skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Cuijkse goudsmeden op het verkeerde pad

Geurt Franzen
Geurt Franzen
vertelde op 25 november 2016
bijgewerkt op 22 september 2016
De gouden oorbellen van mevrouw Peters uit Grave moesten gerepareerd worden. En dus stapte de Graafse met haar kostbare sieraden naar een goudsmid. Dat was op 9 april 1876. Ze bracht ze naar de Cuijkse goudsmid Jan Haasen.

De 49-jarige Haasen was een Gravenaar van De goudsmid. Uit: Stielen en ambachten, 1880-1911, Brepols en Diercks, Koninklijke Bibliotheek  geboorte - diens vader was er herbergier -, maar was na zijn opleiding in Cuijk voor zichzelf begonnen. Wat mevrouw Peters niet wist, was dat de vaardige handen van haar vroegere plaatsgenoot de laatste tijd vaker om een kroes zaten geklemd, dan om gereedschap. De zaken gingen niet zo goed. Toen ze vijf dagen later kwam informeren hoe het met de oorbellen zat, trof ze Jan Haasen niet in zijn werkplaats aan de Cuijkse Grotestraat aan. Wel diens echtgenote, Josepha. Die had slecht nieuws voor de Graafse madam. Ze vond geen oorbellen in de werkplaats. Wel een pandbriefje, een kwitantie van de lommerd, waaruit bleek dat de goudsmid de oorbellen bij die bank van lening had ingeruild voor harde munt. Geld dat hij direct had verteerd: in de kroeg.

Uiteraard stapte mevrouw Peters naar de politie. Op 20 juni 1876 moest de Cuijkse goudsmid zich verantwoorden voor zijn rechters. Hij kwam echter niet opdagen. De baas van de bank van lening wel. Die verklaarde dat Haasen inderdaad de oorbellen bij hem had verpand. Omdat de goudsmid tegenover de politie al een volledige bekentenis had afgelegd, werd hij schuldig verklaard aan ‘misbruik van vertrouwen door verduistering van goederen die aan hem tot een betaald wordende arbeid waren ter hand gesteld’. Mooi opgeschreven door de griffier.

Haasen moest een maand de bak in en een boete van 12,50 gulden betalen. Plus de kosten van de rechtszaak: 14,37 gulden. En dan had hij nog het geluk dat hij niet werd berecht voor de mishandeling van zijn vrouw. Hij had Josepha met een mes een flinke wond aan haar rechterhand toegebracht, waarschijnlijk toen hij was thuisgekomen uit het café en hoorde dat zij het pandbriefje aan mevrouw Peters had gegeven.

Het was niet Haasens eerste kennismaking met de cel. In 1865 had hij al eens drie maanden gezeten vanwege diefstal. En het zou niet de laatste keer worden. In 1892 kreeg hij nog eens drie maanden voor mishandeling.

Zijn zoon Johannes nam later de zaak over. Die erfde echter niet alleen vaders vakbekwaamheid, maar ook diens bedenkelijke moraal. In 1908 werd hij in Amsterdam opgepakt toen hij met een gouden tientje een treinkaartje wilde betalen. De munt voelde veel te licht aan, vond de loketbeambte. Haasen had er vakkundig wat goud van afgeslepen. De politie onderzocht zijn Cuijkse werkplaats en die bleek helemaal ingericht te zijn op het ‘snoeien’ van munten.

Dit verhaal is geschreven door journalist/schrijver Geurt Franzen (www.geurtfranzen.com) en verscheen eerder in dagblad De Gelderlander (www.dg.nl/maasland).

Reacties (2)

Gerard W. Ch. Lemmens
Gerard W. Ch. Lemmens zei op 15 december 2016 om 17:49
Prachtig en boeiend verhaal Geurt !

Met dank,

Gerard
M,.v. Dooren zei op 16 december 2016 om 17:00
,, snoeien ,,
dat kwam meer voor , vooral bij zilvergeld , de snippers werden dan als los zilver verkocht.
Enige jaren na de oorlog was in Italië een man van Hongaarse afkomst .
Hij bood Gouden tientjes aan. ze brachten een flinke winst op de klanten waren hoofdzakelijk verzamelaars.
Doch het was niet strafbaar , gezien het toen Geen wettig betaalmiddel meer was .

er zijn ook slimme mensen .
M.v. Dooren

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen