Martinus de Rode en Symon de Gheel, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, zoon van wijlen Johannes de Zonne, vruchtgebruiker van een stuk weiland, geheten Roesbeempt, en eigenaar van 1/4 deel, dit deel heeft opgedragen aan zijn zonen Johannes en Adrianus, mede ten behoeve van zijn dochters Elisabeth en Mechteld, zoals het gelegen is in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde, tussen Martinus de Elmpt en Willelmus Hessels, strekkende van Johannes Molyman alias Bredebaert en meer anderen tot aan Godefridus van den Huls
Martinus de Rode en Symon de Gheel, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, zoon van wijlen Johannes de Zonne, vruchtgebruiker van een stuk weiland, geheten Roesbeempt, en eigenaar van 1/4 deel, dit deel heeft opgedragen aan zijn zonen Johannes en Adrianus, mede ten behoeve van zijn dochters Elisabeth en Mechteld, zoals het gelegen is in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde, tussen Martinus de Elmpt en Willelmus Hessels, strekkende van Johannes Molyman alias Bredebaert en meer anderen tot aan Godefridus van den Huls