We kennen Arike van Turnhout. Hij had tientallen kinderen bij vele "bijzitten". Deze kinderen werden niet gedoopt.
Enkele zien we in criminele rollen opduiken onder verschillende namen, meestal naar een toponiem.
Zij waren géén zigeuners uit Oost Europa maar gewone Brabanders die om een of andere reden zijn gaan zwerven met een groep, waarbij kleinere misdragingen ertoe leidde dat ze voor de schepenen zich moesten verantwoorden.
Soms wisten ze niet wie hun moeder was; nog minder wanneer ze geboren waren laat staan waar.
Zou hierover enige lektuur zijn?
Dan bedoelen we niet de "Bokkerijders of de Gelderse bendes van van Rossum" maar gewoon de groepen landgenoten die rond trokken zoals in de 19e eeuw, zgn. "Schooiers" dat ook deden echter stonden die wel in de BS.
In de 20e eeuw werd e.e.a. gereguleerd en thans bestaan ze niet meer.
Ze leefden van handel in kleine waren zoals spelden, naalden, pleisters etc. kochten hazen en konijnenvellen. oude kleren en oude metalen.
Later waren zij ook messen- en scharenslijpers.
Zijn er bij iemand zulke medeburgers bekend?
Wij kennen er slecht één:
Hij noemde zich in 1778 "Herman van Deursen" en naar zijn zeggen; zoon van Arike van Turnhout en van Jacqueline de Montfoor die in 1752 zijn bijzit was en uit haar werd geboren (zoals hy seijde) te valkenswaard.
Zijn bijzit was in 1778 Harieke Klompvoets dogter Anneke waarmee hij twee kinderen had.
Hij werd te Ranst (B) veroordeeld wegens landloperij in 1779.
Zijn verweer luidde: "slegt te kunnen zien en horen" waardoor hij nooit werk had kunnen vinden.
Hij noemde zich "Heiden" en was nog nooit in een kerk geweest.
Onmogelijk is na te gaan wanneer of waar hij is gestorven en begraven, nog minder wat er van zijn kinderen is terecht gekomen.
We zoeken literatuur over dergelijke groepen in Nederlandstalig Brabant van vóór 1795.
Met dat Brabant bedoelen we ook de huidige Limburgen.
Wat we tot nu toe vonden is; Schepenbankveroordelingen w.o. data Schurk.
Genealogisch gezien een buitengewoon moeilijke groep landgenoten uit de 18e eeuw echter daarom niet minder een uitdaging waard ze te bestuderen.
Wie weet hoeveel vastgelopen stambomen daar enige opheldering kunnen verschaffen?
Theo Aldenzee