behoudzoon

Behuwdzoon= schoonzoon

Er zijn ook deskundigen als oud archivaris Henk Essink +, die behoudzoon interpreteren als stiefzoon/hou-kind/pleegkind. De context lijkt me dus ook belangrijk. Ik heb voorbeelden van beide interpretaties gezien.

Als ik het moet raden dan zou ik zeggen dat 'behoud-zoo'n een 'GEADOPTEERDE zoon' zou zijn;. een zoon die de ouders (be)houden maar wat niet hun biologische zoon is. Maar dat is op niets anders gebaseerd dan op logica, van hoe ik de taal interpreteer.

Ik heb het voorbeeld van een Eb Gerits (x Merij), die in 1607 voor 1000 Ph. Gulden de helft van de boerderij van de lange Jan Thonissen x Neeske Jans Dircx koopt te Wanroij en in 1629 als eerste in de rij van Jan Thonissen's kinderen genoemd wordt als behorend tot "zijn kinderen". In een andere acte 1629 wordt hij genoemd de behoudzoon van Jan Thonissen en Neeske zijn huisvrouw zaliger. Het feit, dat hij de helft van de boerderij van Jan Thonissen kan/mag kopen suggereert, dat hij dan huwt met een dochter uit een voorhuwelijk van of Neeske of Jan Thonissen. Een pleeg/adoptief kind lijkt me niet die positie te kunnen verwerven.

@jan lange. Ik ben het eens dat het in de documenten meer op een schoonzoon lijkt te duiden, maar.... in ieder geval voor de huidige wet zou een geadopteerde zoon WEL gelijkstaan aan een biologisch kind, maar een schoonzoon niet.

PS. een pleegzoon is niet hetzelfde als een geadopteerde zoon

Ik kan met zekerheid getuigen dat een behouden zoon een schoonzoon is. Ik ken een akte uit 1618 waarin vader Pyron Ronda grond overdraagt aan behouden zoon Cornelis Scharn en even later zoon Peter Ronda het over zijn zwager Cornelis Scharn heeft.

Klopt, etymologisch gezien gelijk aan behuwdzoon = schoonzoon.

Ik ben er met mijn voorbeeld (Eb Gerits x Merij) ook achter, dat het toch een schoonzoon betreft en dat Merij een voordochter is van de Lange Jan Thonissen/Jan Thonissen de Lange x ca. 1580-85 NN (waaruit Merij x vóór 1607 Eb Gerits), xx ca. 1585-90 Neeske Jan Dirckx.