Godefridus Symons en Willelmus van Os, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Andreas, zoon van wijlen Walterus zoon, van wijlen Andreas zoon van wijlen Andreas Thyssoen, en Laurencius, zoon van Johannes Stooven, man van Yda, dochter van wijlen Walterus voornoemd, mede voor Johannes, zoon van wijlen Walterus voornoemd, hebben opgedragen aan Andreas, zoon van wijlen Andreas Thyssoen, al hun recht op een cijns van 4 pond (zie regestnr. 74),
waarvan hun moeder Gerarda het vruchtgebruik had
Godefridus Symons en Willelmus van Os, schepenen van 's-Hertogenbosch, verklaren dat Andreas, zoon van wijlen Walterus zoon, van wijlen Andreas zoon van wijlen Andreas Thyssoen, en Laurencius, zoon van Johannes Stooven, man van Yda, dochter van wijlen Walterus voornoemd, mede voor Johannes, zoon van wijlen Walterus voornoemd, hebben opgedragen aan Andreas, zoon van wijlen Andreas Thyssoen, al hun recht op een cijns van 4 pond (zie regestnr. 74),
waarvan hun moeder Gerarda het vruchtgebruik had