerk door de troepen van Maarten van Rossem tweemaal in een jaar is geplunderd. Ook verzoeken zij, dat men in Aschbroeck en Creyenbroeck niet meer dan twee ganzen en een gent zal mogen houden en dat de gezworenen in het dorp het broodgewicht en de biermaat mogen ijken naar het gewicht en de maat van 's- Hertogenbosch.
11 1590, februari 10.
Thomas Gossens, Jacob Mychielssen, burgemeesters, en Jacob Paridaens, Frans Matheussen en Wyllem Wyllems van Giersbergen, schepenen van de dingbank van Esch, bekennen schuldig te zijn aan Peter Jansse de Weyer, de somma van 50 carolus gulden, terug te betalen op St. Jacob eerstkomende, waarvoor zij al hun goederen en die der naburen verbinden, Op papier.
12 1591, maart 18.
Schepenen en burgemeesters der heerlijkheid Esch geven ingevolge de ordonnantie van Zijne Hoogheid een overzicht van de menigvuldige en ondragelijke lasten, schattingen en contributiën, welke het dorp sedert 1 januari 1587 zijn opgelegd.
13 1593, juli 4.
Schepenen, burgemeesters, kerkmeesters en H. Geestmeesters der heerlijkheid van Esch verklaren, dat door de plundering van het dorp op 28 en 29 juni 1593 door de ruiters en soldaten van Zijne Majesteit, die te Vught gelegen hebben, de ingezetenen in grote nood zijn geraakt en de zware schattingen, welke hun dagelijks worden opgelegd, niet kunnen voldoen, aangezien zij veel vee, huisraad en voedsel verloren hebben. Zij verzoeken van verdere schattingen verschoond te blijven.
14 1595, oktober 23.
Jonker Jan Bever, schout, en Willem Peter Peters en Jacob Michiels, schepenen der heerlijkheid van Esch, verklaren, dat Frans Matheeuss, heffer van de Kerstmisbede van 1572 en heffer van de St. Jansbede van 1575, Roelof Corneliss, Jan Matheeuss, vorster, en Jan Joest Sweenen, koster van Esch, getuigd hebben, dat over de erven van Thomas Peeters Lootgieter (vroeger van de weduwe van Lambert Heesacker), Folkart Henricks van Dyck en Adam Loyen, poorters van 's-Hertogenbosch, altijd bede is betaald en dat deze erven nimmer zijn aangemerkt als vrije poortersgoederen.
15 1600, juli 1.
Willem Willemss van Giersbergen, Jan Matheuss, Jacop Bartholomeuss, Adriaen Hanrickss, Laurens Joosten en Willem Jan Scheymakers, schepenen van Esch, verklaren, dat Gerart Geritss, mede-schepen, oud omtrent 40 jaar, Frans Matheuss, raadman, oud omtrent 70 jaar, Jan Cornelis, geboren te Boxtel en wonende te Esch, oud omtrent 38 jaar, Cathelyn weduwe Pauwels Janss van Son, wonende te Vught St. Pieter, oud omtrent 53 jaar, op verzoek van Willem Peterss en Michiel Corneliss, gezworenen, getuigd hebben, dat de gezworenen van Esch strooisel plachten te verkopen zowel binnen als buiten de voorhoofden van Esch, beginnende aan die Brake tot aan de Meddel toe, omtrent de Egelsfoert, zonder dat die van Boxtel dit ooit belet hebben.
16 1602, januari 26.
Albert en Isabella, hertogen van Brabant, vernomen hebbende dat de ingezetenen van Esch tot zware lasten vervallen zijn door de voortdurende passage van troepen tijdens de belegering van 's-Hertogenbosch, zodat zij geen nieuwe heffingen kunnen betalen, noch de renten van reeds opgenomen gelden, geven octrooi om 25 bunder van hun gemeint te verkopen, op voorwaarde, dat zij van elke verkochte bunder een cijns van 4 stuivers brabants zullen genieten en voorts, dat van de verkopingen behoorlijk rekening zal worden gedaan en dat geen land aan kloosters, collegiën "of andere doode handen" zal worden verkocht.
17 1602, maart 28.
Gysbert Willem Eliass van der Braken, Jan Willem Matheuss, Jacop Bartholomeus Jan Michielss, Willem Jan Scheymacers, Mathys Ariaenss en Jan Janss, schepenen Jacop Michielss en Jacop Bartholomeuss voornoemd, kerkmeesters, Hanrick Peeters Verhoefven en Jan Willem Matheuss voornoemd, H. Geestmeesters, Michiel Corneliss en Jacop Michielss voornoemd, gezworenen, en Jan Rouloffs, burgemeester der heerlijkheid van Esch, representerende de gemeente, verklaren bij akte van 26 januari 1602 (reg. nr. 16) octrooi te hebben ontvangen om 25 bunders van hun gemeente te verkopen tot betaling van dorpsschulden. Zij beloven de rentmeester van Brabant van elke verkochte bunder een cijns van 4 stuivers brabants te zullen betalen op Sint Lambrecht en stellen de te verkopen grond ten onderpand.
18 1610, juni 19.
Huybert Geraertss van de Moer en Adriaen Thonissen Hooven (?), schepenen van Vlijmen, verklaren, dat Peter Adriaens en Gommert Adriaens, geboren te Helvoirt, op verzoek van Fyken, dochter van Henrick Weggerganx (sic), getuigd hebben, dat hun vader Adriaen Jan Peterss vóór 30 jaar gewoond heeft op de hoeve van Henrick Jan Weggermans, gelegen te Helvoirt bij de kerk omtrent het Gestelse heike, en dat deze hoeve het gebruiksrecht had in de Essche heide, terwijl zij altijd met de geburen van Esch het gemeen werk als bewallen en beheimen hebben gedaan.
19 1614, maart 27.
