Archieven

9 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel, verscheen Eijmert Jans van den Acker, inwoner van Boxtel in herdgang Munsel, en hij belooft als schuldenaar op onderpand van zijn persoon en bezit om aan Hendrick Wouters de Bresser, huidig borgemeester te Boxtel, die per heden datum over een jaar de som van 50 gulden te betalen met onderwijl een rente van 2 gulden en 18 stuivers. Het betreft geleend geld dat op 4 februari 1694 werd betaald en als er op de vervaldg niet wordt betaalt, zal de rente blijven doorlopen totdat het kapitaal is voldaan. Schuldvernieuwing zal plaatsvinden voor schepenen van de stad Den Bosch of te Boxtel en de schuldenaar machtitg toonder van de brief zulks te doen. Aldus opgemaakt te Boxtel 28 oktober 1706, getuigen waren Hendrick Peijnenburch en Ignatius Wittebol. Ondertekend : Eijmbert Jans van den Acker, Hendrick Peijenburch, Ign. Wittebol, quod attestor Corn. Wittebol notarius publicus.

7 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel verscheen Adriaan zoon van Jan Verhoeven, wonend ten huize van Wouter van de Nachtegaal te Boxtel op de Borghakker die door een zekere verwonding in bed ligt, verder Michiel en Jenneken, ook kinderen van wijlen Jan Verhoeven wonend te Liempde die ook nog handelen voor hun zuster Maria. Ze beloven op onderpand van hun persoon en bezit om aan meester Arnoldus Bedicx, chirurg te Boxtel een som van 70 gulden te betalen, verder de onkosten van de dokter en chrirurg die meester Bedicx nodig zal menen te hebben, onder voorwaarde dat de patient van de verwondingen zal herstellen of gezenen maar in geval hij niet geneest of als hij zou komen te overlijden, zal mr. Bedicx al naar diens oordeel handelen. Meester Bedicx belooft alles te doen tot herstel van de gewonde. De schuldverniewing zal gebeuren voor schepenen van Den Bosch of waar meester Bedicx zal wensen, Opgemaakt in Boxtel op 3 december 1706, in aanwezigheid van Dirrick Wouters van Mensvort, president-schepen voor Liempde en Hendric k Jans van Rooij als getuigen. Ondertekend : merkteken van Arijaen Verhoeven, Michiel Jansen Verhoeven, Jenneken Jansen Verhoeven, Dirck Wouters van Mensvort, merkteken van Hendrick Jans van Roojj, Arn. Bedicx chirurgijn, quod attestor Corn. Wittebol notarius publicus.

4 Voor mij Cornelis Wittebol notaris residerend te Boxtel verscheen Jan Claessen van de Pas, wonend te Boxtel, ter plaatse genoemd op de Borghakker en belooft op onderpand van zijn persoon en bezit om aan Willem van Rundt, wonend te Boxtel onder Zelissel, als voogd over de minderjarige zoon van wijlen Willem van de Braken, door Willem verwekt bij diens vrouw wijlen Maria Peeter Hendricks per heden datum over een jaar, de som van 50 gulden te betalen met ene rente van 2 gulden. Het betreft geleend geld. Als er op de vervaldag niet wordt voldaan, zal de rente blijven doorlopen. De schuldenaar zal bij schuldvernieuwing zal laten doen voor schepenen van de stad Den Bosch of te Boxtel en machtigt de toonder dezer brief om dat zoals gebruikelijk te laten doen. Datum te Boxtel 22 november 1706 in aanwezigheid van Anthonij van Thuijl, oud borgemeester en Hendrick Peeters als getuigen. Ondertekend : Jan Classsen van de Pas, Antonij van Tuijl, dit merkteken is van Hendric k Peeters, quod attestor Corn. Wittebol notarius publicus.

3 Voor mij Cornelis Wittebol, notaris residerend te Boxtel verscheen Jan Wouter Corstiaen Eijmberts, inwoner van Liempde in herdgang de Weeghscheij. Hij belooft om onderpand van zijn persoon en bezit om aan Michiel Peter Vaders de som van 100 gulden te gaan betalen, elke gulden van 20 stuivers, met een rente van 4 gulden, te voldoen per heden datum over een jaar. Het betreft geleend geld. Als er op de vervaldag niet wordt betaald, zal de rente blijven doorlopen totdat er is voldaan. Aldus opgemaakt op 28 noktober 1706, in aanwezigheid van Willem Peeters vande Laer en Ignatius Wittebol als getuigen. Ondertekend : Willem Peeters van de Laeck (de notaris schreef Laer), Ign. Wittebol, quod attestor Con. Wittebol. ((in marge : Wouter van Abeelen verklaart door zijn schoonvader Jan Wouter Eijmerts te zijn voldaan. Actum Boxtel 28 oktober 1715.)