Archieven

140 Ook is verschenen Gerit Jan Henricx en die heeft verklaard dat hij Delis Corstiaens op 16 mei 1636 heeft horen zeggen dat de reen van de schapen was scheidende aan het schoor bij Jan Claessen van der Aa z’n huis in de Borne [20.5.1636]; idem verklaren Goossen Jans en Hendrick Voets als ook Jan Verheoven schepenen dat voor hen is verschenen Jan Amijssen van der Spanck oud 72 jaar, Henrick Jan Eijmberts oud 68 jaar, Jan Bastiaens oud 68 jaar, Henrick Janssen oud 63 jaar en Marijken nagelaten weduwe van Jan Dircx oud 70 jaar waarbij Jan hetzelfde verklaart t.a.v. de schapen in de Borne en dat die van het Lutteleijnde hun schapen hebben gehoed en gedreven bij het huis van Henrick Peeter Matijss. en nooit gehoord heeft dat daar ooit een meningsverschil of kwestie over ontstaan is; Jan Bastiaens spreekt over 55 of 56 jaren geleden toen hij jarenlang de schapen van zijn vader heeft gehoed in de Kleine Borne tot aan het schoor van genoemde Henrick waar de reen was en ook nooit schapen zijn geschut; Henrick Franssen heeft ook zowat 50 jaren geldden aldaar schapen gehoed in de Kleine Borne tussen het erf van Henrick Peeter Matrijss. z’n huis en het schoor gelegen bij het huis van Claes Daniels van der Aa en dat van Henrick de Scheeper en voor het huis van Van Heretum de schapen weer keerde en dat hij de schappen niet hoedde in natte jaren in enige dellen die aldaar tussen de schuren lagen en als de schapen kwamen bij het huis van Henrick Peeters en wilde verder gaan dat Henrick dan zei: “Keert om of ik sal de in de schutskoije drijven” en volgens Henrick Franssen is er nooit een kwestie over gerezen; ten slotte de verklaring van Marijken die aangeeft dat ze zonderooit door iemand gemolesteerd te zijn geweest daar de schapen heeft kunnen hoeden