Godefridus Grotart de Os en Yewanus- Bruyst, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, zoon van Lambertus Dirckss. van de Wegesceiden, heeft opgedragen aan Martinus de Elmpt, 1/7 part en een heel part van de weide, genaamd Roesbeempt, gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde in Vrillichoven, tussen Martinus voorn. en Willelmus Martenssoen, strekkende van Elisabeth, weduwe van Thomas, zoon van wijlen Johannes
Pauwelssoen en haar kinderen tot aan Laurencius Lathouwers
Godefridus Grotart de Os en Yewanus- Bruyst, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Johannes, zoon van Lambertus Dirckss. van de Wegesceiden, heeft opgedragen aan Martinus de Elmpt, 1/7 part en een heel part van de weide, genaamd Roesbeempt, gelegen in de parochie Bucstel onder de dingbank van Lyemde in Vrillichoven, tussen Martinus voorn. en Willelmus Martenssoen, strekkende van Elisabeth, weduwe van Thomas, zoon van wijlen Johannes
Pauwelssoen en haar kinderen tot aan Laurencius Lathouwers