Backx erkent dit weer, maar zegt niet te kunnen betalen. O.g.v. art.1356 CC wordt Backx in laatste ressort veroordeeld tot betaling van f 18,10 of 38 francs 21, gezien zijn bekentenis, en de kosten van het geding zijnde 27 francs inclusief betekening van het huidige vonnis.
Art.1356 CC: "Eene judicieele bekentenis is eene verklaring, welke de partij, of zijn bijzondere geolmachtigde, voor de regter aflegt. Zij levert een volledig bewijs op tegen den genen, die dezelve heeft afgelegd (…)."
Eiser/verzoeker: Adrien Cornelisse de Wit (boer, Steenbergen)
Gedaagde: Corneille Backx (bakker, Steenbergen)
Kosten: 1 franc 98
Gedaagde zegt nooit zoiets gekocht te hebben, noch overeengekomen met hem dat de goederen aan hem geleverd zouden worden door een zekere Jean van Geel, dagloner, Nispen 27, die hem gezegd heeft dat de voerman Goossen hem had opgedragen de goederen bij gedaagde te brengen, en dat enige tijd later Goossen hem vervoerskosten te betalen heeft gevraagd, wat gedaagde geweigerd heeft. Van der Oudera concludeert dat eiser niet ontvankelijk moet worden verklaard en veroordeeld in de kosten.
Suijkerbuijk verklaart dat de koop is geschied in het bijzijn van Jean Baptiste Smeijers, hoefsmid, Esschen, en wil dat deze gehoord wordt.
Eiser moet binnen veertig dagen bewijs leveren na betekening van het vonnis, dat hij de goederen verkocht heeft aan gedaagde.
Eiser/verzoeker: Adrien Suijkerbuijk (hoefsmid, Nispen 54)
Gedaagde: Antoine van der Oudera (hoefsmid, Nispen 54)
Kosten: 1 franc 10
Gedaagde zegt te hebben geregeld met de burgemeester, en niet met de eiser, dat hij moest verhuizen binnen een uur, en dat hij aan de burgemeester een ander onderkomen heeft gevraagd, en dat de burgemeester geen andere woning wilde toewijzen.
O.g.v. de verklaring van de burgemeester van Rucphen d.d. 10-05-1813, ger. 11-05-1813, inhoudende dat de burgemeester het huis heeft gehuurd voor de schoolmeester, en dat de burgemeester heeft gezegd dat de huur beëindigd moest worden, moet gedaagde het huis verlaten en wordt hij veroordeelt tot betaling van de kosten van het proces a 32 francs 16. Tijd: 10.00 uur.
Eiser/verzoeker: Corneille Commissaris (kleermaker, Rucphen)
Gedaagde: Francois Emmerique de Frasegnies (schoolmeester bij de Franse school, wonende te Rucphen)
Kosten: 1 franc 10
Mertens heeft Jacob doen dagvaarden op 13-03-1813, ger. 15-03-1813 vol.1 fol. 51 C7, en wil dat hij betaalt f 10,- of 21 francs 16, verschuldigd aan huur o.g.v. een huurcontract, privé opgemaakt, d.d. 29-04-1812, ger. 13-03-1813 vol.1 fol. 98 C8 en 9 en C1,2 en 3.
Ondanks behoorlijke oproep laat gedaagde verstek gaan. O.g.v. art.19 Code de Procedure Civil wordt hem verstek verleend en wordt hij in laatste ressort veroordeeld tot betaling conform de eis plus de proceskosten a 18 francs 84.
19 Code de Procedure Civil: "Indien op de dag bij de dagvaarding uitgedrukt, een der partijen gebrekig blijft te verschijnen, zal de zaak bij verstek gewezen worden (…)."
Eiser/verzoeker: Joseph Mertens (molenaar, Markt 63, Roosendaal, als gevolmachtigde van Paul Joseph Cattie)
Gedaagde: Salomon Jacob (joodse slager, Roosendaal)
Kosten: 18 francs 84