Regeerders en gemene ingezetenen van de heerlijkheid St. Michielsgestel, Vught en Esch beklagen zich bij de kanselier van Brabant over de Kwartierschout van Oisterwijk, die hen heeft doen sommeren tot betaling van een part van zekere taux van 25.000 gulden, die aan de vier kwartierschouten onder het voorwendsel van lening zou zijn geaccordeerd. Zij dreigen de requestranten met parate executie, hoewel zij daartoe het recht niet hebben, aangezien requestranten niet tot een lening-die moet dienen om beleende heerlijkheden in te lossen- gedwongen kunnen worden, reden waarom zij het Hof vragen een uitspraak te doen en de executie op te schorten.
20 1615, september 4.
Jan Jan Simons en Antuenis Peeters, schepenen van de heerlijkheid Helvoirt, verklaren, dat Wouter Hendricx Craen, oud 77 jaar, en Truycken dochter Peeter Hendricxs, oud 78 jaar, inwoners van Helvoirt, op verzoek van Lambert Gerits van de Ven, te Haaren, getuigd hebben dat de gebruiker van de oude Jorisstede gelegen te Helvoirt bij de persoonscap tegenover het Heylaer, altijd gebruiksrecht in de Essche heide heeft gehad.
21 1615, oktober 8.
De vicarissen van het bisdom van 's-Hertogenbosch, in afwezigheid van de bisschop vernomen hebbende dat schepenen van Esch aan de kerk- en H. Geestmeesters van Esch een rechtsdag hebben gesteld om rekening te doen, bevelen hen daarvan af te zien, aangezien dit strijdig is met zeker placcaat van het provinciaal concilie van Mechelen.
22 (1615).
Jacob Bartholomeuss en Gisbrecht Willemss, kerkmeesters van Esch, en Jan Willem Mateussen en Gerardt Geritss, H. Geestmeesters, verklaren in antwoord op zekere penale ordonnantie, dat zij hun rekening aan de pastoor van Esch gedaan hebben, zoals men altijd gewoon is geweest te doen. Zij hebben geen minuten of dubbelen gehouden, zodat zij aan schepenen geen rekening kunnen doen. Zij protesteren tegen bedoelde ordonnantie.
23 1622, maart 7.
Gysbert Willems, Herman Jacobs, Aert Michiels, Mathys Ariens, Jan Janss Pels, Jan Ariens en Willem Michiels, schepenen der heerlijkheid Esch, doen opgave hetgeen zij jaarlijks betalen aan de Koning en aan de Staten van Holland,
24 1644,....
Regenten van de heerlijkheid Esch zetten aan schepenen van 's-Hertogenbosch uiteen, dat Jonker Cornelis Proeninghs genaemt Deventer, die pretendeert bij margina apostille van 25 september 1637 het poorterschap van 's- Hertogenbosch verkregen te hebben, zodat hij weigert bede te betalen van zijn goederen onder Esch, het poorterschap behoort te worden ontzegd.
25 1650, maart 8.
Schepenen, burgemeesters, kerkmeesters, H. Geestmeesters, gezworenen en ingezetenen van Esch machtigen Robbrecht Reynders van den Berckenbosch en Hendrick Peeters van Eyndhoven om namens hen te handelen in het geschil met Vught inzake de limietscheidingen en het turfrecht.
26 1653, september 13.
Regeerders en ingezetenen van Esch verzoeken de Raad van State de regeerders van Boxtel, die binnen acht dagen moeten dupliceren op het Verzoekschrift van Esch, aan te zeggen dat zij hun stuk inleveren.
27 1653, november 29.
Willem van Oudenhoven, notaris te 's-Hertogenbosch, verklaart dat Mr. Hendrick van de Leemput, kanunnik van St. Jan te 's-Hertogenbosch, Mr. Aernout van Broeckhoven, Mr. Elias Donckers, alsmede Hendrick van Susteren en Willem Louis van Wijck, mombers van de onmondige kinderen van wijlen Jan van Susteren, allen wonende te 's- Hertogenbosch en geërfd te Esch, hun procuratie op Robbrecht van den Berckenbosch, Hendrick Peeters van Eyndhoven, Jacob Peters Janss en Laureyns Janssen van 15 juli 165? handhaven. Zij machtigen genoemde personen opnieuw om alles te doen om opheffing te verkrijgen van zeker onwettig accoord, dat enige regeerders van Esch op 12 april 1556 (reg. nr. 9) gesloten hebben met die van Boxtel en waarbij het "cleyn dorpke van Esch" merkelijk in zijn rechten is verkort. Regeerders en gemene ingezetenen van Esch vernieuwen eveneens hun procuratie.
28 1654, mei 27.
Anthonis Janss en Joachim van Griensven, schepenen van Vught, verklaren dat Matheus Gysberts, oud 68 jaar, te Haaren, Huybert Jacops, oud 64 jaar, te Boxtel, Cornelis Wouters, oud 65 jaar, te Vught, op verzoek van de regenten van Esch getuigd hebben, dat de heerlijkheid Esch in de lasten en redemptie hoger is getaxeerd dan andere dorpen, dat die van Esch voor enige jaren stukken land verkocht hebben, waarvan een gedeelte na de verkoping is resorterende onder de jurisdictie van Vught, betalende aldaar de lasten en contributiën. Zij verklaren zelf te Esch te hebben gewoond, doch vertrokken te zijn omdat zij door de hoge lasten de kost niet konden winnen.
29 1654,.....
Verzoekschrift van "de arme ingesetenen van Esch" aan de Raad van State, houdende, dat zij een klein dorp zijn van nauwelijks 30 huizen, maar dat zij zeer zwaar getaxeerd worden in de redemptie, waardoor vele inwoners naar elders vertrokken zijn en zij land van de gemeente hebben moeten verkopen. Terwijl Cromvoirt, dat ongeveer evenveel huizen telt, doch meer landerijen heeft, gesteld is op ? 406,--, wordt Esch getaxeerd op ? 975,--. Zij verzoeken verlaging van de taxatie.
