Archieven

145 Rekest van de regenten van Breugel in kwartier Peelland over een dispuut met de erfgenamen van wijlen Herman Cremers uit ’s-Hertogenbosch in zijn leven de administratie voerende van de rekeningen van de gemeente Breugel en de daarin verwerkte posten [met details]

66a [VERVOLG AKTE] Jenneke dochter van Willem Hendrik van den heuvel huisvrouw van Jan Leermakers en nog een noodlijdende vrouwspersoon die een woning zal krijgen [met veel extra details]; voorts ie behandeld het rekest van Jan Louis Pagez majoor op het fort Isabella bij ’s-Hertogenbosch te kennen gevende dat ten gerieve van de schildwachten het wel nodig was dat het ‘horlogie’ op het fort dagelijks gaande wordt gehouden en verzoekt de Ed: Mo: dat ze hem autoriseren hiervoor te ontvangen een bedrag van 36 gl. per jaar zoals dat in alle dorpen van de Meierij gebruikelijk is; behandeld is ook een schriftelijk rapport van rentmeester Tengnagel m.b.t. de polder van het Laag Hemaal over werkzaamheden die vanwege het natte seizoen niet zijn uitgevoerd [met veel details]; besproken is het verzoek van Daniel Lobel en Johan Caspar Nobel als aangestelde curators van het dorp Breugel in kwartier Peelland die om hun demissie of ontslag hebben verzocht en tevens hebben verzocht kwartierschout Repelaer te gelasten bijzonder toezicht op Breugel te houden en vooral er zorg voor te dragen dat de arbitrale uitspraak over de rekening van wijlen Herman Cremers tot effect wordt gebracht; een rekest van Johan de Jong secretaris van Valkenswaard en Johan Casper Nobel secretaris van Heeze en Leende die werden ontslagen als curators van het dorp Reusel en de kwartierschout van Kempenland wordt gelast bijzonder toezicht op dat dorp te houden; besproken is de missive van rentmeester De Kempenaer op het rekest van Jan en Giel Driessen van der Bemden [dubieus] inwoners van Rosmalen met verzoek om remissie op een roggepacht van 4 ½ zak rogge

49 Missive van J. van Heurn op een rekest van Cornelis Martinus Pels [er staat Pelis….] in kwaliteit als rentmeester van het Groot Begijnhof te ’s-Hertogenbosch te kennen gevende dat het corpus van Breugel in kwartier Peelland jaarlijks aan de grote infirmerie van genoemd begijnhof is geldende een rente bij reductie of Lichtmis betaald wordende met 6 gl. resterende het jaar 1726, dat genoemde suppliant Pels en ook zijn voorgangers allerlei inspanningen hebben geleverd zowel minnelijke als via ’s lands deurwaarder, om die achterstallige renten te verkrijgen, maar die pogingen zijn vruchteloos gebleken, voorgevende dat de regenten van Breugel beweren dat die rente niet is geregistreerd en dat er geen brieven van te vinden zijn, maar nu blijkt uit de leggers van het Begijnhof, dat genoemde rente door de regenten al in 1680 is betaald en er wordt nu een verzoek ingediend die rente als nog te registreren en worden de regenten van Breugel gelast de rente bij te betalen en dit te continueren – zie ook folio 156 verso

45 Verbaal van de heren die de verpachting der tienden hebben geregeld met de volgende berichten: het betalen vanuit de kantoren der geestelijke goederen de traktementen van de rectoraten te Oss, Helmond en Oisterwijk, de combinaties van kerken binnen de Meierij van ’s-Hertogenbosch; te Helmond is de rector tevens Duits schoolmeester voorlezer en koster te Rixtel en zijn traktement; de combinatie van de kosters- en organistplaats te Helmond; reglement i.v.m. predikanten en adjuncten welk reglement in extenso staat uitgeschreven; klachten van de diaconie van ’s-Hertogenbosch wegens 1/3 part van 3000 gl. door de overleden hoogschout Keppel genoten ter zake van een begaan overspel; de kerkenraad of diaconie van Tilburg i.v.m. enige acties gericht tegen de erfgenamen van de overleden hoogschout Keppel; bericht van de curators van het dorp Breugel; de inventaris van het meubilair in het logement van het land te ’s-Hertogenbosch