skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Piet van der Velden (1898-1964), stelenmaker

Op 25 september 1930 trouwden Piet van der Velden en Mien van der Voort. Zij betrokken een pas gebouwd huis in Schijndel, aan de Hoofdstraat 5. Piet was toen al jaren werkzaam geweest in de ripmakerij (reepmakerij of hoepelmakerij) van zijn vader Bert, die in 1917 was overleden.

Vanaf 1923 was hij nog de enige hoepelmaker van de familie. Maar de hoepelmakerij had geen toekomst, en Piet legde zich allengs steeds meer toe op de productie van hooiharken en stelen. Eigenlijk was dat wel een logische overgang, want het basismateriaal bestond uit wilgentenen, net als voor de hoepels. En het gereedschap van de ripmaker was dan ook prima geschikt voor het vervaardigen van stelen.

In zijn nieuwe bedrijfsruimte aan de Hoofdstraat in Schijndel legde Piet zich helemaal toe op de productie van stelen in allerlei soorten en maten: zeisenbomen, gaffelstelen, batsenstelen, schoppenstelen, riekenstelen (recht en gebogen, van hard- of van zachthout), dan wel grenen of vurenhouten tuinharkstelen en schoffelstelen.

Voor al die verschillende producten beschikte Piet over allerlei werkbanken en machines, zoals boormachines en zaagmachines. Naarmate de zaken beter gingen lopen, kwamen er knechts in dienst (uiteindelijk vier vaste knechts en een oproepkracht).

De wilgentenen, het belangrijkste materiaal voor de stelenmakerij, waren 8, 10 en 12 voet lang en kwamen uit de Biesbosch. Ze werden jaarlijks aangevoerd per boot, die vlakbij de Heeswijkse brug in de Zuid-Willemsvaart afmeerde. Vandaar werden de tenen per vrachtwagen van bijvoorbeeld Driekske Schevers naar de Hoofdstraat gebracht, waar ze in grote mijten werden opgeslagen.

Het ambacht van stelenmaker vereiste niet alleen veel vakmanschap, maar ook zakelijk inzicht. Piet leverde stelen aan smederijen en ijzerhandels, maar vooral ook aan grote afnemers, zoals de kolenmijn Oranje-Nassau IV in Heerlen. Een andere grote afnemer was de firma H.J. Reesink & Co uit Zutphen, een handelshuis voor landbouwbenodigdheden (sinds 1786). Reesink verkocht in de jaren vijftig “quality gardentools” van het merk Flox en betrok daarvoor de stelen uit Schijndel. De kinderen Van der Velden beplakten de stelen van pa met de aangeleverde etiketten. Dat leverde voor iedere steel een dubbeltje extra op! En zo kon het gebeuren dat in Schijndelse zaken stelen “van Engelse kwaliteit” verkocht werden, die even verderop aan de Hoofdstraat waren geproduceerd.

Piet van der Velden was zo overtuigd van de kwaliteit van zijn wilgen stelen, dat hij daar zelfs ooit een weddenschap over afsloot met een smid. Die had meer vertrouwen in een andere houtsoort. Piet stelde voor een wilgen steel goed vast te maken, zodat de smid met zijn hele gewicht aan het andere eind kon gaan hangen. Zou de steel breken, dan kreeg de smid gratis een hele partij stelen. Hield de steel, dan zou de smid meteen een bestelling plaatsen. Bijna onnodig te zeggen hoe dat afliep: de smid hing, de steel boog, maar brak niet. En toen hing de smid natuurlijk opnieuw.

In 1963 werd Piet ernstig ziek en op 22 januari 1964 stierf hij, nadat hij zelf nog de verkoop van machines en restvoorraad hout had geregeld. Zijn vrouw overleefde hem 20 jaar.

Reacties (4)

Joost van der Voort zei op 20 december 2010 om 18:37
Dag Bert.
Wat een goed stuk geschiedenis heb je daar neergezet.Je Opa ,want ik denk dat het je opa is,was voor mij mijn oom Piet,De oom waar ik vanuit Heeswijk op de fiets en later met de auto regelmatig naartoe ben gegaan.Bedankt voor dit verhaal

Ing. Gerard W. Ch. Lemmens zei op 14 februari 2011 om 18:05
Leuk stukje geschiedenis en toevallig om Joost van der Voort hier weertezien !!!

Groeten,

Gerard Lemmens
Hendrick zei op 15 februari 2011 om 09:24
Dag Bert,
Leuk verhaal.
Rini de Groot. zei op 21 februari 2023 om 14:55
Danckaert Lintzaagmachine.
Op de voorzijde onder het gietijzeren tafelblad diagonaal een ronde meter lange ijzeren staaf deze diende bij Noodgeval de machine snel te laten stoppen. De aandrijfriem werd met een geleider naar de linker loslopende poelie gestuurd.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen