(1) den voorgenoemden Jnnen Handricx ende den voors Handrick Thomas ende mr. Jan Jansen als momboiren over den voors Gijsbert Handrix tsamen is te deel gevallen: een busselken met 5 streepen ackerlants neffens malcanderen aengelegen met eenen camp groeslants ettelijck nijeulant daer inne met eene steeghe daerteijnden aengelegen, in Schijndel onder den boeme opte Oetelaer aldaer, belendingen: Willem Handrick Laureijnsen metten sijnen ende Michiel Jan Michielsen; joffr. Coenen het groot gasthuijs binnen sHertogenbosch ende andere; heet steeghsken vande gemeijne strate tot op Goijaert Corstiaen Geerits ende meer andere.
[verder op f. 35] Noch de helft van eenen camp ackerlants groot voorde selleve helft 5 vaetsaeth in Geffen, belendingen: Jan Pauwelsen suijtwaerts; Goris Handrix Backer binnen sHertogenbosch mette andere helft; Hillegonda weduwe Goijaert Loeff vander Slooth binnen sHertogenbosch; Adriaen Aert Handrix alhier tot Geffen woonende; noch de somme van 250 gulden eens te ontfangen van het gedeelte Delisen henne broeder te deel gevallen vuijten haeckacker ende camp tot Schijndel gelegen int elschot. Belast met [niet ingevuld].
(3) Den voorgenoemden momboren tot behoeff Delis ommundich soone Handrick Gijsberts is te deel gevallen: 3 stucken ackerlants genoemt den haeck tot Schijndel in de elschot opde langh docnk, belendingen: Dirick van Kessel; Goijaert Jan Lauwereijnsen; Dirck van Kessel met meer andere; noch eenen camp hoijlants daerbij ende aengelegen, belendingen: Jan Andriessen Veraelst ende d’erfgenaemen Willem vanden Oetelaer; Handrick Gijsberts Smiths mette erffenamen Willem Handrix tot Berlicom; Goijaert Jan Gijsberts vanden Bogaert; den haeck acker voors; vrij toegedeijlt met eene silvere kettinghe; te geven aen tgedeelte Jannen ende Gijsberden mede deijlderen de somme van 250 gulden.
(4) den voorgenoemden momboiren tot behoeff Aelken alnoch ommundighe dochtere voors is te deel gevallen:
(5) den voorgenoemden momboiren tot behoeff Hilleken ommundighe dochtere Handrick Gijsberts voors is te deel gevallen: 2 mergen hoijlants in eenen meerderen camp van 8 mergen onder Nuijlant ter plaetsen int sevenvierdeel; noch 2 hont lants op de Kesselsche wijcken aldaer, belendingen: de costerije tot Kessel; noch eenen halleven mergen hoijlants inde Nuijlantsche gemeijn hoeven wesende ¼ van 2 mergen ongescheijden ende ongedeijlt tegens malcanderen rijdende; noch het gerechte vierdendeel in eenen camp ackerlants groot int geheel een mudtsaeth lants alhier int Geffense velt genoemt Sassen camp, de bovenste zijde, belendingen: Jan Dirick Luijcas oistwaerts; Aert Jan Gerits; Nicolaes Janssen; Dirick Denis. Belast met een deel van een meerderen chijns van 22 stuijvers 2 oirt aenden cappitele van Sinte Jans binnen sHertogenbosch.
Getuijgen waren hier over de schepenen van Geffen Jacop Dirix van Griensven, Gerit Geritss ende Bernaert Geritssen, desen 20-9-1641.