Jan van der Horst
vertelde op 29 december 2016 om 14:58 uur
Ik zit met 2 open einden waar ik maar geen antwoord op kan vinden.
1. overlijden van Maria Willem Peters, vrouw van Franciscus Hendrix van der Horst.
Zij is slechts 1x doopgetuige bij een kleinkind en wel op 25-05-1745. Daaruit trek ik de conclusie dat ze niet al te lang daarna moet zijn overleden want anders zou ze ook bij de doop van andere kleinkinderen wel eens meter zijn geweest. Tussen 1745 en 1765 heb ik haar overlijden in Gemert echter niet kunnen vinden.
Wel kwam ik tweemaal een Maria Hendrix tegen, op 13-5-1751 en 22-7-1764.
Is ze misschien vermeld met het patroniem van haar man ?
2. Tijdens het doorlopen van het begraafboek stuitte ik op ene Adrianus Hendrix van der Horst. Ik vermoedde dat dat misschien een broer zou kunnen zijn van voornoemde Franciscus Hendrix van der Horst, maar ik kan deze Adrianus niet geplaatst krijgen in dat gezin waar ook Franciscus uitkomt.
Kent iemand de ouders van deze Adrianus Hendrix van der Horst ?
Voor jouw tweede vraag is dit misschien een optie?
Kind Adrianus Sijmons
Datum doop 25-02-1683
Plaats doop Gemert
Vader Henricus Sijmons
Moeder Aleijdis N.N.
Getuige Maria N.N.
Getuige Thomas Thoenissen
Deel Rooms-Katholiek doopboek 1676-1686
Plaats Gemert
Toegangsnr. 8044
Inv.nr. 1
Folio/pagina 150
Religie RK
Het zou wel betekenen dat Henricus 2x was getrouwd:
1. vóór 1683 met Aleijdis NN
2. ca. 1684/1685 met Maria Peters.
Maar ik weet niet of dat correct is.
Guus
zei op 30 december 2016 om 11:11
Dag Jan,
De Adrianus genoemd door Peter is geen zoon van Franciscus...
De door jou gezochte Adrianus is namelijk zijn broer Christianus (die divers malen als Adrianus te boek staat)
Maria Wilhelmus Peters van Boeckel was nog in leven op 17-02-1758 zie testament R181 Blz. 5
Voor drossaard Van der Gheest en schepenen Benedictus van den Bergh (president)en Gerard Voncken en secretaris P.A. de la Court, zijn op 17 februari 1758verschenen FRANS HENDRICK SIMONS, en zijn vrouw MARIA WILLEMS van
BOEKEL, inwoners alhier. Beide zijn gezond van lichaam, beide zijn hun verstand,
memorie en vijf zinnen meester. De broosheid van het menselijk bestaan is hen
bekend, niets is immers zekerder dan de dood, alleen het uur waarop is nog niet
bekend. Daarom maken zij hun testament op. Zij bevelen hun ziel aan en willen na hun overlijden eerlijk naar hun staat in gewijde aarde worden begraven. ... en verder...
Jan van der Horst
zei op 30 december 2016 om 13:02
