* hij beveelt zijn ziel aan bij God en wil dat zijn lichaam na zijn dood op de gebruikelijke plaats begraven wordt
* hij verklaard alle eerdere testamenten nietig
* hij legateert 'aen de arme menschen van Vechell dry vaten roggen eens, vuyt te reycken aen de geenen die sijne erffgenamen sullen goet vynden'
* hij legateert aan zijn zoon Henrick Rutten vooraf 600 gulden, 'welcke somme den voorschreven Henrick heeft gehadt met sijne wettige huysvrouwe ende aen hem testateure geleent'
* hij legateert aan voorschreven Henrick 'allen de haeffelycke meublen als perden, beesten, hoij, stroij ende anderen huysraet, gelt, alwaer hy in sal comen te besterven met alle de besaeyde schaere staende int velt oft geschuert wesende, ende dat vuyt sonderlinge redenen hem moverende voor synen getrouen dienst aen hem getoont ende noch dachgelycx is thoonende, ende oyck mede door dyen dat hij testateur syne penningen heeft genoten ende egene intreste van dijen ende heeft genoten noch geprofiteert,
* onder last dat Henric voorschreven sal gehouden wesen te geven vuyt de voorschreven meublen eens ter somme van vyfftich aen Jenneken sijne impotente dochter
* verder benoemt hij zijn kinderen als zijn erfgenamen, om het resterende van zijn nalatenschap gelijkelijk te delen
Getuigen: Micgiel Donckers en Goyaert Peter Rutten, schepenen. D. van der Hagen, substituut secretaris.