Er is nog een andere naamsverklaring in omloop, namelijk dat "schijn" een variant van "schim" of "verschijning" zou zijn, waardoor Schijndel van oorsprong dus eigenlijk een spookbos genoemd zou worden. Het is een aardige gedachte en een leuk verhaal, maar verder hoogst onwaarschijnlijk.
Op 6 december 1309 vaardigde Hertog Jan II een oorkonde uit, waarin hij verklaarde dat hij de ’gemeynte’ (de woeste gronden voor gemeenschappelijk gebruik) van Schijndel aan de ‘lieden’ aldaar had uitgegeven. Omdat de ‘lieden van Schijndel’ in deze tekst in wezen de gemeenschap van Schijndel vertegenwoordigen, kan de uitgifte van de gemeente worden aangemerkt als de formele bevestiging van het bestaan van het dorp, of zeg maar de stichtingsakte. In deze akte werden namelijk ook de dorpsgrenzen vastgelegd en het recht verleend om vreemd vee uit de ’gemeynte’ te weren.
Ontwikkeling
Tussen 1400 en 1500 hebben de hertogen van Brabant een paar keer een soort volkstelling in het hertogdom gehouden, de zogenaamde haardstedentellingen. Uit het aantal haardsteden (of huizen) kunnen we ongeveer afleiden hoe groot de lokale bevolking was. Schijndel telde gemiddeld zo’n 260 huizen, met een waarschijnlijke bevolking van rond de 1.200 inwoners. Dat bevolkingsaantal bleef door de eeuwen heen tamelijk constant, behalve natuurlijk als zich plotselinge rampen voordeden.
Schijndel, vanouds verdeeld in vijf gehuchten (te weten Wijbosch, Elschot, Borne, Lutteleind en Broekstraat) kende tot 1740 alleen zandwegen. In 1740 kwam de eerste weg van keistenen. Dit was een weg van ’s-Hertogenbosch naar Best.
Een bijzondere vorm van landbouw, specifiek voor Schijndel, is heel lang de hopteelt geweest.
Het oudste bericht over de Schijndelse hopteelt stamt al uit 1400. Het gaat dus om een traditie die heel ver terguggaat in de tijd. Het telen van hop kostte best wel inspanning en veel goede mest, en soms viel de opbrengst tegen. Maar in de archieven komen door de eeuwen heen telkens weer zogenaamde ‘hopkuilen’ voor, een teken dat de teelt in Schijndel een lange ononderbroken traditie kent: het loonde dus blijkbaar wel.
Bierbrouwerijen vormen een ander kleinschalig, maar in de geschiedenis belangrijk economisch fenomeen, dat natuurlijk direct samenhangt met de aanwezige hopteelt. In het begin van de achttiende eeuw kende Schijndel nog zeven brouwerijen.
Wapen
De eikenboom in het dorpswapen staat in relatie met het oorspronkelijke eikenbos. Deze eikenboom komt al in de veertiende eeuw voor op het schepenbankzegel van Schijndel.
Later verschijnt echter ook de Heilige Servatius op het schepenbankzegel.