Archieven

1 J. Smits en zijn vrouw Johanna Philippina Schartz verkopen aan Petrus Franciscus Gerardus de Quaij, luitenant-kolonel in het leger van de Bataafse Republiek, en zijn echtgenote Regina Maria Catharina van Ringen een huis met stal en aangelegen land. Verder enkele percelen nieuw afgegraven land genaamd de oude Kooij, de Klijn Kooij en de Retraite.

2 De erfgenamen van Abel Lamers en zijn vrouw Johanna Hendrikx Copman: Pe(e)ter Thiessen en zijn vrouw Elisabeth Aben; Hendricus Aben en zijn vrouw Maria Wilms; Johannes Aben en zijn vrouw Gertruij Gisberts; Jan Thomassen en zijn vrouw Maria Aben en ten slotte Johannes Thomassen en zijn vrouw Mararet(h)a Aben verkopen aan L. L. van Spengler en zijn echtgenote Vrouwe Catharina Jacoba du Rieu een huis met bijgebouwen en aangelegen bouwland genaamd de Braninck , belast met een jaarlijkse afdracht aan het Comtoir der Domeijnen te Grave en grenzend aan Marte Verhaegen en Cornelis Cornelesen; een perceel land genaamd het Nieuw, grenzend aan o.a. Marte Verhaegen; een perceel land op de groote Branninck, grenzend aan de Roomsche armen van Cuijk en Cornelis Cornelesen; een perceel land grenzend aan Peeter Smits; en ten slotte nog enkele percelen land grenzend aan o.a. Hent Verhaegen.

3 Roelof Papegaaij, schout van Escharen, verklaart op last van Mr. Pieter Vermerk, na gedaan arrest van 10 maart 1804, dat beslag is gelegd op de bezittingen van Anthoon Ceijsers en Catharina van der Zanden, echtelieden, ter derving van openstaande vorderingen en gerechtskosten. Bij openbare verkoop op 19 maart 1805 werd aan Jan Jilesen en zijn vrouw Joanna Noijen verkocht: een huis met bijgebouwen en aanliggend land gelegen op den Brunkum, voormalig leengoed van de Cuijksche Leenkamer en grenzend aan St. Catharina Vicarie, Willem van Spengler, Ed. Ruijs, de secretaris Hub. Jilesen, Mathijs van Dael, A. Papegaaij, Gisbert Daenen en Maria Jans, de weduwe van Thomas Jans. De boerderij was belast met een lening verstrekt door Dr. De la Geneste uit Grave.

4 Roelof Papegaaij, schout van Escharen, verklaart dat namens de executeur A. Schonermarck beslag is gelegd op de goederen van Cornelis Cornelissen en Johanna Gijsberts (Giesberts), echtelieden, ter voldoening van openstaande vorderingen. Na eerder vrijwillig afstand gedaan te hebben van hun bezittingen volgde op 5 juni 1805 de publieke verkoop. Hierbij werd aan Jan Thomassen en zijn vrouw Maria Aarts een perceel land verkocht gelegen aan de Sijkbok, grenzend aan Albert Gisberts, jaarlijks belast met een afdracht aan het Comptoir der Domeijnen te Grave