30 1655, juni 12.
De Raad van Brabant beveelt de deurwaarder of bode, die daartoe aangezocht zal worden, zekere akte van koncemnatie van 6 mei 1655, gevallen in het proces tussen de gezworenen en ingezetenen van Kempen onder Boxtel ter ene zijde en Gysbrecht Janss van Asdonck c.s. ter andere zijde, uit te voeren.
31 1656, januari 4.
De Raad van State, gezien een rapport inzake het proces tussen de regenten en ingezetenen van Esch en Boxtel, dat onbeslist is blijven hangen, besluit, dat die van Esch in hun eis zijn ontzegd, daar deze strijdig is met het accoord van 12 april 1556 (reg. nr. 9) en de confirmatie van 15 juli 1648.
32 1655, mei 6.
De Raad van Brabant wijst vonnis in het proces tussen de gezworenen en geërfden van Kempen onder Boxtel en andere geïnteresseerden ter ene zijde en Gijsbert Janssen van der Asdonck, watermolenaar, ter andere zijde. De Raad stelt vast, dat de watermolen, gelegen in de baronie van Boxtel op een klein riviertje, genoemd Kleine Aa, komende van Spoordonck langs de Roont en vallende in de Dommel beneden de grote watermolen van de Heer van Boxtel, van oude tijden af een wintermolen is geweest, die placht te malen van Bamis (1 oktober) tot half maart en dat de gezworenen van Kempen altijd het recht hebben gehad de berden uit de rivier te lichten en terug te bezorgen. Van der Asdonck, die het lichten der berden heeft belet, waardoor landerijen overstroomd zijn, wordt verboden dit nogmaals te doen en aansprakelijk gesteld voor alle schade en hinder.
33 1658, februari 11.
De Leen- en Tolkamer bepaalt in het geschil tussen de regeerders van Esch en degenen, die het gebruik van de gemeint pretenderen, dat de volgende personen moeten worden toegelaten: Mr. Jan van de Leemput vanwege zekere hoeve onder Wargashuysen en van het Duyfhuys; Sebert, Gelden Brants; Peter Janss Molengraeffs; Jonker Jan van der Stegen, Dirck Denis, de erfgenamen van Jacob Tysse voor twee rechten; Vr. Babtista Donckerts; de weduwe Antony Donckaerts; Jan van Hessele; de erfgenamen van Hendrick Jan van Ravesteyn; Leunis Delekens; de weduwe Dirck Soopers; Lysken weduwe Stoffel Everts; Jan Janss Heesters alias Rijnen; Jan van Berck; Peter Neel Vrancken, Wouter van Achelen; Jan Pademans; Maeyken Nicolaes Aertssen; Jonker Pollant en de heer Mattys Brielle, allen van hoeve onder Vught. Wouter Henderix Broeken; Jonker Tobias Muykens; Adriaen Marcellis Hendrix; Wouter Gerarts Vereycken; Jan Peter Jonckers; Henderick Peter Timmermans; de kinderen Peter Werts; Jan Peter van Bocxmeer en Jan Willem Peters, van hoeve onder Haaren. Hendrick Peters van Eyndhoven van twee hoeven in de Meulenstraat; Jan van Kelsdonck en Andries Theunis Peters; Margriet Jan Jacobsdr.; Aert Everts van Orthen; juffrouw Petronella van Broechoven weduwe van Dirck Aertssen van Driel; de weduwe Andries Janssen; de weduwe Andries Jan Aerts; de heer van Helvoirt wegens zijn hoeven in de Helvoirtsestraat en achter de molen; Aert Janssen; Theunis Aert Coenen; Andries de Hurck (?); Cornelis Joost Brocken; Hendrick van de Burch, man van de weduwe van Jan van Griensven; Anthonis Gysberts; Dirck Hendrick Dirx; Marten Ancems van Tuyll; de pastorie van Helvoirt; Peter Cornelis en Anthonis Hendrick Martens, allen van hoeven te Helvoirt.
34 1658, oktober 15.
R. van Griensven, B. Loeff van den Sloot en R. Lemmens (?), rechtsgeleerden te 's-Hertogenbosch, adviseren schepenen van Esch inzake de kwestie, welke is ontstaan over de helft van een gebont aan de scheepley in de Hogebrug bij het Mannengasthuis. Aangezien niet met zekerheid bekend is wie het onderhoud heeft, zullen de regeerders van Esch het halve gebont ten laste van de dorpskas moeten laten maken, todat blijkt wie onderhoudsplichtig is.
35 1661, mei 11.
De rentmeester der domeinen en de leenmannen van de Leen- en Tolkamer verklaren op last van de Raad van State een paalscheiding gemaakt te hebben tussen de gemeenten van Vught en Esch. Zij hebben een grote witte steen ingegraven bij een hek op de hoek van de weide van Jan van der Grachts weduwe (welke plaats in de kaart van 1314 Eenhoede heet), waarover zij de ban en vrede hebben uitgesproken. Ook hebben zij een witte steen gelegd bij Varrevonder in een inham, waar nog een oude houten paal stond. Op de Helvoirtsedijk, ter plaatse waar Vught, Helvoirt en Esch scheiden en waar de schouw van Esch eindigt op de kant van de sloot bij de dijk, hebben zij een blauwe steen gelegd. Van daar is men over de weg gegaan naar Bortmanshoeve, waartegen die van Vught geprotesteerd hebben, zeggende dat deze hoeve niet Bortmanshoeve maar Munixhoeve was en dat zij een andere hoeve als Bortmanshoeve konden aanwijzen. Aangezien zij echter geen documenten konden overleggen en niet konden weerspreken dat de schouw van Esch tot daar ging, heeft men op de hoek van deze hoeve en dicht bij de gemene weg een grote blauwe steen ingegraven. De volgende paal, in de kaart genoemd de uiterste gracht van Amelishoeve, bleek te zijn het huis van Leunis Eelkens, waar de gemeenten van Esch en Vught scheiden, alwaar een grote blauwe steen is ingegraven. De limietscheiding met Haaren bleek te liggen bij Esschervoort, waar geen steen is gelegd, omdat de regenten van Haaren verklaarden, dat daarover geen kwestie was.
