skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Stef Uijens
Stef Uijens RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Stef Uijens
Stef Uijens RA Tilburg

kleermakers Schellekens

Jan vertelde op 15 maart 2019 om 17:48 uur
Volgens de mondelinge overlevering hebben 2 neven van mijn grootmoeder tijdelijk in Galder (Ginneken) gewoond om de stiel van kleermaker te leren, bij een familielid die ook kleermaker (en barbier) was.
Het gaat om Jan Adriaan Schellekens (°6/3/1900 Meerle, +7/4/1982 Turnhout) en Adriaan Frans Schellekens (°6/10/1906 Meerle, +17/3/1984 Meerle).
Als men in het archief van Breda zoekt dan vindt men hen op eenvoudige wijze terug.
https://stadsarchief.breda.nl/collectie/archief/genealogische-bronnen/persons?f=%7B%22search_i_datum%22:%7B%22v%22:%5B%2219000000%22,%2220009999%22%5D,%22d%22:%221900%20-%202000%22%7D%7D&sa=%7B%22person_1%22:%7B%22search_t_geslachtsnaam%22:%22schellekens%22%7D%7D&sort=%7B%22order_i_datum%22:%22asc%22%7D&page=11
Men komt dan in het bevolkingsregister Ginneken en Bavel 1912-1922, inventaris van dienstboden.
Adriaan Jan heeft er verbleven tijdens WOI, Adriaan Frans daarna, volgens deze lijst.
In die lijst staan bij de “dienstboden” soms adressen, maar, bij de broers Schellekens staat, als ik het goed lees: C3D3
Weet iemand iemand hoe men kan terugvinden waar dit juist was, en, nog belangrijker, bij welke familie ze daar woonden?
Met dank

Reacties (19)

HenkD zei op 15 maart 2019 om 18:11
Nee, daar staat C3 83.
C3 is het wijknummer en 83 is het huisnummer.
HenkD zei op 15 maart 2019 om 18:15
Correctie: C is de wijkaanduiding en 383 is het huisnummer.
In zo'n kleine gemeente had je geen subwijken.
Jan zei op 15 maart 2019 om 21:00
Henk, met dank.
Op C386 woonde een oom van de 2 broers, Joannes Josephus Schellekens met zijn gezin, dus, vlakbij. Ik heb nog proberen te vinden wie er nog op C383 woonde, en, vond enkel een Adrianus Jozef Beckers uit Rijsbergen die daar woonde tussen 29/8/1919 en 21/2/1920, juist tussen de periodes dat die 2 broers daar woonden. Ik weet niet of dat toevallig is. Het lijkt also daar een kleermaker woonde die leerlingen opleidde, eerst Jan Schellekens, dan Adrianus Beckers dan Adriaan Schellekens. Ik weet niet of dat zin maakt. Denk je dat er een mogelijkheid is om met een bepaalde zoekfunctie uit te zoeken wie er allemaal op C383 woonde?
Bas zei op 15 maart 2019 om 21:06
Adriaan van Baalen heeft op het adres C 383 gewoond van 31 juli 1911 tot en met 26 september 1914.
Bron: Bevolkingsregister Ginneken en Bavel 1904-1922 alleenwonende personen
Jan zei op 15 maart 2019 om 21:24
Bas, met dank, dat was dan een kleine éénmansbehuizing. Ik vraag me af hoe ik me dat moet voorstellen. De opeenvolgende bewoners waren dan: Adriaan van Baalen -- > Jan Schellekens -- > Adrianus Beckers -- > Adrianus Schellekens. Ik hoopte te kunnen vinden bij wie de broers Schellekens als kleermaker in de leer zijn geweest, maar, dat zal wel niet eenvoudig te vinden zijn. Henk, Bas, met dank voor de hulp.
Bas zei op 15 maart 2019 om 21:50
Als je zoekt op C383 op https://breda-adresboeken.courant.nu/search
vind je dat P. van Dun, kleermaker gewoond heeft op C 383. Het is Petrus Johannes
van Dun, geboren op 25 oktober 1873 en hij woonde inderdaad wijk C 383
Bas zei op 15 maart 2019 om 21:57
Ik zit nog even verder te kijken wie P. van Dun, kleermaker was op C 383 in 1916.
P. J. van Dun, landbouwer woonde namelijk C391 in 1916.
Bas zei op 15 maart 2019 om 22:04
Kleermaker P. van Dun is Petrus van Dun, geboren te Meerle(Belgie) op 9 april 1867
Hij is op 15 februari 1906 vanuit Rijsbergen gaan wonen op het adres C 383.
Jan zei op 15 maart 2019 om 22:15
Bas, met dank, fantastisch, het raadsel is volledig opgelost. Petrus van Dun geboren in Meerle was de broer van de moeder van de 2 broers, Anna Catharina Van Dun (°Meerle 5/8/1872). De broers zijn dus bij hun ooms in de leer geweest.
HenkD zei op 15 maart 2019 om 22:29
En mooi, Jan , dat je gelijk die connectie met Petrus van Dun kan leggen. Zo zie je maar dat het altijd helpt als je het hele plaatje in beeld hebt.
Onderzoek is vaak het combineren van gegevens. Maar daaraan voorafgaand is het zoeken en bladeren.
Veel bladeren...

