Claus van Spreuwel, Jan Jan Willemsoene en Gheryt Peters, schepenen van Hilvarenbeek, verklaren, dat Jan Daneelszoene van den Speelhoven heeft opgedragen aan Beatrize Loefs ten behoeve van haar zoon Jan, die zij heeft bij Ghysbrecht Scermer, een erfpacht van 18 lopen rogge, gaande uit een stuk land aan de Baesscotterstraet, tussen de straat en Vrederick Janszoene, toebehorend aan Jan van den Ven en dat indertijd door Willem van den Speelhove vererfpacht is.
Claus van Spreuwel, Jan Jan Willemsoene en Gheryt Peters, schepenen van Hilvarenbeek, verklaren, dat Jan Daneelszoene van den Speelhoven heeft opgedragen aan Beatrize Loefs ten behoeve van haar zoon Jan, die zij heeft bij Ghysbrecht Scermer, een erfpacht van 18 lopen rogge, gaande uit een stuk land aan de Baesscotterstraet, tussen de straat en Vrederick Janszoene, toebehorend aan Jan van den Ven en dat indertijd door Willem van den Speelhove vererfpacht is.