36 1661, juni 1.
Jan Herberts de Cort en Adriaen van Beurden, schepenen der Vrijheid en Dingbank van Oisterwijk, verklaren, dat Jan de Weer, Adriaen van Esch en Anthonis Herberts Smits, schepenen van Oisterwijk, Jan Dirck Raes, Adriaen Adriaen van Ryswyck, burgemeesters van Udenhout, Cornelis Thonis, burgemeester te Haaren, Cornelis Aert Meeus, burgemeester te Heuclum, Evert Gerrits, burgemeester te Enschodt, Jan Cornelis Appels, burgemeester te Berckel, en Peter Aert Bouwen, burgemeester te Helvoirt, op verzoek van de regenten van Esch getuigd hebben dat als zij vóór dertig of veertig jaren naar 's-Hertogenbosch reisden en over het Helvoirts brugsken in de dijk aldaar gingen, zij altijd hun passage hebben genomen neffen de wal westwaarts gelegen en zo verder recht naar de voornoemde stad, zijnde dit de rechte weg, zonder dat zij ooit enige buitenweg oostwaarts hebben genomen.
37 1662,....
Schepenen, gezworen zetters en geërfden van Esch bevelen de vorster om Goyart Timmermans, Jonker Guillelmus Entefuets en Robbrecht van Berckenbosch, die geprotesteerd hebben tegen het onredelijk zetten van enige particuliere huizingen in de verponding, aan te zeggen dat zij hun verponding moeten betalen, aangezien zij voorheen ook steeds hebben betaald. De zettinge is niet geschied door schepenen en zetters alleen, doch met medeweten van de principaalste ingezetenen. Indien zij derhalve klachten hebben dan moeten zij zich wenden tot de Raad van State.
38 1666, maart 15.
De Raad van Brabant beveelt de eerste deurwaarder om de regenten van Esch gerechtelijk aan te zeggen, dat de gronden, die zij onder Vught verkocht hebben Vughts territoir zullen zijn en blijven, met last dat zij daarvan geen dorpslasten zullen mogen heffen.
39 1666, juli...
De vorster van de baronie van Boxtel verklaart in opdracht van Gysbert Pieck van Thinhoven aan Dirck Jans van Nusselaer, gezworene van Selisse heide, te hebben overhandigd de resolutie van de Raad van State (van 31 mei 1666), was bij deze wordt gelast alle naburen, die turf zouden willen steken, uit de groesen te verwijderen.
40 ???? (1669 ?).
Regeerders en arme ingezetenen van Esch verzoeken de Raad van State remissie van de verpondingen, hoorngelden en bezaaid over de jaren 1663 en 1664, aangezien door de watersnood vele landerijen door de rivier de Aa zijn overstroomd, waardoor weiden en veldvruchten bedorven zijn geworden, zodat meer dan een derde van de bevolking is weggetrokken en de rest tot armoede is vervallen. Zij hebben enige keren uitstel gekregen, doch zijn niet in staat te betalen.
41 1671,.....
De Leen- en Tolkamer, vernomen hebbende dat de resolutie van de Raad van State van 31 mei 1666, een verbod voor de naburen van Boxtel en Esch om turf te steken, veelvuldig wordt overtreden, tot schade van het vee dat geen voedsel meer vindt, gelast de deurwaarder der domeinen om de gezworenen van Boxtel en Esch aan te zeggen, dat zij ieder die turf heeft gestoken zullen beboeten met een bedrag van ? 6.- en dat zij het turfsteken zullen tegengaan.
42 1672, december 13.
Jan Jansen van den Bichelaer, Aert Goyarts van Gestel en Jan Goyarts van den Bichelaer, schepenen, Jan Janssen van der Sanden den Jongen, burgemeester, Hendrick Verouden en Pieter Duercant, kerkmeesters, Jan Dircxen van Roy en Hendrick Hendricxen van Eyndhoven, H. Geestmeesters, Hendrick Peters en Jan Cornelissen, gezworenen, alsmede Mr. Hubertus van den Leemputte, Reiner van Berckenbosch wegens zijn moeder Johanna Roomers, weduwe van Robbrecht van Berckenbosch, Jan Jansen van den Langenberch, Peter Adryaens van der Bruggen en Jan Willem Phlipsen, geërfden, machtigen Jonker Wilhelmus Entenfoets, Jacop Joosten Slegers, Hendrick Hendricx van Eyndhoven en Hendrick Verouden, schepenen van Esch, om ? 3.400.-- te lenen tot betaling der achterstallige dorpslasten en beloven hen te zullen vrijwaren van alle aanspraken op hun persoonlijke bezittingen.
43 1672, december 30.
Jonker Wilhelmus Entefoets, Henrick Henricx van Eynthoven, Henrick Lamberts Veroude en Jacob Joosten Slegers, procuratie hebbende van regenten en geërfden van Esch d.d. 13 december 1672 (reg. nr. 42), verklaren schuldig te zijn aan Maeyken, weduwe van Henrick Peters van Eynthoven, de somma van ? 150.- à 5%, stellende alle gemeentegoederen van Esch en de particuliere goederen van regenten en geërfden ten onderpand, op 22 juli 1713 gelost aan Herman van Eynthoven.
44 1673, mei 23.
Regenten van St. Michiels Gestel, Boxtel en Haaren getuigen, dat in 1672 de kerk en de huizen te Esch door Franse troepen zwaar zijn geplunderd en dat een groot getal huizen en schuren merkelijk is beschadigd, terwijl kasten en kisten zijn opgeslagen en veel vee, paarden en gewassen zijn geroofd.
