Petrus de Vladeracken en Willelmus de Ghent, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Hermannus, zoon van wijlen Bartholomeus die Momber, heeft opgedragen aan Martinus de Elmpt, het vruchtgebruik van een huis, erve gelegen in de parochie Esch, tussen het erve van de Carthusers te Vucht en de gemene straat, hem aangekomen van Elizabeth, weduwe van Henricus Spelmekers
Petrus de Vladeracken en Willelmus de Ghent, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Hermannus, zoon van wijlen Bartholomeus die Momber, heeft opgedragen aan Martinus de Elmpt, het vruchtgebruik van een huis, erve gelegen in de parochie Esch, tussen het erve van de Carthusers te Vucht en de gemene straat, hem aangekomen van Elizabeth, weduwe van Henricus Spelmekers