Archieven

1 Adrianus van Bergom, meerderjarige jongman wonende te Herpen, ziekelijk van lichaam, herroept al zijn eerdere testamenten en wil na zijn dood 30 zingende missen laten doen door de pastoor van Herpen. Hij legateert 100 gulden aan de kapelaan van Herpen voor 200 zielmissen. Nog 50 gulden aan de pastoor van Herpen voor een eeuwigdurende jaargetijde. Nog 30 gulden aan de paters Capucijnen te Velp voor lezende missen. Hij legateert 50 gulden aan zijn neef Wilbert Gerardus van Berkel, en aan Theodorus Jan van Bergen, en aan Lambert Gerardus van Berkel, en aan Wilhelmus van Berkel, en aan de jongst zus Cornelia van Berkel. Hij benoemt al zijn neven en nichten tot zijn universele erfgenamen. Hij schat de waarde van zijn boedel op 1800 gulden. Gepasseerd voor Pieter van der Heijde, notaris te Ravenstein en de getuigen Theodoris Visschers en Martinus van den Hoogen.

2 Steven van Deuren en zijn vrouw Maria Vissers, de laatste ziek op bed liggend, wonende te Herpen, maken een testament op de langstlevende. Na de dood van de langstlevende erven de drie kinderen uit het eerste huwelijk van de testateur, met wijlen Lucia Willems, met namen Catharina, Hermina en Louwerens. Als er uit dit huwelijk nog kinderen worden geboren, dan delen alle kinderen gelijk. Gepasseerd voor Pieter van der Heijde, notaris te Ravenstein en de getuigen Jan Willem van Dueren en Pieter H. Schmit.

3 Ten huize van Hendricus Versteegen, wonende te Schaijk. Johanna Claas Jacobs de Groot, geestelijke dochter, wonende te Herpen, ziek op bed liggend, maakt haar testament. Ze benoemt haar twee neven Hendricus Versteegen voornoemd en Willem Bulkens, wonende te Herpen, tot executeurs van haar testament. Gepasseerd voor Pieter van der Heijde, notaris te Ravenstein en de getuigen Cornelis Koene van der Sande en Jan Peter Kuijpers.

4 Ten huize van Gerrit van Deijk te Demen. Johanna van Deijk, weduwe Jacobus Spaniers, ziek op bed liggend, maakt haar testament. Ze heeft haar broer Gerrit van Deijk al verteld hoe zij begraven wil worden. Ze legateert 50 gulden aan de pastoor van Demen voor een zingende jaargetijde. Ze legateert het vruchtgebruik van al haar goederen aan gemelde Gerrit van Deijk. Ze benoemt de kinderen van Gerrit van Deijk, uit zijn huwelijk met Helena van Baten, genaamd Henderijn, Maria, Geertruij, Hendrik en Nicolaas, tot haar universele erfgenamen. Gepasseerd voor Pieter van der Heijde, notaris te Ravenstein en de getuigen Arnoldus van den Bergh en Dirk van Kessel.