5001 Dorpsbestuur Esch, 1301-1810
Inventaris
Regesten
Regesten Van De Belangrijkste Stukken In Het Archief Van Het Dorpsbestuur van Esch
44
1673, mei 23.
Regenten van St. Michiels Gestel, Boxtel en Haaren getuigen, dat in 1672 de kerk en de huizen te Esch door Franse troepen zwaar zijn geplunderd en dat een groot getal huizen en schuren merkelijk is beschadigd, terwijl kasten en kisten zijn opgeslagen en veel vee, paarden en gewassen zijn geroofd.
NB:
Op papier.
Zie ook:
45 1674, september 1.
Schepenen van Esch bevelen degenen, die in eed of dienst van het dorp zijn, zich na ontvangen bericht aanstonds te melden, terwijl de naburen zich moeten verzamelen als de klok geluid wordt, op een boete van 7 stuivers.
46 1677, september 25.
Schepenen, burgemeesters en regeerders der heerlijkheid van Esch bekennen schuldig te zijn aan Herman Henricx van Eynthoven, de somma van ? 400.-- à 5% welke gebruikt zal worden tot aflossing van ? 400.- aan Jenneken Henrick Willems Goverts, die het corpus geleend had ingevolge de procuratie van 13 december 1672 (reg. nr. 42), stellende alle dorpsgoederen en inkomsten ten onderpand, op 21 januari 1709 gelost.
47 1678, februari 9.
Schepenen en principaalste ingezetenen van Esch, gezien hebbende dat ondanks hun verzoek van 3 juli 1677 het misbruik van turven toeneemt, verzoeken de drossaard van Boxtel nogmaals over de gronden onder Boxtel, waar die van Esch het recht van weiden en vlaggen, een beter toezicht te houden. Met verklaring van de drossaard, dat hij daaraan gevolg zal geven.
48 1680, november 11.
Schepenen, burgemeesters en regeerders van Esch verklaren schuldig te zijn aan Jan Willem Philipsen ten behoeve van de Armentafel van Esch, de somma van ? 200.- à 4%, opgenomen ter aflossing van andere schulden.
49 1685, mei 17.
De substituut van Adriaen van Borssele tot Geldermalsen, raad- en rentmeester-generaal der Domeinen van Brabant over de Stad en Meierij van 's-Bosch, houdende aanbesteding van het repareren van de brug over de Esschestroom bij kasteel Baerschot, alsmede van de brug bij het gasthuis en het erve van Jonker Endevoets, erfgenamen, onder in de acte vermelde condities. Aannemer van beide bruggen is Hendrick Verouden, die tot borgen stelt Jan van Casteren en Jan Janse van den Bichelaer.
50 1689, februari 11.
Schepenen, burgemeesters, kerkmeesters, armmeesters en gezworenen van Esch verklaren schuldig te zijn aan Herman Hendricx van Eynthoven de somma van ? 1.000.- à 4%.
51 1693, september 5.
Regeerders van het dorp Esch, met de gezamenlijke geërfden vergaderd zijnde, besluiten ten dienste van het dorp zes boeken van de personele omslag ordinaris om te slaan, waarvan er drie zullen betaald worden door de grondeigenaren en drie door de huurders, welke gelden niet gebruikt mogen worden dan met speciaal consent van regeerders en geërfden.
52 1693, september 7.
Jacob Hendrix van Eynthoven, Michiel Adriaen Gevers, Jacob Ariens van Oers, Adriaen Peeter van Eynthoven, Jan Hendricx Molengraeff en Bastiaen Hendricx van de Braeck, schepenen, Joost Aerts, burgemeester, Michiel Adriaen Gevers, kerkmeester, Peeter Hendricx van Eynthoven en Jan Hendricx Molengraeff, H. Geestmeesters, Gysbert Gysberts Heesters en Adriaen Ariens van Cuyck, gezworenen, tesamen representerende het Corpus van Esch, alsmede H? van Leemputten, Hendrick Lambert Verouden, Jan van de Sande de Jonge, Jan Jansen van de Lanbenberch, Aert Huyberts van Gestel, Jan Jansen van den Bichelaer, Jan Janssen en Hendrick Jansen, gerfden, machtigen Jacob Hendricx van Eynthoven, Jacob Ariens van Oers en Adriaen Peeters van Eynthoven, schepenen, en Hendrick Verouden, Jan Jansen van de Sande de Jonge en Peter Hendricx van Eynthoven, gerfden, om te 's- Bosch of elders 2000 carolusgulden op rente te lenen tot betaling der schulden van het dorp.
53 1698, juli 30.
Schepenen, burgemeester, gezworenen, kerk- en H. Geestmeesters, alsmede de voornaamste geërfden, representerende het Corpus en gemeente van Esch, verklaren verkocht te hebben aan Jan Janssen 1 lopense 47 3/4 roeden van de gemeint, gelegen aan het Witven tussen de kinderen van Jan Jan Willems en de gemeint, strekkende van juffrouw van Campen tot aan Hendrick Verouden, welke verkoop plaats vindt krachtens octrooi van de Staten- Generaal van 12 juni 1696.
54 1699, mei 29.
Hermen Hendrix van Eyndhoven verklaart voldaan te zijn van de 600 gulden, welke hij op 9 september 1693 geleend had aan Gerit Michiel Gerits ten behoeve van het Corpus van Esch, te weten ? 200.- in mindering van het slot van zijn burgemeestersrekening en ? 400.- van de op 6 november 1698 verkochte nieuwe erven.
55 1699, oktober 19.
Regeerders en ingezetenen van Esch gelasten de vorster van Esch om de drossaard en schepenen van Boxtel, alsmede de gezworenen van Zelissel en Halderheide en de huurders van de vennen, gelegen binnen de palen van Esch, gerechtelijk aan te zeggen, dat zij ingevolge het accoord van 1556 het turven moeten staken, aangezien die van Boxtel niet gerechtigd waren de moeren onder Esch te verhuren.
