Archieven

45 Rekest van de looiers te ’s-Hertogenbosch inhoudende dat in de Meierij van ’s-Hertogenbosch een gemeen soort van eikenschors was wassende en vallende , die, gemalen zijnde, een soort van run of taan uitleverde; ze hebben hier en daar in de Meierij dat soort schors gekocht maar in de stad beschikte men niet over een rosmolen en waren ze genoodzaakt om de schors te Boxtel te laten malen, waarna een zeer uitvoerig relaas volgt over de schors, de te betalen belasting, de looikuipen, de huidenvetters te Breda, de verzoeken om een paspoort. – zie ook folio 403, 530

66 Rekest van Mr. Arnold Willem Tibosch rentmeester van Maximiliaan Emanuel Prince de Hornes vrij baanderheer van Boxtel en Heer van Liempde en mede nog geautoriseerd van diverse geërfden van Boxtel, Liempde en Best onder Oirschot n.a.v. de aanleg van de straatweg tussen ’s-Hertogenbosch en Eindhoven uit 1741 en de taxatie van landerijen en overeenkomstige lasten [met details]. – zie ook folio 827 [uitgebreid stuk]

79 Rekest van Mr. Arnold Willem Tybosch rentmeester van Maximiliaan Emanuel Prince de Hornes vrijbaanderheer van Boxtel en Heer van Liempde verzoekende dat haar Ho: Mo: de magistraat van ’s-Hertogenbosch gelieven te ordonneren hun aandeel in ’s lands – en dorpslasten te voldoen ivm de straatweg ’s-Hertogenbosch-Eindhoven.

23 Rekest van Samuel de Waal predikant te Boxtel inhoudende dat de suppliant een rekest heeft gepresenteerd aan de Ho: Mo: op de 28e januari met klachten over de provisoren van het vrouwengasthuis te Boxtel verwijzend naar art.1 van het octrooi tot oprichting van dat gasthuis en naar art.22 van haar Ho: Mo: politiek reglement enige vrouwen van de gereformeerde religie een plaats zouden krijgen in dat gasthuis, maar dat de provisoren ¾ jaar geleden een plaats hadden toegekend aan een zekere Jacomijntje Meertens oud lidmaat in ’s-Hertogenbosch maar dat de provisoren aan genoemde weduwe niet wilden laten volgens de gehele portie als aan anderen waarbij hij de resolutie van de Ho: Mo: had gelieven te stellen in handen van kwartierschout de Ruijter en hij heeft de kwartierschout verscheiden malen aangemaand niet wetende of de kwartierschout het bericht had doorgestuurd naar de Ho: Mo:, maar ondanks dat verzoekt hij de Ho: Mo: de provisoren gelieven te gelasten dat zij zonder uitstel de weduwe haar gerechte portie te laten betalen en ook in plaats van de twee aangestelde kwezels twee gereformeerden zouden hebben aan te stellen mede op basis van genoemd art.22 en dat bij ontstentenis van dien de officier van Boxtel mocht worden gelast haar Ho: Mo: resolutie ten uitvoer te brengen; tevens inhoudende dat men de gewoonte had als men vrouwen in het gasthuis opnam dat ze dan hun collatie introkken die de suppliant iaan zijn rekest van 28 januari had ingesloten als zijnde een authentieke kopie van het genoemde octrooi. – zie ook folio 635 waarin wordt gesproken over Jacomijntje Maertens