skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg

"Als ik de Maas niet zie, krijg ik heimwee"

Bijna een eeuw geleden kocht Jaap Mulders – beter bekend als Jaap van de Kop - de oude steenfabriek in Middelaar. Het veer zat bij de koop inbegrepen. Zijn 86-jarige zoon Jan blikt terug op een leven dat in het teken staat van water.

Samen met zijn vrouw woont hij op een steenworp afstand van de plek waar vroeger het veer lag. In een nieuwbouwcomplex in Cuijk met uitzicht op de Maas. “Dat moet wel”, zegt Jan. “Als ik een paar dagen de Maas niet zie, krijg ik heimwee.”

Samen met zijn broer Gerrit heeft hij jarenlang het veer bediend. “Aanvankelijk hadden mijn ouders veel personeel. In de crisisjaren van de vorige eeuw moesten er mensen uit en namen mijn broer en ik het werk over.”

Het pontveer tussen Sint Agatha en Middelaar werkte op afroep. Waren er mensen, dan werd er gevaren. ’s Ochtends en ’s avonds waren dat mensen die over de Maas werkten, tussendoor mensen die naar de markt in Cuijk gingen. Maar ook ’s nachts ging het werk door. Mensen die bijvoorbeeld in Rotterdam hadden gewerkt, en pas laat terugkwamen, werden ook om 3 uur ’s nachts overgezet. “Wij wisten niet beter. Maar dat deed niet ieder veer”, weet Jan. Een tochtje kostte destijds 10 cent, vijf cent meer als je ook je fiets bij je had. Maar ook koeien of ander vee konden mee.

Jan Mulders blikt met genoegen terug. “Het was een losvarend bootje, snel en wendbaar, dus wij konden makkelijk tussen de schepen door. Je was altijd buiten, kwam met allerlei mensen in contact en hoorde alle verhalen.” Zijn vrouw herinnert hem eraan dat er ook de minder mooie kanten waren. Hoog water in de winter, kruiend ijs, mopperende mensen die vonden dat het niet snel genoeg ging. En verdrinkingen. “Er waren mensen die zag je zo het water in lopen. Voordat je met het veer over was, was je te laat. Er zijn heel wat lijkschouwingen op het veer verricht.”

Ook de oorlog was een donkere periode. Het veer bleef varen, zolang er dieselolie was. Daarna werd er geroeid. Bij een zware granaataanval – bedoeld voor het Reichswald maar neerkomend op St. Agatha – raakte Jan zijn rechterarm kwijt. “Ze deden snel een label met mijn naam om m’n been omdat ze dachten dat ik de reis naar Nijmegen niet zou overleven.” Kantje boord maar het lukte. “Zat ik daar, zwaargewond en zonder kleren. Uiteindelijk kreeg ik een nachtjapon van de nonnen.” Negen maanden moest hij revalideren, zonder te weten hoe het thuis was. “Mijn ouders wisten ook niet hoe het met mij ging. Later kwam ik mijn moeder en zuster op straat weer tegen. Ongelofelijk en onbeschrijfelijk.”

Na de oorlog bleek vrijwel alles van de familie Mulders te zijn weggeschoten. In een oude kippenschuur begonnen ze opnieuw. Viavia kregen ze een bootje om weer met het veer te beginnen. “Dat waren geen gemakkelijke jaren”, kijken Jan en zijn echtgenote terug. Ze hadden wel het recht om te vissen met netten. De Maas zat destijds bomvol snoek, baars, brasem, mul, paling en zalm. “Zalm was goedkope vis. In het contract van onze knechten vroeger stond dat ze “maar” twee keer per week zalm hoefden te eten.”

Tot mei 1968 heeft de familie het veer gehad. Toen kwamen er meer auto’s, maar vooral ook bruggen. “Jammer hoor. We hadden vroeger voor ons huis een grote bank staan en iedere zondagavond zat het halve dorp daar. Er was toch nooit iets te doen, dus dat was echt een gewilde plek. De herriebank, de ruziebank en de politiekbank, die bank had allerlei bijnamen en zorgde voor veel gezelligheid.”

Ook later bleef Jan werkzaam aan het water, met het bedienen van de brug tussen Mook en het Cuijkse Veer en daarna ook de brug tussen Middelaar en de Plasmolen. Nog later werd hij gevraagd toezichthouder te worden in de jachthaven. “Een leven zonder water is voor mij ondenkbaar. De Maas is altijd een natuurlijke grens geweest. Aan beide zijden spraken mensen hun eigen dialect, leefden in hun eigen wereldje, ook al was dat op steenworp afstand. Zo kort van elkaar en dan geen idee hebben wat daar zich afspeelt. Met het veer zat je mooi tussen die twee werelden in.”

Meer lezen over het veerpont? Lees dan hier verder.

Reacties (2)

Albert van der Cruijsen zei op 10 oktober 2014 om 15:46
Hallo Marilou,
Op dit moment wordt het voetveer gerestaureerd en in de oude staat hersteld. Zie hiervoor de volgende site: http://www.vv-zeldenrust.nl/press/ .
Met vriendelijke groet,
Albert
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 13 oktober 2014 om 09:38
Ah kijk, Albert, dank voor de aanvulling. Wat een mooie site trouwens! We houden de restauratie nauwlettend in de gaten... :-)

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.