Archieven

150 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel verscheen Ansem en Jan , broers en zoons van Adriaan a Kempen, verder Michiel Dirricks van den Bichelaer en Jan Jansse de Bresser en beloven op onderpand van hun persoon en bezit aan het armenmannenhuis te Boxtel (gesticht door de familie van Berendoncq, JT), per heden datum over een jaar de som van 200 gulden te betalen met onderwijl een rente van 8 gulden. Het betreft geleend geld aan de eerste comparant verstrekt en als er met instemming niet op de vervaldag wordt betaald, zal de rente blijven doorlopen. Dit bedrag is onderdeel van een groter bedrag dat in een testament werd vermaakt door juffrouw Maria van de Sande wonend in de vrijheid Geil (mogelijk bedoeld Geel?) d.d. 4 juli 1698 voor notaris Ant. Nuijts, waarvan echter Elisabeth van de Sande zolang het vruchtgebruik krijgt zolang ze leeft en daarna haar naaste familie en als er geen familie van Elisabeth is gaat het inkomen naar het amengasthuis van Boxtel. Vandaag is er door Dirck Cornelissen van Liempt (is hij de beheerder voor het mannengasthuis?) in mindering op een obligatie van 400 gulden, volgens een akte opgemaakt voor notaris J. Prasers d.d. 13 augustus 1702, deze 200 gulden opnieuw uitgeleend. Als er met instemming niet op de vervaldag wordt betaald, zal de lening voor schepenen van de stad Den Bosch of te Boxtel worden vernieuwd waarvoor toonder van deze brief wordt gemachtigd. Aldus gepasseerd ten kantore van mij notaris op 18 april 1706 in aanwezigheid van sr. Nicolaas de Lavigne oud-borgemeester voor Boxtel en Ignatius Wittebol. Ondertekend : Ansem Adriaens a Kempen, Jan Adriaens a Kempen, merkteken van Jan Jansen de Bresser, merkteken van Michiel Dierck van de Bichelaer, Nicolaes de Lavigne, Ign. Wittebol, Corn. Wittebol notarius publicus. (in marge : Dirk Cornelisse van Liemt, verklaart voor vermelde 200 gulden met de rente te zijn betaald door de erfgenamen van Ansem en Jan a Kempen, actum 4 mei 1721.