Archieven

186 Heer Michiel sone wilner Jans van Meijlsfoirt priestere maeckende sijn testament lesten ende uyterste wille, verclarende hadde gewilt ende geordineert met volcomen consent van Heijlwich sijnder moeder weduwe inder tijt Jans van Meijlsfoirt ende in puer almoezen goet ende beseth, twee scholieren die scholen gaen wesende vanden naesten bloede den voors. testateurs seeckere erffenissen in twee portien gelijck te deijlen inden iersten eenen camp oft beempt geheijten den Mynckeram, gelegen inde prochie van Gemonden halff tot Heijlwich sijnder moeder ende halff totten voors. testateur behoorende, noch een stuck beempts gelegen inne der voors. prochie van Gemonden bijde Hoijbrugge; item noch eenen beempt gelegen inne de voors. prochie van Gemonden inden Ochel, noch eenen erffpacht van vier sester rogge dwelck schuldich was te betaelen Peeter in de Spoel, noch eenen erffpacht van vier sester garsten der maete van Roije het welck schuldich was te betaelen dat Convent vanden Carthusers tot Vucht uijte Santvoirt; item een stuck beempts gelegen inne der prochie van Boxtel in die jurisdictie van Liemde ter plaetsen genoemt aen die Brekelen ende uijtwelck voors. gueden die collateurs naegenoempt schuldich souden sijn te betaelen den Heere van Boxtel jaerlycx eenen halven braspenninck als de voors. testateur bekent heeft in verscheijden schepenen [677] brieven daeraff wesende – met oock alsulcken conditiën van den voors. scholier oft scholieren die de voors. portie gegeven waer ofte …ende alsoo hij oft sij Latijn leerende, dat hij alsdan oft sij de portie sullen gebruijken twaelff jaeren naest en comende ende sij hen occupeerden duijtsche te leren sullen alsdan de portie bruijcken sess jaeren ende nyet langher – Ende wanneer van dese poirtie vaceerden oft vervallen voor die jaeren genoempt uijt wesende, dat indien gevalle die collateur oft collateurs ondergeschreven ende genomineert sullen …ten eeuwighen daghen duerende

173 Voor Gerard Roijmans openbaar notaris bij de Raad van Brabant ter Boxtel residerende is verschenen de eerwaarde heer Heer Adriaen Joest Lambeerts priester en kanunnik in de collegiale Sint Pieterskerk te Boxtel die ziek van lichaam is maar nog gezond van geest en die zijn testament wil laten passeren met consent van de kapittelheren van Boxtel en herroept om te beginnen alle voorgaande testamenten; met de gebruikelijke terminologie spreekt hij over zijn kerkelijke begrafenis, zijn grafzerk zou hij geplaatst willen zien voor het altaar van Sint Barbara in de Boxtelse kerk; bij zijn uitvaart verlangt hij dat men op zijn begrafenis ‘sall leggen een swaert laeckencleet’ wat naar oudergewoonte een jaar moet blijven liggen en na dat jaar komt het toe aan de koster; idem wenst hij dat op zijn begrafenis en uitvaart 22 waskaarsen worden gebruikt, 2 voor het altaar van Onze Lieve Vrouw, 2 aan het altaar van Sint Barbara, 2 aan het altaar van Sint Catharina, 1 in het klooster te Boxtel, 1 kaars in de kerk van Sint-Michielsgestel, die van Liempde, de Capucijnen minderbroeders en de Predikheren, hij spreekt over maandstonden en jaargetijden. Voorts vermaakt hij aan de Sint Jan te ’s-Hertogenbosch 6 st., idem 6 st. aan de vier biddende orden binnen ’s-Hertogenbosch, 25 st. aan de kerkfabriek van Sint Pieter, hij vermaakt aan dezelfde kerkfabriek zijn misgewaad en ornamenten die in de kerk berusten onder de kerkmeesters die 50 gl. krijgen, de kist zou versierd moeten worden met een priesterlijk ornament, idem vermaakt hij nog aan het Sint Barbara-altaar 3 Carolusguldens als ook aan het O.L.Vrouwe-altaar en Sint Catharina-altaar; idem 100 g. voor zijn anniversario en jaargetijde aan de kapittelheren van Boxtel zijn medebroeders dit in verband met een eeuwig jaargetijde met ‘singende vigilien van negen missen en een singende zielmisse’’; tijdens die zielmis zal een collecte worden gehouden ‘deus qui inter appostolicas sacerdotes et deus indulgentiarium dominus deus veniex largitor

30 Testament van wijlen de Heer Erbert van den Biechelair priester en kanunnik te Boxtel waarin hj laat optekenen dat hij graag wil dat er drie zielmissen worden gecelebreerd op het Sint Anna-altaar in de kerk van Boxtel ten eeuwigen dage tot lafenis van mijn ziel en die van mijn ouders en daarna volgen een serie legaten waarbij genoemd worden een rente van 12 gl. te Nuenen van Dierck Tielmans, een rente van 12 gl. staande te vergelden aan Hendrick Henricx van den Biechelaer te Liempde [Lijempde], zijn huis staande in de Kerkstraat te Boxtel wat verkocht mag worden op basis van een verleend octrooi door de Vrouwe van Boxtel Honorina de Witthem en de penningen die dit oplevert kunnen dan besteed worden aan de drie genoemde weekmissen; voorts verlangt hij dat Heer en Mr. Antoni Fr…. zal zijn de eerste bediender of officiant van dit mijn geordonneerd officie en dat Antoni hiervan zal zijn de gifter of collateur zo lang hij leven zal en na diens dood de deken van Boxtel en degenen aan wie mijn huis ‘aen den Roent’ van rechtswegen toekomt en dit te geven aan enige priesters bloedverwanten van vaders- of moederszijde, welk officie vanaf de preekstoel bekend gemaakt dient te worden en mocht het gebeuren, wat God verhoede, dat men deze missen niet zou mogen doen in de kerk van Boxtel dat dan mijn executeurs en na hun dood de eigenaar van mijn huis ‘aen den Roent’en de deken van het kapttel van Boxtel deze penningen hiervan procederen en gebruiken tot onderhoud van een student studerende in enige rooms katholieke latijnse school en daarvoor zullen mijn vrienden voorgaan op vreemden en mochten na publicatie of bekendmaking drie of vier kandidaten zich melden of men dan de voorkeur wil geven aan de meest bekwame van hen en het document sluit als volgt: “Dat desen extracte metten voors. testamente is accorderende attestere ick onderges. secretaris der Baronye van Boxtel – Oirconde P. Roeffen of Loeffen (?) secretaris – 1650

66 Rekest van Mr. Arnold Willem Tibosch rentmeester van Maximiliaan Emanuel Prince de Hornes vrij baanderheer van Boxtel en Heer van Liempde en mede nog geautoriseerd van diverse geërfden van Boxtel, Liempde en Best onder Oirschot n.a.v. de aanleg van de straatweg tussen ’s-Hertogenbosch en Eindhoven uit 1741 en de taxatie van landerijen en overeenkomstige lasten [met details]. – zie ook folio 827 [uitgebreid stuk]