Roovert vermeldt de hardstenen plaat in het metselwerk van de bakstenen brugleuning.
Het riviertje De Leij (dat hier niet meer dan een beekje is) vormt over korte afstand de natuurlijke grens tussen België en Nederland. Een eindje verderop lag ooit een watermolen.
Het bruggetje maakte in het verleden onderdeel uit van een van de hoofdverbindingswegen van het Hertogdom Brabant. In de tijd van hertogin Johanna van Brabant (1322-1406) lag hier ook een grens, al was het niet die tussen twee staten zoals nu, maar die tussen het Kwartier van Antwerpen en de Meierij van 's-Hertogenbosch.
Het bruggetje werd veel gebruikt door voetvolk en voerlieden met paard en wagen tussen Hilvarenbeek-Goirle-Poppel, Weelde, Ravels en Turnhout. In 1794 zou generaal Pichegru via deze brug met zijn leger opgerukt zijn om de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden te veroveren. En in 1829 dreunde de brug onder de wielen van de koets waarmee Koning Willem I op weg was naar Brussel, een jaar voordat de Belgen in opstand kwamen tegen zijn bewind…
De Roovertse brug ligt op het landgoed Gorp en Roovert, ook wel de Roovertsche heide genoemd. Op het landgoed bevindt zich ook nog de “Paradijsbrug” en het landhuis Paradijske. Die naam houdt verband met de stichter van het landgoed, Joannes Goropius Becanus, een humanistisch filosoof en arts uit de 16e eeuw, die bekend is geworden door zijn boek Origines Antwerpiae (De oorsprong van Antwerpen). Hierin beweerde hij onder mee dat het aardse paradijs in Antwerpen zou hebben gelegen en dat Adam en Eva dus Brabants spraken.
Na de aanleg van de huidige Poppelseweg in het midden van de negentiende eeuw verloor de Roovertse brug een groot deel van zijn belang. Tijdens de Eerste Wereldoorlog liep over de brug een zogenaamde ‘dodendraad’, een hoogspanningsdraad, bedoeld om het illegaal oversteken van de grens te voorkomen.
Tegenwoordig wordt de brug nog veel gebruikt door mensen die genieten van de natuur. Als je van Hilvarenbeek naar Poppel gaat, kom je er over. De Leij is hier nog een ongetemde en onbedwongen beek die in talloze kronkelingen zijn weg zoekt.
Vlak voor de brug staat een grenspaal uit 1843. Aan de ene kant laat die paal de Nederlandse Leeuw zien, aan de andere kant de Belgische Leeuw. De twee roodwitte slagbomen op enkele honderden meters van elkaar dienen om de Roovertse Baan vrij van autoverkeer te houden. De echte grens is pas verderop.
Het riviertje 
Het bruggetje werd veel gebruikt door voetvolk en voerlieden met paard en wagen tussen Hilvarenbeek-Goirle-Poppel, Weelde, Ravels en Turnhout. In 1794 zou generaal Pichegru via deze brug met zijn leger opgerukt zijn om de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden te veroveren. En in 1829 dreunde de brug onder de wielen van de koets waarmee Koning Willem I op weg was naar Brussel, een jaar voordat de Belgen in opstand kwamen tegen zijn bewind…
De Roovertse brug ligt op het landgoed Gorp en Roovert, ook wel de Roovertsche heide genoemd. Op het landgoed bevindt zich ook nog de “Paradijsbrug” en het landhuis Paradijske. Die naam houdt verband met de stichter van het landgoed, 
Na de aanleg van de huidige Poppelseweg in het midden van de negentiende eeuw verloor de Roovertse brug een groot deel van zijn belang. Tijdens de Eerste Wereldoorlog liep over de brug een zogenaamde ‘dodendraad’, een hoogspanningsdraad, bedoeld om het illegaal oversteken van de grens te voorkomen.
zoekt.
