Tijdens de reconstructie van het ontstaan van een Tilburgse woonwijk kwamen bij mij de volgende vragen op.
Nadat ik op het minuutplan van 1832 alle wijzigingen m.b.v. de hulpkaarten heb ingetekend, zag ik dat er verschil bestaat in de vorming van wegen en straten.
Soms loopt de perceelgrens van een woning tot aan de straat, waardoor de straat een eigen perceelnummer krijgt.
Maar het komt ook voor (ook nu nog, op de huidige kadasterkaarten), dat de perceelgrens van een woning doorloopt tot de helft, een ook wel eens tot aan de overzijde van de straat!
Zo kan een straat met bv 20 woningen dus bestaan uit 20 verschillende perceelnummers.
Nu vraag ik me af wat dit voor consequenties heeft voor de eigenaar van zo,n perceel.
Is hij daadwerkelijk eigenaar van het stukje straat voor zijn deur?
Heeft deze extra oppervlakte invloed op de prijs van de woning bij verkoop, en naar vandaag de dag gerekend, heeft het invloed op b.v. onroerend goed belasting?
Heeft de gemeente deze stukjes grond gekocht van de eigenaren?
En waarom of hoe is dit verschil ontstaan, dus waarom heeft een straat niet een eigen perceelnummer?
In de praktijk zal deze vorm van perceelnummering natuurlijk geen problemen opleveren, maar op papier staat het toch heel raar beschreven.
Wie weet mij dit duidelijk te maken, verwijzing naar literatuur stel ik ook op prijs.
Bij voorbaat dank voor uw reactie.