56 1699, oktober 21.
De gezworenen van Zelissel en Halderheide onder Boxtel verzoeken de vorster van Esch zich te vervoegen bij de regenten aldaar om hen ten gelasten de huurders van de vennekes of moeren binnen de palen van Esch niets in de weg te leggen, aangezien de verhuring is geschied ten behoeve van allen, die tot deze gronden gerechtigd zijn, waartoe ook zij ingevolge het accoord van 12 april 1556 (reg. nr. 9), geconfirmeerd 15 juni 1648 en nader geconfirmeerd door de Raad van State op 4 januari 1657, behoren.
57 1700, augustus 25.
Jonker Nicolaes Entefuets en Jan Janssen van de Sanden, schepenen van Esch, verklaren, dat Jan Franssen Haerwasser en Jan Janssen Vorstenbosch, inwoners van St. Michielsgestel, getuigd hebben dat zij de moervennekes, welke de gezworenen van Zelissel hebben verhuurd, hebben geïnspecteerd en bevonden hebben dat deze door paarden en beesten beweid kunnen worden. Zij hebben erover gelopen zonder dat hun voeten nat werden.
58 1701, oktober 11.
Jonker Nicolaes Enttenfues, Jacob Ariens van Oers en Jan Jansen van den Bichelaer, schepenen van Esch, verklaren, dat Marten Anchems van Tuyl, wonende te Helvoirt, Aert Peters van Coensel, wonende te Boxtel, Jacob Cornelis Peynenborgh, wonende te Helvoirt, en Marcelis Bles, vorster van Helvoirt, getuigd hebben dat het Swartven gelegen is in de gemeente van Esch en dat het recht om te turven voor onlangs nooit door die van Vught is verpacht. Tevens getuigen zij, dat bij de verkoop van eikebomen op het erf van wijlen Johan Paymans de secretaris van Vught op een Vughtse akker bleef staan en verklaarde op Essche grond niet te mogen verkopen.
59 1703,......
Arnoldus de Cort, schoolmeester en coster van Esch, beklaagt zich bij de Gedeputeerden van de Raad van State, dat, ondanks de resolutie van de Raad van State van 15 juli 1695, de regenten van Esch voortgaan hem te belasten met inkwartiering van soldaten, onder voorwendsel dat hij twee melkkoeien houdt en 4 à 5 lopense land gratis gebruikt. Hij verklaart dit voor zijn kroostrijk gezin nodig te hebben en dat "die van 't pausdom als geen ander middel wetende om hem te vexeren" de inkwartiering aangrijpen om hem te plagen. Volgens oud gebruik zijn echter de schoolmeesters vrij van inkwartiering. Met apostille van 13 juli 1703, waarbij de Gedeputeerden bevelen hem met rust te laten.
60 1703,....
Kerkmeesters, officier en schepenen van Esch beklagen zich bij de Raad van Brabant, dat Maria Goutappel te 's-Hage voorgeeft de inkomsten van het beneficie van het patronaatschap der pastorie van Esch bij accoord van 24 december 1694 verkregen te hebben van wijlen Gosuinus Venhorst, in leven predikant van de Hoogduitse gemeente te 's-Hage, waarover een proces hangend is. Zij verzoeken om aan Maria Gouappel te verbieden de kerk van Esch gerechtelijk te vervolgen zolang geen vonnis is gewezen.
61 1706,.....
Regenten van Esch beklagen zich bij de Raad van State over de impost der dranken, bestiaal, hoorngeld en bezaaid, die zij onmogelijk kunnen opbrengen. Het dorp bestaat uit 35 à 36 huizen en is zeer verarmd. Voor weinige jaren betaalde men ? 80.-à ? 100.- in de dranken, hetgeen tijdens de oorlog verhoogd is tot ? 189.- en nu onlangs tot ? 235.-, terwijl de andere belastingen navenant gestegen zijn. In het verleden hebben brouwers van buiten het dorp de collecte der dranken met hoge sommen gepacht om op Esch hun bier te kunnen afschrijven, welk bier echter nooit naar Esch gebracht is. Zij verzoeken de Raad van State de imposten wederom te verpachten danwel te verminderen.
62 1715, juni 24.
Aart Huybertsen van Eyndhoven en Evert van Ameyden, schepenen van Esch, verklaren, dat Marten Hendrickssen van Hal, oud ca. 80 jaar, Adriaen Berckelmans, oud ca. 78 jaar, Joost Jansen Timmermans, oud 70 jaar, Adriaen Peter Bouwens, oud 65 jaar, en Jacob Cornelissen Peynenburgh, oud ca. 40 jaar, allen wonende te Helvoirt, getuigd hebben, dat die van Vught geen rechten hebben in het Swartven. Tevens getuigen zij, dat omstreeks 1704, toen de gemene baan van Helvoirt naar 's-Bosch gemaakt werd, de gezworenen van Esch geëist hebben, dat degenen die tot het gemene werk verplicht waren de nieuwe heerbaan zouden opmaken, waarop deze weigerden, aangezien zij altijd het gemene voetpad van Helvoirt naar 's-Bosch onderhouden hadden.
63 1715, juni 24.
Aart Huybertsen van Eyndhoven en Evert van Ameyden, schepenen van Esch, verklaren, dat Jacob Aarts van Lympd, oud 35 jaar, getuigenis heeft afgelegd omtrent de verkoop van bomen op het erve van de heer van Berck bij het Swartven, alsmede omtrent de verkoop van schaarhout aldaar.
64 1720, januari 27.
