Amelius de Boechem en Johannes Witmery, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Ermgard, weduwe van wijlen Johannes zoon van wijlen Goeswinus Haelstaff, heeft opgedragen aan Laurencius en Elisabeth, haar kinderen, het vruchtgebruik van van een erfpacht van 5 mud rogge, gaande uit een huis, erve en hof, vroeger toebehoord hebbende aan Judocus Kepken later aan Everard van de Water, gelegen in de parochie Nuwelant bij St.Nicolaesstok, tussen Johannes van den Aafoert en Johannes Korstiaens, welke erfpacht Johannes Haelstaff van Everard van de Water verkregen heeft
Amelius de Boechem en Johannes Witmery, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren, dat Ermgard, weduwe van wijlen Johannes zoon van wijlen Goeswinus Haelstaff, heeft opgedragen aan Laurencius en Elisabeth, haar kinderen, het vruchtgebruik van van een erfpacht van 5 mud rogge, gaande uit een huis, erve en hof, vroeger toebehoord hebbende aan Judocus Kepken later aan Everard van de Water, gelegen in de parochie Nuwelant bij St.Nicolaesstok, tussen Johannes van den Aafoert en Johannes Korstiaens, welke erfpacht Johannes Haelstaff van Everard van de Water verkregen heeft