Jan Gijsberts en Hoogaart Amelissen als voogden over de minderjarige kinderen van Jan Melissen, verwekt bij Geertruijt Gijsberts verpachten voor 4 jaren aan Martten Jan Portten 'een huijs, hoff ende aengelegen lant', groot 2 loopense. Ook 'een eusel', gelegen aen den Hoeck genaemt Heeselar en in de Bosstraet, zoals dit goed tot nu toe gebruikt is door de pachter. Met de voorwaarden. Peter Jan Martten Portters stelt zich borg.
Getuigen: C. van der Hagen en Jan van Helvert, schepenen
Bijschrift: Jacomina weduwe van Jan Gijsberts, tijdens zijn leven voogd over de kinderen van Jan Melissen, verklaart op 11-07-1686 dat de pacht aan haar betaald is, waarmee de pacht komt te vervallen. Ze heeft voor 2 jaar huur 36 gulden ontvangen van de borg. Getuigen: Jan Goijaerts en A. Verputten, schepenen