Archieven

273 Goert soone wylen Lambert Janssen die Vrieze, en zijn broer Ghysbert, en Jan soon wylen Hanricx Janssen van Hoeck als man van Beatris, en Anthonis soone wylen Hanricxs van Dommelen als man van Johanne, en Lauweryns soone wylen Gerit Boeyen als man van Heylwig, en Aernt soone wylen Dirck Hanrcxs als man van Wilhelme, alle vier dochters van wylen Lambert Janssen die Vrieze, en Gerit soone wylen Gerit van Keeldonck (van Geerit en wijlen zijn vrowe Katheryn dochter wylen Lambert Janssen die Vrieze), en Matteeus soone wylen Aernt Janssen van Dyeperbeeck als man van Willem dochter van voornoemde Gerit en Katheryn, hebben verkocht, opgedragen en overgegeven aan Goert soone wylen Melis Geritss als hun rechten in 'eenen camp hoeyvels genoemt heer Gerits Kempken, den selven heer Geritden wylen tot synre tochten toebehoirende', gelegen in den Buendersschen Hoeck
- e.z.: Roeff Janssen in den Horck en zijn zoon Jan
- a.z.: Claeus Verstegen Janss
- e.e.: heer Walraven van Erp
- a.e.: Mary dochterwylen Willem Dirck Stanssarts met anderen
Getuigen: Jan van Tillair en Hanrick Peter Willems, scepenen in Vechel