(en petje af voor Bas dus)
Hans Vogels zei op 16 maart 2019 om 06:51
Die A-B-C-D wijken hebben weer een directe relatie tot de kadastrale kaarten. In 1832 werd het Kadaster opgericht. Het grondgebied van iedere gemeente werd - vermits dat al niet was gedaan - goed in kaart gebracht en verdeeld over enkele secties, wijken genaamd. Ieder perceel uit 1832 werd genummerd en in kadastrale leggers geregistreerd. Die kadastrale sectienummers vervielen als door een opsplitsing van het oorspronkelijke perceel (door b.v. deling en/of bouwen van woningen) nieuwe sectienummers werden toegekend.

De kadastrale kaarten werden periodiek vernieuwd. Dat kon samengaan met de periode-indeling van het Bevolkingsregisters. Uit mijn tijd bij het v.m. Helmondse Gemeentarchief heb ik weet van kadastrale kaarten met huizen in rose ingekleurd die op linnen werden geplakt om de levensduur te verlengen. Als je dus vanuit het Bevolkingsregister van een bepaalde periode een C-nummer (of ander nummer) ziet als adres dan moet dat derhalve op kaart terug te vinden zijn. Mits die bewaard gebleven zijn of nog in raadpleegbare staat verkeren.

De wijk/sectie-nummers als adressering zijn gehanteerd tot men overging tot het officieel vaststellen van straatnamen en huisnummers. Bij de ene gemeente is dat al in de 19e en bij anderen pas in de 20e eeuw. Voor raadpleging van die 19e-begin 20e eeuwse kadastrale kaarten moet je echter naar de archiefdienst waar de betreffende gemeente hun "modern" Administratief archief hebben gedeponeerd.
Michiel zei op 16 maart 2019 om 11:24
Het is mijn ervaring dat wijknummering los staat van kadastrale nummering. Het grondgebied werd bij de totstandkoming van het kadaster in de jaren 20 verdeeld in secties, die niet mogen worden gelijkgesteld met wijken. De kadastrale legger is het uiteindelijk, op 1 oktober 1832, afgesloten resultaat van een daaraan voorafgaand, jarenlang durend werk, van meten en classificeren. Kadastrale nummers vervielen niet alleen door opslitsing, maar ook door samenvoeging. Bouwen of veranderen van woningen binnen de grenzen van een bestaand perceel leidde niet tot een nieuw kadastraal nummer.
Wijknummers kwamen in de 19e eeuw tot stand als gevolg van de tienjaarlijkse volkstellingen. Soms bleef de wijknummering gehandhaafd bij de volgende tienjaarlijkse telling, soms werd er een nieuwe wijkindeling gemaakt, met daarvan afhankelijke nieuwe nummering. Het was mogelijk, als voorbeeld, dat men bijv. van een indeling in drie wijken A-B-C in 1899 naar zes wijken A t/m F in 1909 ging. De bij de tienjaarlijkse volkstelling tot stand gekomen wijknummers, zijn terug te vinden in het bevolkingsregister van die periode. Problematischer wordt het nog meer als een bevolkingsregister zich niet uitstrekt over een periode van tien jaar, maar bijv. over 20 of 30 jaar, wat bij sommige gemeenten voorkomt. Kunnen de verschillende nummers op één blad herleid worden naar hetzelfde pand? Het hierboven genoemde wijknummer C 383 in Ginneken en Bavel is uiteraard als bebouwde oppervlakte op de kadastrale kaart van die periode terug te vinden, maar waarschijnlijk met een eigen kadastraal nummer. Het ligt niet voor de hand dat dit sectie C is geweest. Op een gegeven moment, vroeger of later, bij de grotere gemeenten doorgaans eerder, is de wijknummering vervangen door straatgewijze huisnummering. In de 19e of 20e eeuw. Het probleem is nu wel duidelijk: hoe koppel ik de (mogelijk) verschillende wijknummers van de diverse volkstellingen aan het betreffende kadastrale nummer en krijg daarmee een unieke en exacte aanduiding van de woning? In sommige gemeenten is dit werk al door vrijwilligers gedaan. Of dat ook geldt voor Ginneken en Bavel, weet ik niet.
HenkD zei op 16 maart 2019 om 11:55
@Michiel, eens - wijknummering staat los van de kadastrale nummering.
Ik denk dat Hans meer duidt op de directe relatie van wijknummering en kadastrale nummering in de begintijd van de oprichting en opzet van het kadaster.