Het Corpus van Esch gelast de groenroede van 's-Hertogenbosch om bij Hendrick de Bye, executeur- testamentair van wijlen Maria Boons, laatst weduwe van Johan van Campen, aan te zeggen, dat regenten de somma van ? 400.- welke Jonker Nicolaes Wolfgangius Enttenfuets, president-schepen, op 8 januari 1707 ingevolge octrooi van de Staten-Generaal van 30 januari 1705 geleend had, willen aflossen. Met verklaring van de groenroede annex.
65 1723, juli 23.
D. Chambrier, Dirck Deckers, G.P. de Ghistelles, Dirck Sopers, Jacobus van der Meulen en P. Nagelmakers beklagen zich bij de Gedeputeerden van de Raad van State, dat sedert enige jaren de onkostenrekening van de secretaris en de stadhouder zeer zijn gestegen, waarom zij verzoeken een onderzoek in te stellen en hieromtrent een reglement te maken. Tevens verzoeken zij te bepalen, dat degenen, die de collecte van belastingen aannemen, zich niet mogen laten vervangen door deurwaarders; dat de pachters der novalia tienden en der onderrentmeesterschappen niet langer vrij zullen zijn van dorpsbedieningen, aangezien maar 24 à 25 bekwame personen overblijven, en of niet elk jaar twee schepenen behoren af te gaan.
66 (1723).
Johan Steven van Dompselaer, secretaris van Esch, verdedigt zich bij de Raad van State tegen de aanklacht van enige ingezetenen en verklaart sedert zijn aanstelling in januari 1715 altijd ? 70.- per jaar te hebben genoten. Het is waar dat in vroeger jaren de secretaris slechts 30 of 36 gulden verdiende, doch toen werden de gemene middelen verpacht, zodat zijn werk zeer is vermeerderd met het schrijven der collectboeken en kohieren.
67 1728, oktober 15.
Johan Steven van Dompselaer, secretaris van Helvoirt en Esch, gelast de vorster van Esch zich bij de regenten zijn achterstallig salaris in te vorderen en verklaart, dat op 2 augustus 1723 tussen hem en regenten en ingezetenen van Esch een accoord is gesloten, waarbij hem bij wijze van uitkoop voor schrijfloon, diensten en vacatiën ? 100.- werd toegezegd, welk accoord door de Staten-Generaal bij resolutie van 19 oktober 1724 werd bekrachtigd, doch dat nu "eenen dwarsdrijver" Corstiaan Andriessen van Aalst, burgemeester, weigert hem te voldoen.
68 1731, september 7.
Regenten van Esch gelasten de vorster van Boxtel bij de regenten van Boxtel te protesteren tegen het verhuren van enige percelen land, gelegen bij Breukelen neven de Zelisser wal aan 't stapje, genaamd het Lyseven. Het accoord van 12 april 1556 (reg. nr. 9) bepaalt, dat alleen niet-weidbare grond mag worden uitgemoerd.
69 1735, februari 23.
Adriaan van Kasteren en Cornelis van der Braacken, schepenen van Esch, verklaren, dat Goyaart Aarts van Gestel en Adriaan Jansen Peynenborgh getuigd hebben, dat zij op 4 februari 1735 tegenwoordig zijn geweest bij de verkoop van eikebomen op het erve van Michiel den Ouden, in huwelijk hebbende de weduwe van Peter van Tuyll, gelegen op de Vughtse hoeve, alwaar zij gekomen zijn in zeker steegje dat loopt van de gemene heerbaan naar 's- Hertogenbosch tot aan genoemd huis, waar bij het hek een blauwe steen ligt. Dat de secretaris van Vught toen is gegaan binnen de wal of erf en daar staande op Vughtse grond, de verkoop gedaan heeft.
70 1735, november 9.
Ingelanden en geërfden van Esch machtigen hun schepenen en regenten om het moer in het Swartven, gelegen achter de huizinge van Michiel den Ouden op Vughtse hoeve, aan de meestbiedende te verkopen.
71 1740,....
Verzoekschrift van de regenten van Boxtel, St. Michielsgestel, Gemonde en Esch aan de Raad van State, houdende, dat in het jaar 1739 door het overstromen van de Dommel vele landerijen bedorven zijn, zodat er zeer weinig graan geoost is en de boekweit bij het uitkomen bevroren is. De dorpen Boxtel en Esch, gelegen aan de grote weg van 's-Bosch naar Aken, Luik en Maastricht zijn door het wegspoelen der bruggen bijna vier maanden afgesneden geweest van alle passage, zodat de ingezetenen, die zich bezighouden met het verhuren van voorspanpaarden, het houden van logement en herberg, lang ringloos zijn geweest, waarbij nog komt het stijgen der prijzen, zodat velen tot armoede vervallen zijn. Zij vragen remissie van een jaar gemene middelen en verpondingen.
72 1759,....
Regenten van Esch bevelen de deurwaarder, die daartoe zal worden verzocht, Jan van Gestel te Esch, Theodorus Princen te Esch, de kinderen van der Horst te 's-Bosch, Joost Verouden te Boxtel, de armmeester te Boxtel, Michiel van Oers te Esch, Jan Santegoets te Boxtel, Dirck de Cort te Esch, de heer Colonel Chambrier te Esch, Pero Verouden te Esch, Maurits van Kessel voor de kinderen Verkamp te 's-Bosch, de kinderen van Jan de Jongh te Vught, Goyaart van der Bruggen te Vught en Eymbert van Aalst te 's-Bosch te gelasten om op 25 oktober 1759 ten huize van Jan Verouden te Esch te komen teneinde te besluiten over het vernieuwen van de Lagebrugge, die dringend reparatie en vernieuwing behoeft.
73 1761, januari 16.
Verzoekschrift van de regenten van Vught aan de rentmeester-generaal der domeinen, verzoekende aan de geërfden van Esch niet toe te staan de boete op het wederrechtelijk gebruik der gemeint te verhogen, aangezien daardoor vele ingezetenen zullen worden geschaad, doch te bevorderen dat een billijke cijns wordt overeengekomen.
74 1761,.....
