In het parochie archief vind ik een schrijven van de pastoor rond het jaar 1740 met daarin de tarieven voor kerkelijke diensten. Boven deze opsomming staan de woorden: ’ Jura Stola’.
Hoe kan ik dit Latijnse woord het best vertalen?
Stola betalingen? Stola kosten? Stola inkomsten?
Is het niet duidelijk wanneer jet het zo zou laten staan? Per slot van rekening ging alles in Latijn in de R.K. Kerk in die jaren.
Soms hoor ik hier wel stipendium of stipend, maar denk dat dit laatste eerder gezegd wordt wanneer het om een donatie gaat voor misintenties of koorgeld of voor de organist enz. , terwijl ik bij stola rechten eerder denk aan donaties bij kerkelijke diensten door de priester zoals bij doop-, trouw - en begraafdiensten [ waarbij dan natuurlijk een stola gedragen wordt].
Hanneke van der Eerden
bhiczei op 16 augustus 2017 om 08:50
Met Jura Stola/Stolae wordt bedoeld: de rechten van de pastoor (die inderdaad een stola draagt)
Helena
zei op 16 augustus 2017 om 09:07
Stola rechten , stoolrechten?
Stoolrecht is de vergoeding die een priester ontvangt bij de toediening van sacramenten of zegeningen, zoals huwelijk en begrafenis en , op basis van vrijwilligheid, doopsel of huiswijding. [ bron: Katholiek Woordenboek - samengestel door drs. W. H. Th. Knippenberg en Frans Oudejans ]