RA Tilburg, 847. Archief Schepenbank en Eninge van Oisterwijk, 1418-1811, inv.nr. 145, microfiche 1-C11, f. 14v-1, aktenr. 095, 13-12-1423.
Op 13-12-1423 werd bekend gemaakt dat Gherijt Wijten bastaard Gherijt Wijten zoon een ondaad gedaan heeft aan jkvr Elsbeen Jans van Wijflit. Gherijt Wijten beloofde aan Willem Jans van Wijflit ten behoeve van hem en van zijn broer en hun gemene ¬magen uit het land van Brabant te gaan, zodra Roelof van Haestrecht, Jan Back Berthouts en Jan van Erpe Jan Serijs zoon hem dat zullen opdragen; hij mag niet terugkomen tenzij Jan en Willem, zvw Jan van Wijflit, daarin toestemmen. Gherijt Wijten beloofde voorts zich te houden aan hetgeen Roelof van Haestrecht, Jan Back en Jan van Erpe hem gezamenlijk (of althans 2 van de 3) zullen opdragen. Zou een van de 3 scheidslieden overlijden, dan zullen de 2 overblijvende een opvolger kiezen.
14v-2. De broers Gherijt Wijten en Henric Wijten, zvw Gherijt Wijten, tevens voor Gherijt Wijten bastaard van voornoemde Gherijt Wijten, beloofden aan Willem Jans van Wijflet ten behoeve van hem en van zijn broer en de gemene magen, dat zij drieën zich zullen houden aan hetgeen Roelof van Haestrecht, Jan Back Berthouts en Jan van Erpe Jan Serijs zoon hen zullen opdragen. Zou Gherijt Wijten bastaard Gherijt Wijten zich er niet aan houden, dan zullen zijn broers Gherijt Wijten en Henric Wijten het gebrek aanzuiveren.
14v-3. Gherijt Wijten en Henric Wijten, zvw Gherijt Wijten, en hun neven Gherijt en Marcelijs, zvw Wijtman Gherijt, beloofden aan Phijlips van Meeghem 200 gouden kronen, ½ met lichtmis en ½ met halfvasten (letare) aanstaande.
Is hierover nog meer bekend, zoals elke ''ondaad'' exact is begaan?
MvG
Alex