Bij die opzet werd (t.b.v. registratie en belastingheffing) wel uitgegaan van de bestaande registraties. Als deze tenminste betrouwbaar waren. Dat konden verpondingslijsten zijn en soms de wijkregistraties. Vaak moesten er landmeters aan te pas komen maar dat was een dure actie en werd niet overal gelijk gedaan.
Het gaat in deze om: wat is er terug te vinden? En hoe kun je een wijk/huisnummer plaatsen?

Dus je hebt de vermelding in het BR van een wijk/huisnummer waar een voorouder heeft gewoond. Om daar de exacte locatie van te vinden zijn er een paar mogelijkheden.
- er is een historische kaart waar de nummers op staan;
- er is een persoon geweest (of groep vrijwilligers) die dat heeft uitgezocht;
- in een transportakte wordt het nummer genoemd;
- en soms zijn er kadastrale kaarten waar tevens de wijknummers zijn vermeld (en waar de schatters hun gegevens in konden vullen).

Dat laatste is vooral in de begintijd van het kadaster gebeurd. Naast het unieke kadastrale nummer werd ook het wijk/huisnummer vermeld bij de 1e keer dat het goed van eigenaar wisselde.
Michiel zei op 16 maart 2019 om 13:47
@HenkD - ik ben niet helemaal zeker van een directe relatie tussen wijknummering en kadastrale nummering in de begintijd van het kadaster. Wel weet ik dat bij de verdeling van het grondgebied in secties men uitging van documenten aangaande de oude verdeling van de gemeente (dit konden dus de verpondingsregisters zijn, of de huizenlijsten?). Zie bijv. http://rosmalen.vanheumen.info/rosmalen-info/pb-verdeling-grondgebied-rosmalen-1829.html De oude indeling in 'rotten' (wijken) althans in Rosmalen lijkt mij een rol te hebben gespeeld, bij de verdeling in secties. Ik zie niet direct een relatie op het niveau daaronder, 'wijknummering' (zoals in verpondingsregisters en volkstellingsregisters) en de nummering van de percelen na inmeting door de landmeters in de jaren voorafgaande aan de uiteindelijke instelling van het Kadaster.
Wat nummering betreft. Pas rond de Franse tijd (1806 meen ik) moest op deurposten een (verpondings)nummer worden aangebracht, de nummers op de huizenlijsten vanaf 1736 moesten in de opvolgende lijsten wel worden gehandhaafd, maar werden niet als 'adres' beschouwd.
Inderdaad noteerden notarissen naast het kadastrale nummer tegelijk het verpondingsnummer of wijknummer volkstelling in hun akten, niet elke notaris deed dat en ook niet altijd consequent.
HenkD zei op 16 maart 2019 om 15:40
@Michiel
Het gaat ook niet om een directe relatie tussen wijknummering en kadastrale nummering.
Die was er niet.
Het gaat om de vermeldingen. De vermelding van een wijk/huisnummer in een kadastrale kaart, een transportakte en/of een ander document brengt je op het spoor waar dat goed gelegen heeft. That's it - niet meer en niet minder.
Daarbij wordt de stamboomonderzoeker geholpen door het feit dat vele kadasters zwaar leunden op de oude gegevens, waaronder de aanduiding van behuizingen zoals die tot ca 1936 werd gehanteerd. En dan gaat het om de combinatie van gegevens uit verschillende bronnen.
Als een kadastraal gegeven gelinkt kan worden aan een wijk/huisnummer dan heb je een match.
En dat geheel is per gemeente en per tijdsperiode verschillend.
En dus per definitie een zoektocht.
HenkD zei op 16 maart 2019 om 15:49
Wat daarbij wel interessant is om te vermelden: het gaat hier om de eerste decennia van de 20ste eeuw - dus 1900 - 1940.
En in die periode was men gewoon om te verhuizen als men een ander behangetje wilde. Met andere woorden: veel huizen stonden leeg, verhuurders lokten mensen met een nieuw gedecoreerde woning. En velen verhuisden puur omdat dat een nieuwe schone woning opleverde die vaak nog wat goedkoper was.
Zo totaal anders dan de situatie van nu.
Michiel zei op 16 maart 2019 om 16:02
Wat ook veel voorkwam was 'inwonen'. Soms metselde men in een pand ook wel een muurtje, et voilà, er was een nieuwe woning, in de wijk- later huisnummering als 'a' en 'b' betiteld. Of een aparte kamer, waar de alleenstaande eigenaar woonde, werd bijv. C 337a en de rest van het pand, dat hij of zij verhuurd had, bleef C 337. Zo blijft de zoektocht naar de locatie van een woning spannend en moeilijk.
Norah zei op 16 maart 2019 om 17:09
Grappig wat Henk vertelde, mijn ouders hebben iets dergelijks ook ooit verteld. Volgens mij was het zelfs usance. En dat klopt, het was voor de oorlog.
Tegenwoordig is dat bijna niet meer voor te stellen.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.