Regenten van Esch verzoeken aan de Raad van State de boete op het onrechtmatig gebruik van de Essche gemeint te mogen verhogen tot ? 50.- aangezien vele inwoners van Vught door de geringheid der boete inbreuk maken op de rechten der geërfden.
75 1762, januari 29.
Adriaan van den Boogaert en Andries Vermeer, schepenen van Helvoirt, verklaren, dat Embert Gelders de Bondt, oud 86 jaar, en Jan Willem Peynenborg, oud 70 jaar, op verzoek van Peter van Dongen getuigd hebben, dat wijlen Hendrick Martens van Hal, bij wie zij als knecht gediend hebben, het gebruiksrecht had van de Essche heide.
76 1762, februari 25.
De Raad van State beveelt de regenten van Esch om degenen, die bewezen hebben tot de gemeint gerechtigt te zijn, toe te laten en het nieuwe reglement, dat bij deze wordt bekrachtigd, te laten registreren. Met staat van gerechtigden.
77 1762, maart 6.
De Raad en Rentmeester-Generaal der Domeinen van Brabant verklaren het Nieuwe reglement van de Essche gemeint geregistreerd te hebben.
78 1764, oktober ....
Jacobus Althoffer, stadhouder van de kwartierschout van Oisterwijk, gelade vorster van Esch de na te noemen personen te citeren om de eed te komen doen: Jan van den Braake, president, Hendricus van Hal, Michiel van der Meyden, Jan van der Velden, Christiaan Peynenburgh, Peter Thomas van Eyndhoven en Cornelis Santegoets, schepenen. Met inliggende citatie, zonder datum, voor: Wilhelmus Heessels, president, Martinus Hendrik van den Braak, Francis Verouden, Andries van Liemd, Willibrordus van Houtum, Adriaan van den Aker en Hendricus Jan Verouden, schepenen, Hermanus van Oers, burgemeester, Nicolaas van Esch, armmeester en Pero van Oers, kerkmeester.
79 1767,.....
Wilhelmus Engelbertus Buschman, predikant van Esch, en H. van Voorst, kerkmeester, beklagen zich bij de Raad van State over de regenten van Esch, die de bomen op het kerkhof willen verkopen. Met apostille waarbij dit wordt verboden van 9 juni 1767.
80 1770, februari 12.
Jacobus Althoffer, stadhouder en geauthoriseerde van de heer Cebes van Sijsen, kwartierschout van Oisterwijk, en Hendricus van Hal, Cornelis Santegoets, Jacobus Endevoets, Hendrikus Verouden, Wilhelmus Heessels, Andries van Liemdt en Antony van Eyndhoven, schepenen van Esch, stellen Rudolphus Nicolaas aan tot dorpsdienaar.
81 1777, mei 16.
De Staten-Generaal, na advies van de Raad van State van 12 mei 1777, geven de regenten van Esch toestemming tot het herbouwen en vernieuwen van de school met schoolhuis, onder bepaling dat zij ? 500.- van het voordelig slot der verpondingen over 1774 mogen lichten en ? 140.- van de beden, terwijl zij het restant mogen lenen, af te lossen met een extraordinaris reëele omslag van 1/6 van een verponding gedurende zes jaren.
82 1792, maart 7.
Officier en schepenen van de dingbank van Esch houden aanbesteding van het maken van enige vernieuwingen in de Raadkamer. Aannemer is Pieter van Rooy die tot borgen stelt Wilhelmus Heessels en Andries van Liempt.
83 1792,....
Officier en schepenen van de dingbank van Esch houden aanbesteding van het maken van een brugje op de Vugschoer op de Nieuwe Baan. Aannemer is Joseph van Vleuten.
84 1795, juli 18.
De municipaliteit van Esch gelast de secretaris van Helvoirt en Esch alle boeken en papieren terug te geven voor zover ze Esch betreffen, aangezien ze te Esch moeten berusten.
85 1796, april 29.
Het Comité van Algemeen Welzijn in Bataafs Brabant weigert de door schepenen van Esch op 21 april 1796 gedane benoeming van Pero van Oers tot schoolmeester te bekrachtigen. Aangezien Van Oers zich in lange tijd niet op de letteren heeft toegelegd en het welzijn des volks eist, dat alleen personen worden toegelaten, die de jeugd in alle vakken grondig kunnen onderrichten, moet de aanstelling geweigerd worden.
86 1796,......
De municipaliteit van Esch beklaagt zich bij het Comité tot de Algemene Zaken te 's-Hage over de verpondings-en bedeheffers, die hem in gijzeling hebben gedaagd wegens het uitblijven van betaling. Zij verklaren meer dan andere plaatsen in de Meierij geleden te hebben van de Hessische, Hannoveraanse en Franse troepen, terwijl door het hoge water in het voorjaar en de zomer van 1795 de oogsten geheel bedorven zijn.
87 1796, oktober ..
Schepenen van Esch stellen Adriaan Vaarlé aan tot schoolmeester, met goedkeuring door het Comité van Algemeen Welzijn.
88 1797, juni 7.
Schepenen van Esch, in aanmerking genomen het overlijden op 1 juni 1797 van de schoolmeester Adriaan Vaarlé, stellen Pero van Oers aan tot schoolmeester.
89 1798, .......
De municipaliteit van de dingbank van Esch verzoeken het Intermediair Administratief Bestuur van Brabant van 1798 en vier volgende jaren een halve verponding te willen toestaan ten behoeve van de dorpshuishouding. Bij resolutie van 30 maart 1797 is voor het jaar 1797 een hele verponding toegestaan, waarna men opnieuw zou besluiten.
Regesten van de H. Geest Tafel
709 beschreven archiefstukken
66 gedigitaliseerd
totaal 1.762 bestanden

Kenmerken

Datering:
1301-1810
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Categorie:
709 beschreven archiefstukken
66 gedigitaliseerd
totaal 1.762 bestanden