Notaris-, schepen- en andere akten

852 De gezamenlijke kinderen van Cornelis Jansen en Florentin Sebers delen de nalatenschap van hun ouders als volgt: Jan den jongere en zijn zus Gertruijd krijgen alle roerende goederen, zoals huisraad, inboedel, vee en anderszins en verder het huis en hof te Overlangel aan de dijk, groot 7 hont. Hiervoor moeten ze 352 gulden en 10 stuivers betalen aan de vier andere staken. De resterende goederen zijn in twee delen gelegd: Jan den oudere en Marie Cornelisen krijgen een bouwland genaamd de Weiens, groot 1,5 morgen; en nog 10 gulden van het volgende lot. Marie Cornelisen, getrouwd met Cornelis Wilms en haar broer Sebert krijgen een morgen in de Hoeven, naast Martinus Elsterman. Dit lot moet 10 gulden betalen aan het vorige lot. De schulden bedragen 290 gulden, namelijk 100 gulden ten behoeve van de Armen van Ravenstein, 100 gulden ten behoeve van Jan van Merle en nog 90 gulden ten behoeve van Jan en Gertruij bovengenoemd. Jan en Gertruij zullen die schuld op zich nemen, maar dat wordt afgetrokken van de uitkering van 352,50 gulden, zodat resteert 193 gulden en 7 stuivers. Verder zullen ze ook de lopende schulden van 155 gulden en 13 stuivers voldoen tegen verrekening, zodat nu nog 55 gulden en 7 stuivers resteert. Lager stond: Jan Cornelisen den jongere en zijn zus Gertruijd beklagen zich beklaagd over de uit te keren 352,50 gulden, wegens “misslagh en quaet begrijp”. Daarop wordt besloten om die verplichting als voldaan te beschouwen. Er hoeft niets meer te worden betaald. Ravenstein 25-01-1725.

790 Wijlen Henrik Vos, vader van Jan Vos, cum suis had tijdens zijn leven buiten medeweten van zijn kinderen een lening van 100 gulden afgesloten bij Hendrick Cocken. Daarbij had hij in onderpand gegeven: den Molenhof, Vossenhof en het huis en hof van Marie Vos. Walburgh Vos, weduwe Jan de Moor, waarvoor deze lening was afgesloten, en haar zoon Lamert de Moor en zijn vrouw Jenneke Jansen, en Bastiaen Jan Tomas en Marie Vos ten voordele van Jan Vos en Marie Jansen, en Matthaeus Sas en Cathrijn Vos doen afstand van hun aandeel in het versterf of het derde deel in den Molenhof en Vossenhof te Herpen, dat ze hadden geerfd na het overlijden van hun zus Ariaentje. Dit op voorwaarde dat ze bevrijd zullen zijn van de schuld van 100 gulden en de 40 gulden aan achterstallige rente. Matthaeus Sas en Cathrijn Vos krijgen de Vossenhof, bezwaard met de genoemde 140 gulden. Jan Vos en Marie Jansen houden de Molenhoff.

766 Derris Wilbers de weduwe van Peter Jansen van de Sluijse en haar kinderen gaan over tot deling van hun goederen. Derris krijgt twee morgens in de Loonse Hoeven; verder de opkamer in het huis voor haar eigen gebruik, de halve groentetuin. De rest wordt verdeeld onder de kinderen. Marie krijgt het huis en hof aan de Sluijse met vier daarbij gelegen akkers, te wete van den hoogen wal tot den boomgart; nog 't Wieltje of grasveld; den halven wal tussen het bouwland en grasveld; bezwaard met een schuld van 300 gulden. Jan Peters krijgt twee akkers op de Weijen, naast de graef; nog het Startje, vier akkers op den Leegen Hoff, naast 't grasvelt; bezwaard met een schuld van 51 gulden 5 stuivers. Jenneke krijgt 5 akkers met de heg naast den ouden dijk; bezwaard met een schuld van 51 gulden 5 stuivers. De zussen zullen 25 gulden krijgen, zodra hun moeder overleden is, want Jan heeft dat al eerder gehad. Jan Peters draagt zijn deel over aan Marie Peters.

756 De kinderen van Jan Jansen van Helmont, met namen Hendrick, Joanna en Alegonde van Helmont, delen hun goederen als volgt; Lot 1 is voor Joanna van Helmont, getrouwd met Hendrik van den Acker: huis enhof, schuur en land; Bitgers kampke; den Nieuwen Camp; Dit lot moet 100 gulden betalen aan de andere loten. Zij moet ook de rekening betalen voor momber Henrik van Berckel en de kosten van deze akte. Lot 2 is voor Alegonde van Helmont: drie akkers bouwland op den Sonnenbergsen hoff; twee akkers op den Wittert; den halven Erffsen hoff naast Huisseling; twee akkers land voor erven; 100 gulden van lot 1 en nog 250 gulden uit de volle boedel. Lot 3 is voor Hendrick van Helmont: De gemeinte ad 2 morgen weiland; den Altfortsen acker; den halven Boevencamp, naast Huisseling; 100 gulden van lot 1 en nog 250 gulden uit de volle boedel. Hij houdt ook den Boevencamp van 3 hont leenland. Het Ven te Schaijk blijft ongedeeld.