Godefridus Scilder en Nycolaus Spierinc, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Petrus, zoon van Adam Arntssoen, verkocht heeft aan Lambertus de Doernen, zoon van Chrispianus, ten behoeve van Adam, Wolterus, Godefridus en Heilwich, kinderen van Johannes Oems en Agneta, dochter van Adam Arntssoen, een erfpaoht van een half mud rogge, gaande uit een huis, erf en hof met 4-lopense land, gelegen in de parochie Geffen aan de Wijk, tussen Henricus Giebensoen en Adam Goeswijne, strekkende van de straat tot aan de gemene weg
Godefridus Scilder en Nycolaus Spierinc, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Petrus, zoon van Adam Arntssoen, verkocht heeft aan Lambertus de Doernen, zoon van Chrispianus, ten behoeve van Adam, Wolterus, Godefridus en Heilwich, kinderen van Johannes Oems en Agneta, dochter van Adam Arntssoen, een erfpaoht van een half mud rogge, gaande uit een huis, erf en hof met 4-lopense land, gelegen in de parochie Geffen aan de Wijk, tussen Henricus Giebensoen en Adam Goeswijne, strekkende van de straat tot aan de gemene weg