1 parceell: 'den Groten Bemt, hoyende met Thys Jacob Thyssen cum suis, in de hellicht van desen bemtt twe delen'. Dit goed wordt gepacht door Jan Thyssen.
2 parceell: 'den Cleynen Bemtt, oyck 2 deel in de hellicht'. Dit goed wordt gepacht door Jan Henrick Gerits.
3 parceell: 'genoemt den Mortel sal men gebruijcken nast Erp tot hett Bockentt lant toe ende naest Vechell oyck tot het Bockent lantt toe om den andren geen schade te doen'. Dit goed wordt gepacht door Peter Henrick Gerits.
4 parceell: 'het Eussel'. Dit goed wordt gepacht doorAert Jan Lamberts'.
5 parceell: 'de groescantte rontom het tuellantt toecomende de verpachtersse om tott Bamis toe te gebruijcken, onde conditie datt de pachters niett en sullen mogen vlaggen, noch krabben'. Dit goed wordt gepacht door Peter Henrick Gerits.
'Alnoch het Hoij int Abrock, hoyende mette weduwe Tonij Tybos voor de hellicht'. Dit goed wordt gepacht door Cornelis Jan Cornelis.
Getuigen: G. Roeffs, Wouter van der Santvoort en Peter van Valderen, schepenen