Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Het is niets gedaan, een vrouw in de fabriek. Het huishoudelijke werk thuis blijft maar liggen en de eerbaarheid van de vrouw loopt groot risico. “Fabrieksarbeid van de gehuwde vrouw houdt in dat zij haar natuurlijke plicht tot opvoeding niet kan vervullen en zij alle zin voor huiselijkheid en huiselijk werk verliest, hetgeen noodlottig is voor de huishoudens en dus ook voor het maatschappelijk leven”, stelt de commissie. Haar standpunt maakt zij overduidelijk: “van nature zijn de meisjes en vrouwen geroepen tot de arbeid in het gezin en deze arbeid beschut haar waardigheid en geaardheid als vrouw en meisje.”
Zin in huiselijk werk gaat verloren
Vrouwen moeten sowieso niet de fabriek in en meisjes alleen als het écht niet anders kan. Want het is maar zeer de vraag of dergelijke fabrieksmeisjes nog wel goede huisvrouwen kunnen worden. “Fabrieksarbeid hindert het meisje in ernstige mate in de vereiste voorbereiding voor haar latere taak als moeder en als huisvrouw, terwijl ook hier de zin voor huiselijkheid en huiselijk werk verloren gaat”, schrijft de commissie. Nog los van de blootstelling van de zedelijkheid en eerbaarheid van de meisjes. Dus inzet van meisjes moet tot het uiterste worden beperkt en aan bepaalde richtlijnen worden gebonden, zoals Christelijke orde op arbeidsgebied.
Dat kan allemaal wel zo wezen maar de heren van Hero zitten met een groot probleem: er zijn te weinig feminiene handen om het specifieke werk – het toebereiden van groenten en fruit - te verrichten. “Het meisje beschikt over een veel groter vaardigheid en accuratesse dan de man. Het is voor ons niet mogelijk kwaliteitsproducten te fabriceren zonder de hulp van vrouwelijke arbeiders. Voor onze onderneming is het een kwestie van zijn of niet zijn", schrijft de directie aan de geestelijkheid.
"Tot ons leedwezen"
Voor de oorlog had Hero dit probleem niet: er werkten drie- à vierhonderd meisjes in de fabriek maar dat liep in de oorlogsjaren terug tot vijftig. En nu – in 1947 – lukt het niet om meer meisjes aan te trekken. Ze maken bezwaar tegen het soort werk en vinden dat ze te weinig betaald krijgen. Maar het College van Rijksbemiddelaars heeft het verzoek tot verhoging van de meisjeslonen afgewezen en daarom heeft de directie van Hero – “tot ons leedwezen”- een noodsprong gemaakt: er zijn veertig ‘Belgische gehuwde vrouwelijke arbeiders’ te werk gesteld. “Wij zijn vast besloten al het mogelijke in het werk te stellen om de mogelijke nadelige gevolgen te ondervangen. De vrouwen worden zoveel mogelijk apart gehouden, terwijl voor hen een afzonderlijk schaftlokaal is ingericht.”
Veel liever maakt Hero gebruik van Nederlandse meisjes. De jamfabriek onderschrijft het “gevaar van het fabrieksmilieu” voor het meisje. “Het bezwaar aan ontwenning aan huishoudelijke arbeid kan grotendeels worden opgeheven door goede cursussen in huishoudonderwijs.” Het is beslist noodzakelijk dat een dergelijk systeem wordt opgezet want andere opties zijn er niet meer. “Het vorig seizoen hebben wij de moeilijkheden ten dele kunnen overwinnen door de tewerkstelling van vrouwelijke politieke delinquenten, doch door opheffing van het betreffende kamp verviel deze noodoplossing.”
Die Belgische vrouwen zorgen dan wel voor een tijdelijke verlichting qua werk maar Hero mag de dames van de Belgische grenswacht niet vervoeren in hun eigen vrachtwagens. En dat terwijl er nog wel zitbanken zijn aangebracht; hetgeen de vrouwen “uiterst tevreden” stemt. Maar het Belgische ministerie van Verkeerswezen is onverbiddelijk: vrouwen moeten in autobussen en autocars worden vervoerd, niet in camions.