Archieven

235 Erfdeling tussen Geurt Bastiaans de Goij als man en momber van Hermke dochter van Rut Corste en Dirck Jacobs van Herpe als man en momber van Maria dochter van Rut Korste erfgenamen van Peter Rut Corste hun broer van goederen nagelaten door hun broer. 1e lot: Geurt Bastiaens de Goij: stuk teulland groot 5 vatzaden genaamd Gelinghs Kempken e.z. Lindert Cornelis Janssen, a.z. Papenroth, e.e. Bullenscamp, a.e. de gemene Lander, belast met kapitale som van 100 gulden aan weduwe van Gerart van Beuge te ’s-Bosch. Dit lot moet aan tweede lot uitkeren som van 10 gulden. 2e lot: Dirck Jacobs van Herpe: 1 morgen groesland onder dorp Lithoijen in Palckenhoeft e.z. het gemene landt, a.z. Jan in Dolimole [=oliemolen] op Herperschaijck, e.e. Rattekempke, a.e. de Hooftgraaft.

136 Arnoldus Ruijs voor zich en met procuratie van zijn broer Lambert Ruijs pastor in Beul (=Budel), Jan Ruijs, Thomas Ruijs, Jacobus Ruijs den Aude, de laatste door wethouders alhier geautoriseerd op 26-4-1736, Aert van Oijen als man en momber van Hendrina Ruijs en Arnoldus Ruijs en Goossen van Beusecum als mombers van Johannes onmondig kind van Steeven Ruijs en Gerretruij van Beussekom verkopen publiek volgens conditie van 14-5-1736 voor 2.200 gulden aan Henderik Dirrik Hack inwoner alhier welgelegen en neringrijke paardenoliemolen, huis, schuur en varkenskooi met ap- en dependentie met de hof land, gebruikt door Jacobus Ruijs den Jonge met al het gereedschap van de oliemolen alhier omtrent den Heuvel e.z. weduwe Claes van Berchem, a.z. Jan Kempers, e.e. advocaet Koets, a.e. de gemene straet, belast met een cijns van 3 gulden, 8 stuivers en 12 penningen jaarlijks aan het kantoor der Domijnen te ’s-Bosch en een gewincijns of jaarlijkse Sint Wilbertcijns van 3 stuivers en 8 penningen.

132 Lambert Willem Ruijs pastoor in Budel machtigt en constitueert zijn broer Arnoldus Willem Ruijs olieslager en inwoner te Herpen om in zijn naam met de medeverkopers op 30-2-1736 publiek te verkopen zijn aandeel in een huis, hof en oliemolen en zijn aandeel in teul- en broeklanderijen te Oss als onder de heerlijkheid Oijen, om daarmee en obligatie of rente te lossen.

21 Willem Steven Ruijs inwoner alhier en Hendrina Ruijs vrouw van Aert Dirrix van Oijen, gemachtigd door haar man volgens procuratie voor Willem de Leuw substituut schout, Wessel van Dolderen en Henderik Moors schepenen te Leur van 15-6-1729 komen met elkaar overeen dat de verhuring van huis, oliemolen, schuur en hof met ap- en dependentie alhier aangegaan door Willem Steven Ruijs en Aert Dirrix van Oijen en gepasseerd voor de president Dirrik Coets en Petrus Essmits ter secretarie alhier op 18-2-1729 vernietigd en gemortificeerd wordt.