Ik kan aansluiten bij wat Annemarie over de 18e eeuwse huizenlijsten opmerkt. Het gaat inderdaad vooral over de context, in concreto huizenlijsten en nummers met elkaar vergelijken, verder proberen de looproute te achterhalen aan de hand van de minuutplan en de huizen op de lijsten koppelen aan de OAT. Hoe het kan (het kan natuurlijk ook anders en misschien beter), kan je zien op mijn site
www.vanheumen.info > Rosmalen, waar ik probeer de bewoningsgeschiedenis van Rosmalen te reconstrueren. Ik heb ook gebruik gemaakt van de 18e eeuwse huizenlijsten en daarvoor o.a. de resolutie van de Raad van State uit 1736, waarop die lijsten zijn gebaseerd, getranscribeerd.
Het bedrag van de verpondingen zegt niet zoveel. Allereerst werden huizen met aangelegen erven (aangelag) als een geheel aangeslagen. Verder werd de aanslag bepaald door de zetters, maar over de aanslagcriteria hangt een dichte mist. Hoe een bedrag tot stand kwam, is dus een grote vraag. Wel kan, afhankelijk van het betreffende verpondingsboek, de tarieven van de teullanden en de hooi- en weilanden in de verschillende delen van de gemeente worden berekend. Daarmee is iets soortgelijks mogelijk als voor de verschillende klassen van de diverse soorten grondgebruik in de OAT. Ik kan je verwijzen naar een artikel van mijn hand over de verpondingen in het heemkundeblad Rosmalla van december 2014. Eventueel kan ik je een pdf van het betreffende nummer sturen, Annemarie weet mijn emailadres of je kunt me benaderen via mijn site.
Verder kan ik je verwijzen naar het proefschrift van Ton (A.C.M.) Kappelhof en zijn artikel over de invoering van een nieuw belastingstelsel in de Meierij van 's-Hertogenbosch in Noordbrabants historisch jaarboek nummer 3.