Archieven

17 Martijn van Heuckelom, heer van Cronesteijn en kapitein ten dienste van den Lande en vrouwe Theodora Agatha van Panhuijs, echtelieden maken testament op langstlevende.

26 Jan Thomissen, koster te Beers, en zijn vrouw Catharina Luijcas, verklaren tegenover de schepenen Pouwel Peeters en Engel Juriens dat zij een wederkerig testament gemaakt hebben. Hierin bepalen zij dat: de langstlevende tot zijn dood het vruchtgebruik heeft van alle roerende goederen: - Catharina aan de gereformeerde kerk te Ravenstein 25 gld. vermaakt voor het geval de langstlevende tot armoede mocht vervallen; - Catharina haar boeken nalaat aan Nicolaas Maggagel; - alle goederen naar hun kinderen gaan, maar pas als beiden overleden zijn; - de erfgenamen van haar kant niets krijgen; - de meubels van de “voovrou” van Jan via het gerecht naar zijn kinderen gaan. Met name naar Thonis Jans (voor zichzelf en als momboir van het nagelaten kind van Hendrick Jans), en naar Joost Jans bij absentie van Willem Jans. Het zilverwerk van wijlen Jenneken Jans wordt met toestemming van Thonis Jans en Jan Thomissen geschonken aan Joost Jans omdat hij de jongste is en omdat zijn moeder zaliger hem dat zou hebben gegeven op zijn trouwdag zoals ook zijn broers gehad hebben. Ten slotte wordt bepaald dat het kind van wijlen Hendrick Jans bij de verdeling in de plaats zal komen van zijn vader.

13 Thonis Jacops herroept alle eerder gemaakte testamenten en vermaakt op 27 april 1666 zijn na te laten goederen als volgt: Eerst legateert hij eenmalig 100 gld. aan den Armen van Beers en aan den Armen van Wanroij (behorende onder de Dingbank van Mill) om te beleggen in “seecker vast onderpandt” en de rente daarvan ter hand te stellen aan de armen. Vervolgens benoemt hij tot zijn enige en universele erfgenamen: a) de drie nagelaten kinderen van Thonis Hermens. Zij komen in de plaats van hun ouders en erven hetgeen hun vader na het overlijden van de testateur zonder testament ontvangen zou hebben. b) Willemken Jordens, het kind van Maria Jordens verwekt bij Jorden Jans, dat in de plaats komt van haar moeder. Zij zal evenveel ontvangen als een van haar ooms. c) Jacob Willems en Heijltije Hermens, de vrouw van Eghbert den Cuijper; d) Willemken Jans en Aelken Jans. Tenslotte bepaalt hij dat Diemer Geurts en zijn vrouw Mettijen Jans en hun erfgenamen erfelijk zullen bezitten en behouden het huis, schuur en bijbehorende land gelegen aan het Broeck en aan den gemeenen wegh en grenzend aan o.a. Jan Geurts en zijn vrouw Mettijen Jans. Het goed is belast met jaarlijks een halve malder rogge aan de armen van Beers en zes hoeders aan Jhr. Voort te Mill. Voorwaarde is evenwel dat zij na de dood van de testateur 1200 gld. zullen uitkeren aan eerder genoemde erfgenamen.

69 Petronella Nuijen benoemt haar echtgenoot Peter Peters landbouwer te Beers tot enig en algemeen erfgenaam.