Archieven

1 Derick Veler en Frederick Coeberch, schepenen van Cuijk oorkonden, dat Mett , Wancken Hermenss huisvrouw met haar momber, Aert [Kampen] als haar wettelijke momber sijnen ... ( papierverlies) verweckt bij Lijss, Wancken Ruttendochter echte huisvrouw, aan Henrick Janssoon en Stijn e.l. heeft opgedragen een op den Acker gelegen stuk lands van ongeveer ½ morgen. Gelegen met een zijde beneven [Goessen] Wolters erf, de andere zijde Griet Verhouffen met haar kinderen erf, met een eind op Henrick Diemers erf, het laatste eind schietende op de gemene weg. Stelt tot borg een kamp land geheten [Vessums] kamp, gelegen met een zijde beneven Goessen Wolters erf, met een eind het gemene broek en het andere eind schietende op de gemene straat.Actum op arme kijnderendach ( onnozele kinderen 28 december)

2 Derick Veler en Frederick Coeberch, schepenen van Kuijck oorkonden, dat Anna Thonisdochter van Baickell voor haarzelf en voor haar zuster Mett van Baickell een panding verricht heeft i.v.m. een achterstalligheid in de betaling van een rente van 6 Philipsgulden op de goederen van Rieck Maesz Roloffssoon up den Hijssberch en Heijltge e.l.

3 Frederick Coeberch en Lambert ingen Haeff, schepenen van Cuijck oorkonden, dat: Aeleijdt weduwe van Henrick Wilbertssoon; haar zoon Bernt, voor hemzelf en voor zijn onmondige broers Wilbert en Goertge aan Gelis Dopper en Jenne e.l. hebben opgedragen een op 14-8 te betalen rente van 2 malder rogge, gevestigd op een te Sint Agatha gelegen huis, hofstad en land van ongeveer 6 hollandse morgen, gelegen de zijde beneven Griet die Raeijmeckers erf,de andere zijde de gemene straat, met een eind op Hermen Arnts erf,het laatste eind op des cloosters erf. losbaar met 36 Philipsgulden.

4 Derick Velar en Frederick Coeberch, schepenen van Cuijck oorkonden, dat Frans vanden Borch, als rentmeester van de graaf vanden Bergh, heer van Boxmeer en Haps, een panding verrricht heeft op de goederen van Mathias van Coelen, Jan van Ven, Goessge Wouters en Willem Mondtgens of Custers, in hun hoedanigheid van tienders, conform de door de rentmeester voornoemd gedane tiendverpachting. Waarbij Jan die Lew optreed als volmachtiger van de voornoemde rentmeester