1451 oktober 1.
De schepenen van Sambeke oorkonden dat:
a) Henrick van Blitterswijck, heer tAefferden, borgzaat en ambtman ter Hatendonck, namens de heer van Gelre en Gulich en graaf van Zutphen;
b) Hubrecht van Culenborch, heer te Boxmeer;
c) zijzelf,
aan sunte Johan Baptista, patroon der kerk van Sambeke, ten behoeve van de verbouwing en verlichting van voornoemde kerk, hebben opgedragen de gehele Pedel Graeve, die te Sambeke door het Velt loopt.
Gegeven jnden jaer ons Heren dusent vierhondert ende een ende vyfftich op sunte Remeys dach.
Het schependomszegel van Sambeek beschadigd.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 295) op perkament
1451 oktober 1.
De schepenen van Sambeke oorkonden dat:
a) Henrick van Blitterswijck, heer tAefferden, borgzaat en ambtman ter Hatendonck, namens de heer van Gelre en Gulich en graaf van Zutphen;
b) Hubrecht van Culenborch, heer te Boxmeer;
c) zijzelf,
aan sunte Johan Baptista, patroon der kerk van Sambeke, ten behoeve van de verbouwing en verlichting van voornoemde kerk, hebben opgedragen de gehele Pedel Graeve, die te Sambeke door het Velt loopt.
Gegeven jnden jaer ons Heren dusent vierhondert ende een ende vyfftich op sunte Remeys dach.
Het schependomszegel van Sambeek beschadigd.
Oorspronkelijk (inventarisnummer 295) op perkament