Petrus Steenwech en Johannes Spiker, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Martinus, zoon van Henricus de Elmpt, heeft opgedragen aan Lambertus, zoon van wijlen Theodericus Roetart:
a. 1,5 lopense bouwland in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde, tussen Lambertus voorn. en Rodolphus, zoon van wijlen Lodovicus de Bladel, strekkende van Wouter Corstiaenssoen tot aan Lambertus voorn.
b. 1 lopense bouwland, gelegen alsvoren, tussen de erfgenamen van wijlen Paulus zoon van wijlen Johannes Coppensoen en Petrus van de Perre, strekkende van Willelmus van den Assch tot aan Lambertus voorn.
c. een stuk bouwland, gelegen alsvoren tussen Lambertus voorn. en Rodolphus de Bladel, strekkende van Henricus en Baudewinus, zonen van wijlen Baudewinus Maessoen tot aan het huis, geheten die hoeve te Wederhamer.
d. een stuk weiland, gelegen alsvoren tussen Johannes, zoon van wijlen Johannes Promans,en meer anderen t.e.z. en de Dommel t.a.z., strekkende van de erfgenamen van wijlen Zebertus de Collenberch tot aan de erfgenamen van wijlen Lambertus de Collenberch.
e. 1/9 van 2 weilanden, gelegen alsvoren tussen de Dommel t.e.z. en de erfgenamen van wijlen Johannes de Cremer en Wolter Corstiaenssoen t.a.z., strekkende van Rodolphus de Bladel tot aan het huis die hoeve te Wederhamer.
f. 1/4 en 1/8 van een weiland, gelegen alsvoren tussen de gemene strate en Petrus de Perre en meer anderen, strekkende van Hessel en Gerardus, zonen van wijlen Henricus Hesselssoen tot aan Gerardus, zoon van wijlen Henricus Hesselssoen, en meer anderen;
g. 1/4 en 1/2 van een tiende uit 2 stukken land, genaamd de Coppelken en den Bredenbeempt;
h. 1/4 en 1/8 van een tiende uit 2 stukken land genaamd Vossenbeempt en Bredenbeempt
Tegen een erfpacht van 1 mud rogge.
Petrus Steenwech en Johannes Spiker, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Martinus, zoon van Henricus de Elmpt, heeft opgedragen aan Lambertus, zoon van wijlen Theodericus Roetart:
a. 1,5 lopense bouwland in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde, tussen Lambertus voorn. en Rodolphus, zoon van wijlen Lodovicus de Bladel, strekkende van Wouter Corstiaenssoen tot aan Lambertus voorn.
b. 1 lopense bouwland, gelegen alsvoren, tussen de erfgenamen van wijlen Paulus zoon van wijlen Johannes Coppensoen en Petrus van de Perre, strekkende van Willelmus van den Assch tot aan Lambertus voorn.
c. een stuk bouwland, gelegen alsvoren tussen Lambertus voorn. en Rodolphus de Bladel, strekkende van Henricus en Baudewinus, zonen van wijlen Baudewinus Maessoen tot aan het huis, geheten die hoeve te Wederhamer.
d. een stuk weiland, gelegen alsvoren tussen Johannes, zoon van wijlen Johannes Promans,en meer anderen t.e.z. en de Dommel t.a.z., strekkende van de erfgenamen van wijlen Zebertus de Collenberch tot aan de erfgenamen van wijlen Lambertus de Collenberch.
e. 1/9 van 2 weilanden, gelegen alsvoren tussen de Dommel t.e.z. en de erfgenamen van wijlen Johannes de Cremer en Wolter Corstiaenssoen t.a.z., strekkende van Rodolphus de Bladel tot aan het huis die hoeve te Wederhamer.
f. 1/4 en 1/8 van een weiland, gelegen alsvoren tussen de gemene strate en Petrus de Perre en meer anderen, strekkende van Hessel en Gerardus, zonen van wijlen Henricus Hesselssoen tot aan Gerardus, zoon van wijlen Henricus Hesselssoen, en meer anderen;
g. 1/4 en 1/2 van een tiende uit 2 stukken land, genaamd de Coppelken en den Bredenbeempt;
h. 1/4 en 1/8 van een tiende uit 2 stukken land genaamd Vossenbeempt en Bredenbeempt
Tegen een erfpacht van 1 mud rogge.